hartspier in rust: waar haalt het zijn energie vooral vandaan (%)
inspanning
- 95% uit verbranding vetzuren
- vetzuren belangrijkste + meer glucose en glycogeen
stabiele angina pectoris; hoe ingrijpen op ATP
remmen vetzuuroxidatie > meer glucose en glycogeen
ATP turnover
constant houden van hoeveelheid ATP
bij gebruik van E wordt E geproduceerd door verbranding vetten, eiwitten en koolhydraten
anaerobe ATP aanmaak
- creatinefosfaat: Cr + ATP
- glycogeen: 2 lactaat + 2H + 3 ATP
- glucose: 2 lactaat + 2H + 2 ATP
aerobe ATP aanmaak
- glucose: 32 ATP
- glycogeen: 33 ATP
- vetzuur (C16): 106 ATP
ATP synthese hartspier in rust en inspanning
- 60-95% vetzuurverbranding
- 5-35% glucose/glycogeenverbrnding
aerobe glucose/glycogeen verbranding hangt af van …
mate/snelheid (bepaald door hoeveelheid O2) waarin NADH in mito gereoxideerd kan worden naar NAD+
NADH > NAD, H+, 2e- > e- worden aan O2 gegeven > ATP komt vrij
nadeel van deels verbranding glycose/glycogeen in cytosol
als alle NAD+ omgezet in NADH > glycolyse houdt op
hoe gaat NADH door mito binnenmembraan
e- van NADH overgezet op oxaalacetaat > malaat gevormd > malaat in mito door transporter > malaat geeft e- af aan NAD+ > NADH en oxaalacetaat gevormd
oxaalacetaat > aspartaat > aspartaat door transporter terug naar cytosol > oxaalacetaat
hoe gaat NADH door mito binnenmembraan
e- van NADH overgezet op oxaalacetaat > malaat gevormd > malaat in mito door transporter > malaat geeft e- af aan NAD+ > NADH en oxaalacetaat gevormd
oxaalacetaat > aspartaat > aspartaat door transporter terug naar cytosol > oxaalacetaat
citroenzuurcyclus levert veel … op in de vorm van …
elektronen, NADH of FADH2
OXFOS
elektronen worden getransporteerd via complexen
elektronen van NADH overgedragen aan zuurstof > water ontstaat
bij transport door complexen worden protonen naar buiten gepompt
protonengradient wordt gevormd
deze zorgt dat er met protonen atp gemaakt kan worden
3 protonen naar binnen > 1 atp
1 proton nog voor fosfaatcarrier
NADH: 2,5 ATP
FADH mist eerste protonpomp (4 protonen) > 1,5 ATP
- oxidatie
- fosforylering
- koppelingsfactor / proton motive force
- NADH/FADH2 > FAD/NAD
- ADP > ATP
- protonengradient
in een proton zit E van … kJ/mol - waardoor wordt deze energie gevormd
1 ATP maken kost … kJ
-21,5: potentiele energie H+ en membraanpotentiaal (-175mV!)
50
in een proton zit E van … kJ/mol
1 ATP maken kost … kJ
-21,5
50
als je 4 protonen wilt pompen naar buiten (complex moet een voldoende energie zitten in …
overgang van elektronen van NADH naar tussenvorm (coenzym Q)
pH gradiënt over mito binnenmembraan in cel in rust
maximaal: alle energie gebruikt om H+ naar buiten te pompen
sterk protonengradiënt > NADH kan elektronen niet kwijt
wanneer weer wel?
H+ gradient verminderd, dus protonen naar binenn pompen, dus ATP maken / energie verbruiken
gevolg
meer ATP verbruik dan ATP resynthese
meer ADP:
CrP + ADP > Cr + ATP
en ADP wordt verder afgebroken in AMP
opbrengsten glyco(geno)lyse
NADH
geen zuurstof en tijd om elektronen naar mito te brengen
dus NADH
wat doet AMP
- allosterische activator van PFK en GP (glycogeen > glucosefosfaat)
dus glyco(geno)lyse wordt versneld - activatie vetzuuroxidatie
- deel omgezet in adenosine > verlaat cel > vasodilatatie (van aanvoerend arterieel bed): poging om meer zuurstof aan te trekken en zuur kwijt te raken
wat kan gunstig zijn voor angina pectoris wat betreft mito enzo
remming vetzuuroxidatie versneld aeroob verwerken van glucose > glycolyse heeft per O2 meer ATP opbrengst dan vetzuuroxidatie