6. De Klok

Question 1

klok (de)

Answer 1

clock

Question 2

Hoe laat staat u op?

Answer 2

What time do you get up?

Question 3

wat

Answer 3

some

Question 4

verlaat

Answer 4

leave

Question 5

neem

Answer 5

catch, go by

Question 6

nogal

Answer 6

rather, quite

Question 7

vroeg

Answer 7

early

Question 8

nauwelijks

Answer 8

hardly

Question 9

kennelijk

Answer 9

obviously

Question 10

vertreket

Answer 10

leave

Question 11

liever

Answer 11

prefer

Question 12

leerlingen

Answer 12

pupils

Question 13

want

Answer 13

because

Question 14

verschilt

Answer 14

varies

Question 15

enkele

Answer 15

single, one

Question 16

eerder

Answer 16

earlier

Question 17

DE KLOK

Hoe laat STAAT u op?
Om zeven uur. Om KWART over zeven EET ik WAT BROOD en drink ik thee.
Om half acht VERLAAT ik m’n huis en om kwart VOOR acht NEEM ik de bus naar het station.
Dat is NOGAL VROEG.
VINDT u dat? Er WACHTEN ROND DIE tijd al veel mensen op de bus. Er is NAUWELIJKS plaats in de bus. Het LEVEN begint KENNELIJK vroeg in Nederland.
Hoe laat VERTREKT uw trein?
Om vijf over acht. Dat is TENMINSTE de offiele tijd. Maar mijn trein vertrekt niet ALTIJD op tijd. Hij is vak te laat.
Hoe lang duurt de REIS?
Een KWARTIER: vijftien minuten. De trein KOMT AAN om tien voor half negen: acht uur twintig. Dan neem ik de bus naar de school waar ik werk. De bus vertrekt om vijf over half negen. De KANS dat ik hem mis, is dus klein. Ik kom liever niet te laat op school. WANT de LEERLINGEN MOETEN ook op tijd komen.
Tot hoe laat WERKT u?
Dat VERSCHILT van dag tot dag. NORMAAL GESPROKEN werk ik tot vijf uur. Een ENKELE KEER HOUD ik wat EERDER OP.

October 6, 2014, Nijmegen

Answer 17

ok