3.2 T/m 3.4 Flashcards

(27 cards)

1
Q

Beurs

A

Gebouw waar kooplieden handeldrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gouden eeuw

A

Lange bloeiperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Grachtengordel

A

Deel van Amsterdam langs de grachten uit de 17e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Handelskapitalisme

A

Kapitalisme waarbij handelaren de leiding hadden in de economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kapitalisme

A

Economisch systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorlogsrecht

A

Regels die gelden tijdens oorlogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stapelplaats

A

Plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen om vandaar te worden verhandeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volkenrecht

A

Regels die gelden tussen staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werkgelegenheid

A

Mogelijkheid voor betaald werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Batavia

A

Hoofdkwartier van de VOC op Java

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Compagnie

A

Handelsbedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Factorij

A

Handelspost met kantoren en pakhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gouverneur-generaal

A

Hoogste bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Monopolie

A

Alleenrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

VOC

A

Verenigde Oost-Indische Compagnie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wereldeconomie

A

Economisch systeem van wereldwijde handelscontacten

17
Q

Werkgever

A

Iemand die mensen tegen loon in dienst heeft

18
Q

Werknemer

A

Iemand die in loondienst is bij een werkgever

19
Q

WIC

A

West-Indische Compagnie

20
Q

Emigreren

A

Een land voorgoed verlaten

21
Q

Gedogen

22
Q

Gereformeerd

A

Calvinistisch

23
Q

Gewetensvrijheid

A

Recht om te geloven wat je wilt

24
Q

Immigrant

A

Iemand die verhuist vanuit een ander land

25
Literatuur
Verhalen en gedichten die bedoeld zijn als kunst
26
Pullfactor
Reden om je ergens te vestigen
27
Pushfactor
Reden om een plaats te verlaten