waar is RAAS voor en wat is het
hormonaal systeem: reguleren BD en zoutbalans regulatie CV (cardiovasculaire) hermodeling: groeieffecten en vasoconstrictie
RAAS activeren bij
lage BV en lage BD
activatie van circulerende RAAS
CV/nier schade (bijv. hartinfarct): lokale systeem gaat aan
overactivatie RAAS leidt tot
hoge BD, hartfalen, fibrose > slechte prognose
RAAS werkt …
- antidiuretisch : Na vasthouden in bloed > BV omhoog
- vasoconstrictief
> BD omhoog
waar komt renine vandaan
juxtaglomerulaire cellen, rond afferende arteriolen van glomerulus
afgifte renine door
- lage BD > stretch JGC > activatie renine in bloed
- lage BD > laag Na in prourine in distale tubulus gevoeld door hierin MDC > geven prostaglandine zodat JGC renine afgeven
- sympatische vezels > NA > renine geregeld
prorenine > renine
prosegment afgeknipt van prorenine > renine
ang I wordt door enine gevormd uit angiotensinogeen
prorenine > renine
prosegment afgeknipt van prorenine > renine
ang I wordt door enine gevormd uit angiotensinogeen
v bepalende reactie voor ang II vorming
angiotensinogeen > angiotensine I
vnm renineconcentratie bepaalt hoeveel ang II
ang I > ang II
ang I circuleert in bloed > voorbij long > in long ACE aangemaakt wat Ang II produceert
waar zit ace in long
celmembranen van endotheelcellen die in bloedvaten long zitten
ang II
circuleert door lichaam en kan aan 2 receptoren binden: AT1 en AT2
AT1 receptor
ciruculerende RAS betrokken bij
- vasoconstrictie
- zout/water reabsorptie
- aldosteron secretie bijnier
- sympatische activatie
- celgroei
- aanpassing ECM
AT2 receptor
- vasodilatatie
- remming celgroei
- (embryonale) differentiatie
interactie RAAS - sympatisch systeem: bloedvaten en nieren
antagonisten
bloedvaten:
AT1 > potentiatie alpha 1 receptor > vasoconstrictie
- AT1 antagonist meestal
- alpha 1 antagonist pas bij acute hypertensie door bijwerkingen
nieren:
beta 1 in JGC > NA bindt hieraan > renine afgifte
- beta 1 antagonist
aldosteron
Ang II via AT1 aldosteron afgifte
bindt aan minerale corticoid receptor > Na en water reabsoptie, dorst > toename bloedvolume
in verzamelbuis nier
stimuleert opname Na en water in het bloed en afvoer van K via urine
middelen hoge BD/diuretica zorgen voor K verlaging in bloed > aldosteron remmen > K vanuit circulatie naar urine tegengehouden: K sparend diureticum
AT1 zorgt naast vasoconstrictie en bloedvolume voor
negatieve koppeling voor afgifte renine
primaire hypertensie
oorzaak?
2 soorten
onbekende oorzaak
hoog renine: verhoogde vasoconstrictie
laag renine: gevolg van verhoogde Na retentie en bloedvolume (mineralocort./Na kanaal probleem)
secundaire hypertensie
hypertensie door ziektebeeld
bijv. nierziekten en tumoren (houden bijv. aldosteron tegen)
antihypertensiva: ACE remmer
remming AngII productie > remming vasoconstrictie en verlaging bloedvolume en bloeddrukverlaging
antihypertensiva: AT1 receptor blokkers
bijeffect
binding AngII aan AT1 tegengehouden > verlaging bloedvolume en bloeddrukverlaging
meer vrije AngII > kan binden aan AT2 > vasodilatatie en verlaagt bloedvolume
antihypertensiva: renine remmer
renine tegengehouden > productie AngII gestopt > geen simulatie AT1 RECEPTOR
antihypertensiva: MR remmer
aldosteron remmer via MCR antagonist
Na verlaging en K verhoging in bloed
nog een werking ACE remmers
ACE breekt ook bradykinine af, BD verlagend vasodilaterend hormoon
ACE remmer > meer bradykinine > via NO vasodilatatie > BD verlaging
bijwerkingen ACE remmers
hoest door bradykininegemedieerde constrictie van bronchiën
bijwerkingen ACE/AT1 remmer
negatieve terugkoppeling AT1 van renine weg > plasma renine concentratie neemt toe > gewenning ACE/ARB
“oplossing”: renine remmer erbij > systeem plat > hypotensie > onv. nierperfusie en verlies functie aldosteron en hyperkalemie (hartritmestoornissen)
behandeling hypertensie onafh van RAAS
- diuretica: zout en water excretie
nadeel plasma renine concentratie stijgt - betablokker: reductie cardiac output, remming renine afgifte
- calcium antagonisten: vasodilatatie
hypertensie
risicofactor voor
- hartaanval
- hartfalen
- herseninfarct
- retinopathie
- chronisch nierfalen
effecten lokaal RAAS
effect:
hypertrofie en fibrotisering hart, vaten en nier
ziekte:
- hartfalen na myocarinfarct
- athero- en arteriosclerose
- glomerulosclerose (verbindweefseling glomerulus), nefropathie
verschil circulatie en weefseleffectien nier
circulatie: kortdurende effecten nier - Na en water reabsorptie via aldosteronsecretie bloedvat - constrictie hart - positieve chronotrope effecten weefsel: langdureige effecten nier - intragomerulaire hypertensie bloedvat - hypertrofie hart - myocardiale hypertrofie
hypertensie, myocardinfarct, volume overload > spanning myocard > …
behandeling
ACE expressie hart > lokale angiotensine productie > hypertrofie
ACE remmers