20. parostatus Flashcards
(37 cards)
waarom wordt bij de periodieke controle gebruikt gemaakt van een parodontale screeningsmethode?
omdat een volledig parodontaal onderzoek voor het opsporen van plaquegerelateerde aandoeningen en de documentatie daarvan tijdrovend is.
DPSI
dutch periodontal screening index
waarvoor is de DPSI score gemaakt
om snel onderscheid te maken tussen patienten met geringe en patienten met ernstige parodontale problemen.
wat is de maximale DPSI score voor patienten met geringe parodontale problemen?
dpsi 3-
waaruit bestaat een volledig parodontaal onderzoek?
evaluatie van: 1. ethiologische en predisponerende factoren 2. ontsteking 3. pocketdiepte 4 aanhechtingsverlies 5. furcatieproblemen 6 mobiliteit
de 6 vlakken die van een element kunnen worden genoteerd in de parostatus
- vestibulair
- linguaal/palataal
3 mesio-approximaal - midbuccal/linguaal
- disto-approximaal
wat van de anamnese is van belang wanneer er een parostatus opgemaakt wordt? (5)
- roken?
- stress?
- systematische aandoening?
- zwanger?
- hormonele preparaten?
wat moet je vd patient weten betreft plaque (2)
- in welke mate de patiënt de tandplaque onder controle heeft
- of er lokale factoren zijn die de kolonisatie vd tanden met paropathogenen beïnvloeden
wat zijn lokale factoren die kolonisatie vd tanden met paropathogenen bevorderen (3)
- tst
- ruwe opp
- slecht aansluitende of overhangende restauraties
waar moet je alle extra gegevens noteren
IN HET VAKJE OPMERKINGEN
plaque-index van Silness & Loë
- kijken naar de dikte vd plaque langs de rand vd gingiva, zonder de plaque te kleuren. Scoren op 4 plaatsen (m,v,d,l)
criteria voor Silness & Loë index
- geen plaque zichtbaar langs rand vd tanden
- geen zichtbare plaque, wel op punt vd sonde
- gingivale gebied is bedekt met plaque
- grote hoeveelheden zichtbare plaque
plaque-index van Quigley & Hein/ Turesky
- plaque wordt altijd eerst gekleur. Er wordt voornamelijk gekeken naar de uitbreiding vd plaque in coronale richting. (voor heel vestibulair vlek bepaald)
criteria Quigley en Hein /Turesky
- geen plaque
- niet-continue gebieden plaque langs cerv. rand
- smalle continue band plaque langs cerv. rand
- continue band v plaque, >1mm, <1/3 vh opp.
- meer dan 1/3, minder dan 2/3
- meer dan 2/3 vh opp
hoe wordt plaque genoteerd in sommige parostatussen
met een + in h vakje v pocketdiepte
het verschil tussen plaquestatus en plaquescore
- plaquestatus: overzichtelijk maken v aanwezigheid v plaque dmv een schema
- plaquescore: de berekening vh percentage plaque dat aanwezig is.
(aantal gekleurde vlakken/totaal n vlakken)
gemodificeerde Navy Plaque Index
- tanden kleuren
- ramfjord elementen evalueren
- bestraft vooral approximale plaque
(tekeningetje)
criteria gemodificeerde Navy Plaque Index
0 = geen plaque 1 = plaque, niet in contact met gingva 2 = paque, strikt vestibulair/palataal, in contact met gingiva 3 = plaque, approximaal (m,d) in contact met gingiva
plaquescore bij Navy index berekenen
- genoteerde aantallen bij elkaar optellen en dit delen door 48 (Ramfjord elementen)
- <0.6= goede MH
gingivitis Index geeft informatie over
de ernst vd ontsteking thv de GINGIVALE RAND
SBI geeft informatie over
ontstekingsgraad vd POCKET
wat is het verschil betreft doel vd index tussen GI en SBI
GI: informatie over ontsteking thv de gingivale rand
SBI: informatie over ontstekingsgraad vd pocket
SBI van Muhleman en Son:
evalueren bloedingsneiging (vd gezonde gingiva =1e symptoom gingivitis)
criteria SBI
0= gezonde gingiva, geen BOP 1= gezond ogende gingiva, wel BOP 2= BOP, gingiva afwijkend v kleur 3= BOP, gingiva licht oedemateus 4= BOP, gingiva duidelijk oedemateus 5= spontaan bloedende gingiva, kleur + zwelling