sympathicus:
- oog, pupil
- speekselklieren
- hartfrequentie
- longen
- spijsverteringskanaal
- blaas, sfincter
- penis
- clitoris, labia minora
- mydriase (verwijding)
- secretie (licht)
- omhoog
- bronchodilatatie
- verlaagde mobiliteit
- contractie
- ejaculatie
- niets
parasympathicus:
- oog, pupil
- speekselklieren
- hartfrequentie
- longen
- spijsverteringskanaal
- blaas, sfincter
- penis
- clitoris, labia minora
- miose (vernauwing)
- secretie
- omlaag
- bronchoconstrictie
- verhoogde motiliteit
- relaxatie
- erectie
- erectie/zwellen
autonome zenuwstelsel is vooral een afferent/efferent systeem
vooral efferent: het voert opdrachten uit van CZS
ook afferent: CZS krijgt info van organen, reist voor langste gedeelte mee met hersenzenuw (nX > nucl TS)
centraal netwerk voor vegetatieve functies
viscerale sensorische input > nucl. tractus solitarius > respons via (para)sympathisch systeem
parasympatische geleiding
lang preganglionaire vezel > Ach in ganglion > nicotinereceptor > kort postganglionaire vezel > Ach > muscarinereceptor
sympatische geleiding
kort preganglionaire vezel > Ach in ganglion > nicotinereceptor > lang postgagnlionaire vezel > noradrenaline > adrenerge receptor
sympathische geleiding kliercellen/neuroendocriene cellen
preganglionaire vezel > Ach in neuroendocrine cel > nicotinereceptor > (nor)adrenaline aan bloed > ri doeleiwitten > adrenerge receptoren
bij welk type neuron kan Ach de belangrijkste neurotransmitter zijn
alle 4
wat voor receptor is muscarinereceptor
adrenerge receptor
allebei GPCR
uitzondering zweetklieren
sympathisch met postganglionair Ach ipv adrenaline
pupilreflex
licht in oog > retina > ganglioncellen > thalamus > kern > nucl. edinger westphal vormt preganglionaire vezels die meereizen met nIII > schakelen over van pre naar post in ganglia ciliare > gladde spierweefsel van m. sphincter pupillae samengetrokken > pupil vernauwt
accomodatiereflex
parasympathicus!
- convergentie: ogen gaan dichterbij kijken
- accommodatie via m. ciliaris: lens wordt boller
- pupilvernauwing/miose via m. sphincter pupillae
welke spier pupilverwijding
m. dilatator pupillae
co-transmissie
wat en waarom
cel kan meerdere neurotransmitters maken
- verschillende boodschappen
- boodschappen moeten over lange tijdsperiode werken
varicositeit van sympathische axon (spier)
- ATP in clear vesicles: ATP aan purinerge receptor > influx Na > de polarisatie > spanningsafh. calciumkanalen open > Ca naar binnen > snelle contractie (1e fase)
- noradrenaline in clear vesicles: aan adrenerge receptor alpha 1 > fosfolipase C zorgt voor hydrolyse van PIP2 > IP3 (second messenger) komt vrij > bindt aan IP3 receptor (= Ca kanaal) in SR > Ca uit SR in cytosol > 2e contractiefase
- neuropeptide Y in dense-core vesicles aan Y1 receptor > langzame verhoging Ca
varicositeit van parasympathische axon (spier)
Ach
- direct effect: Ca omhoog > NOS maakt neurotransmitter NO (g) > diffundeert naar gladde spiercel > GC zet GTP om in cGMP > relaxatie
- indirect effect: Ach aan M3 receptor > Gq geactiveerd > IP3 > Ca omhoog > NOS geactiveerd > maakt NO > via endotheelcel diffusie naar gladde spiercel
- vasoactive intestinal peptide VIP afgegeven > VIP receptor > Ca omlaag > relaxatie
parasympatische innervatie hart
nX > pacemakers
sympathische innervatie hart
preganglionaire vezels uit thoracale ruggenmerg > schakelen over in grensstreng > pacemakers en spierweefsel
plexus van hart
mix van sympathische en vagus zenuwen die het hart innerveren
parasympatische effecten op de SA-knoop
Activatie muscarinereceptoren:
- remmen If: minder Na ionen naar binnen > diastolische depolarisatiefase duurt langer
- K kanalen geactiveerd > depolarisatiefase verloopt grondiger > Vm komt dichterbij evenwichtspotentiaal K > langere weg afleggen om drempel te bereiken
- remmen Ca kanalen > duurt langer om voldoende Ca kanalen te openen om depolarisatie mogelijk te maken
sympathische effecten op de SA-knoop
Activatie beta1-adrenerge receptoren:
- stimuleert If: meer Na naar binnen > drempelwaarde sneller bereikt
- stimuleert Ca kanalen > eerder drempelwaarde bereikt om actiepotentiaal op te wekken
Ca in cytosol: verschil hartspiercel en skeletspiercel
directe stroom van Ca door L-type Ca kanalen is belangrijk in hartspier > bindt aan reanodinereceptor > CICR > reanodinereceptoren open > Ca uit SR in cytosol > troponineshit
directe koppeling tussen Ca kanalen en reanodinereceptor is veel minder belangrijk in hartspiercellen
hoe wordt Ca de cel uit gepompt
waar zijn deze pompen belangrijk voor
- NCX en Ca ATPase
- bepalen duur van contractie
effecten sympaticus op myocard
beta1 adrenerge receptor > activering alpha s > stimuleert adenylylcyclase > cAMP omhoog > PKA omhoog - Ca kanalen gaan beter werken - reanodinereceptoreng beter werken - Ca pompen beter werken > meer kracht bij contractie
sensoren van cardiovasculaire systeem
- baroreceptoren (hoge drukken meten) in a. carotis communis (sinus carotis) en aorta - snelle invloed op hartslag en vaatweerstand
- volumereceptoren (lage drukken meten) in atrien v. cava: lange termijn invloed op circulerend volume (o.a. via de nier - urineproductie)
baroreceptoren
- welke twee plekken
- welke van de twee is gevoeliger
- effecten hart
- effecten bloedvaten
- sinus carotis: vrije rekkingsgevoelige zenuwuiteinden > meten rekkingsgraad vaatwand > verhoogd > rekkingsgevoelige receptoren open > actiepotentialen via nIX > NTS
- aortaboog: nX > NTS
sensoren sinus caroticus gevoeliger
- effecten hart: parasympaticus - vanaf NTS stimulerend interneuron naar preganglionaire vezels > via postganglionaire vezels hart rustig maken
sympaticus - vanaf NTS remmen interneuron > schakelt over in thoracale ruggenmerg > preganglionair > postganglionair > sympaticus wordt geremd
- effecten vaten:
sympaticus geremd > vasodilatatie > perifere weerstand omlaag
volumereceptoren / lagedrukreceptoren
- welke twee plekken
- hoe werkt het
- maat voor …
atria - A vezels:
meten contractie atria en vuren actiepotentialen, meten lage drukken
v. cava - B vezels
volume/centrale veneuze druk omhoog > langzaam steeds meer vuren > nX > hogere hartfrequentie en vasodilatatie NIERarteriën (urineproductie omhoog > totale hvh circulerende volume omlaag), maat voor hvh volume in vaatstelsel
symptomen dysautonomie
(neuronen AZS aangedaan)
incontinentie: geen controle over blaas
orthostatische hypotensie: bloeddruk daalt tot lage waarde als je overeind komt (baroreceptoren meten eig dat druk afneemt > hartpresentatie aanpassen)
impotentie (erectie)
verlies van transpiratievermogen
bewegingsstoornissen: dysfunctie cerebellum
symptomen vergiftiging cholinesteraseremmers
oplossing
versterking Ach en dus parasympaticus (en zweten) DUMBELS diarree: verhoogde motiliteit urineren miose pupil bronchorreu (overmatige slijmproductie) en bronchospasme emesis (braken door motiliteit) lacrimatie salivatie en secretie muscarine antagonist geven