waarvan is bloeddruk afhankelijk
cardiac output
R arteriolen
waarvan is cardiac output van afhankelijk
hf en sv
waarvan is slagvolume afhankelijk
contractie en kleppen
waarvan is contractie afhankelijk
preload, afterload en contractiliteit
belangrijkste functies van bloedcirculatie
- transport voedingsstoffen en afbraakproducten
- warmtetransport
- snelle chemische signalering: hormonen en neurotransmitters
- doorgeven van krachten: druk opbouwen wat geabsorbeerd kan worden > uitrekking en dan opslaan
waar pulserende flow
waar continue flow
aorta
capillairen
gevolg van hoge perifere weerstand
druk nodig om bloed te laten stromen
waarom zuurstofarm bloed lage druk
minder weerstand omdat het bloed alleen naar de longen moet
wat is druk
kracht die loodrecht op een object boven een eenheidsgebied wordt toegepast
wat is vloeistofdruk
oorzaken van vloeistofdruk
kracht per oppervlakte-eenheid op een object in de vloeistof
- zwaartekracht/hydrostatische druk
- versnelling (bak heen en weer bewegen)
- krachten van buitenaf (bijv. pompen)
hydrostatische druk
verschillen horizontaal, verticaal en in alle richtingen
- horizontaal even hoog
- druk neemt toe met de diepte
- druk in alle richtingen even hoog
p =
rho x g x h
liggende/staande situatie:
druk hoofd-voeten-hart in
a hoofd: 90/53 a voeten: 90/185 hart: 95/95 v hoofd: 5/-32 v voeten: 5/100 hart: 2/2
druk hoofd en voeten lager of hoger dan hart en waarom
lager
hoger
hydrostatische druk neemt toe met de diepte
waarom moet veneuze druk voeten hoog zijn
zodat bloed weer naar boven kan stromen
verband tussen flow en snelheid
F = v A
continuïteitsvergelijking
- incompressibel
- per tijdseenheid
- korter
flow in = flow uit
- l x A = l x A
- I/t x A = l/t x A
- v x A = v x A = constant
3 vaten met doorsnede 1, 10 en 100
flow zelfde
verschil in snelheid?
hoe kleiner doorsnede, hoe groter de snelheid
welke soorten energie heb je in een bloedvat
door behoud van energie geldt dat …
- pomp energie = p
- Ek = 0,5 ρ v^2
- potentiele energie: ρ g h (bij horizontale buis moet je dit skippen)
- p + 0,5ρv^2 + ρgh = constant
wat gebeurt er met druk bij bloedvatvernauwing
potentiele energie skippen dus p + 0,5ρv^2 = constant
Av = Av
A kleiner, dus v groter
v groter, dus p kleiner
bloed is visceus, dus
kracht kan van ene locatie in bloed naar ander locatie gaan
laminaire flow: begin bloedvat v=0 en centraal vmax
wet van poiseuille
delta p (p1gem - p2gem) = F x R
laminaire flow leidt tot
- axiaal stromen van bloeddeeltjes (plasma-skimming effect=centraal stroomt er meer bloed dan perifeer, en bij vertakking ook minder)
- geen geruis
turbulentie
- wat is het
- welk getal bepaalt dit
- evenredig met
- omgekeerd evenredig met
- als Re … dan laminair/turbulent
bloed stroomt niet laminair, maar chaotisch door bloedvat - getal van reynolds - dichtheid vloeistof diameter vat gemiddelde stroomsnelheid - viscositeit - Re < 2000 laminair - Re > 3000 turbulent
wanneer sprake van turbulente flow
systole
inspanning
nauwere vaten
turbulente flow leidt tot
- vaatgeruis
- vaattrillingen voelbaar
- energieverlies: hart moet harder werken
- beschadigingen vaatwand, bloedplaatjes
- trombosevorming
waar is turbulente flow handig voor
meten bloeddruk
cuff op arm > druk hoog > bloed kan niet meer stromen > druk cuff gaat omlaag > 1e ruis = systolisch, 2e diastolisch
waarom druk grote circulatie groter
veel organen waar bloed doorheen moet stromen
grotere weerstand
pulsdruk is afhankelijk van
compliantie; als compliantie omlaag gaat, wordt pulsdruk hoger > hart moet harder pompen om bloed in aorta te krijgen
wat gebeurt er met pulsdruk van aorta tot vena cava
waardoor komt dit
wordt lager, uiteindelijk nul; geen verschil tussen ps en pd
energieverlies in uitrekking buizen
waarom bloeddruk manchet op bovenarm
omdat de hoogte van de drukmeter dan gelijk is aan de hoogte van het hart treedt er geen drukdaling of stijging op door hydrostatisch druk
waarom wandspanning capillairen lager dan venen
dikte begrenst spanning die wand kan opbrengen
vaat met kleinste diameter kan druk beter weerstaan
gevolgen verkalkte wand aorta
met name ps wordt groter > r vat groter > wandspanning groter > kans op scheuren aortawand groter