Arm Deeltoets 3 Flashcards
(89 cards)
1
Q
ossa carpi; ossa carpalia
A
8 kleine botten die de pols vormen - Some Lovers Try Positions That They Can’t Handle
2
Q
os scaphoideum
A
proximale, radiale os carpi
3
Q
tuberculum ossis scaphoidea
A
het lagere laterale deel v.h. anteriore opp.
4
Q
os lunatum
A
proximale os carpi, in het midden (tussen scaphoideum & triquetrum)
5
Q
os triquetrum
A
proximale, ulnaire os carpi
6
Q
os pisiforme
A
mediale zijde v.d. proximale rij - vormt aan de palmaire zijde een gewr. verbinding met os triquetrum
7
Q
os trapezium
A
distale, radiale os carpi
8
Q
tuberculum ossis trapezii
A
benige verhoging aan de palmaire zijde v.d. os trapezium
9
Q
os trapezoideum
A
distale os carpi, ulnair v.d. os trapezium
10
Q
os capitatum
A
distale os carpi, radiaal v.d. os hamatum
11
Q
os hamatum
A
distale, ulnaire os carpi
12
Q
hamulus ossis hamati
A
haakvormig uitsteeksel aan de palmaire zijde v.d. os hamatum
13
Q
sulcus carpi
A
de ossa carpi vormen een boog (hol - palmair & bol - dorsaal)
14
Q
ossa metacarpi: ossa metacarpalia (I-V)
A
de middenhand - 5 botten tussen de ossa carpi & phalanges
15
Q
basis ossis metacarpi
A
proximale zijde os metacarpi - articuleert met de ossa carpi
16
Q
corpus ossis metacarpi
A
schacht v.d. ossa metacarpi
17
Q
caput ossis metacarpi
A
kop v.d. ossis metacarpi - distaal - articuleert met de proximale phalanges
18
Q
processus styloideus ossis metacarpi tertii (III)
A
proximale projectie aan het dorsoradiale aspect v.d. basis os metacarpus III
19
Q
ossa digitorum; phalanges
A
vingerkootjes
20
Q
phalanx proximalis
A
1ste vingerkootje (proximaal) - articuleert met de ossa metacarpi
21
Q
phalanx media
A
middelste vingerkootje - niet in duim
22
Q
phalanx distalis
A
distale vingerkootje - vingertop
23
Q
tuberositas phalangis distalis
A
ruwe verhoogde opp. v.h. hoefijzer op de distale phalanges
24
Q
basis phalanges
A
proximale kant v.d. phalanges
25
corpus phalanges
schacht v.d. phalanges
26
caput phalanges
kop v.d. phalanges (distaal)
27
ossa sesamoidea
- klein botje dat zich bevindt in het verloop van een pees
- 2 in de distale portie v. os metacarpus I - 1 in de os metacarpus II & 1 in de os metacarpus V
28
articulationes manus
de gewr. v.d. hand: art. radiocarpalis; art. carpometacarpales; art. metacarpales pollicis; art. intermetacarpales; art. metacarpophalangeae & art. interphalangeae manus
29
articulatio radiocarpalis
- proximale pols gewr. - kop: proximale rij ossa carpi; kom: distale einde radius & ulna
- ovaalgewr. - functie: ulnair- & radiaalabductie & palmaire flexie
30
lig. radiocarpale dorsale
loopt v.d. posteriore rand v.d. distale radius naar de dorsale opp. v.d. proximale ossa carpi
31
lig. radiocarpale palmare
loopt v.d. ventrale rand v.d. distale radius naar de palmaire opp. v.d. proximale ossa carpi & os capitatum
32
lig. ulnocarpale dorsale
loopt v.d. proc. styloideus ulnae naar de dorsale aspecten v.d. ossa carpi
33
lig ulnocarpale palmare
loopt v.d. proc. styloideus ulnae naar de palmaire aspecten v.d. ossa carpi
34
lig. collaterale carpi ulnare
loopt v.d. dorsale zijde v.d. proc. styloideus ulnae, splits in 2 - 1 hecht aan de mediale zijde v.d. os triquetrum & de andere hecht aan de os pisiforme & retinaculum musculorum flexorum
35
lig. collaterale carpi radiale
loopt v.d. proc. styloideus radii naar de radiale zijde v.d. os scaphoideum & os trapezium
36
articulationes carpi; articulationes intercarpales
- drie sets gewr.: de gewr. in de proximale rij, de gewr. in de distale rij & de gewr. tussen de rijen
- functie: maakt vergrotingen v.d. bew. in de art. radiocarpalis mogelijk
37
canalis carpi
- doorgang aan de palmaire zijde v.d. pols die de voorarm verbindt met het middelste compartiment v.h. diepe vlak v.d. handpalm
- word gevormd door os carpi & bindweefsel
38
canalis ulnaris
tunnel dat doorgang verleent aan de a. ulnaris & n. ulnaris - loopt v.d. lig. carpialis transversalis naar de aponeurose boog v.d. m. hypothenar
39
articulationes carpometacarpales
- 4 gewr. tussen de ossa carpi & ossa metacarpi v. vingers II - V
- functie: hele klein mate v. flexie-extensie
40
articulatio carpometacarpalis pollicis
- gewr. tussen os trapezium & os metacarpi I
- functie: flexie-extensie & adductie-abductie
41
articulationes intermetacarpales
- tussen de bases v.d. ossa metacarpi
- functie: heel weinig bew.
42
articulationes metacarpophalangeae
- 5 gewr. tussen de ossa metacarpi & phalanges (kogelgewr. + 1 scharniergewr. (duim))
- functie: flexie-extensie & ulnaire- & radiale abductie
43
articulationes interphalangeae manus
- gewr. tussen de bases & koppen v.d. phalanges - per vinger een distaal & proximaal gewr. (behalve bij de duim)
- functie: extensie-flexie
44
m. palmaris brevis
- origo: retinaculum musculorum flexorum & aponeurosis palmaris
- insertie: huid aan de ulnaire rand v.d. handpalm
- functie: trekt de huid aan de ulnaire zijde strak tijdens een grijpactie
45
m. abductor pollicis brevis
- een van de thenar spieren - superficiaal
- origo: retinaculum musculorum flexorum & tuberculum ossis scaphoidei
- insertie: basis phalanx proximalis I
- functie: abductie (duim)
46
m. flexor pollicis brevis
een van de thenar spieren - 2 koppen
47
m. flexor pollicis brevis caput superficiale
- origo: ret. musc. flex. & tuberculum ossis trapezii
- insertie: radiale zijde v.d. phalanx prox. I
- functie: flexie (duim -> art. metacarpophalangeae & art. carpometacarpalis pollicis)
48
m. flexor pollicis brevis caput profundum
- origo: os trapezoideum & os capitatum
- insertie: radiale zijde v.d. phalanx prox. I
- functie: flexie (duim -> art. metacarpophalangeae & art. carpometacarpalis pollicis)
49
m. opponens pollicis
- origo: ret. musc. flex. & tuberculum ossis trapezii
- insertie: radiale zijde v.d. os metacarpi I
- functie: oppositie/flexie (duim -> art. metacarpophalangeae)
50
m. adductor pollicis
diep in het thenar compartiment - 2 koppen
51
m. adductor pollicis caput obliquum
- origo: as capitatum, basis ossis metacarpi II & III
- insertie: ulnaire kant v.d. basis phalanx proximalis I
- functie: adductie (duim)
52
m. adductor pollicis caput transversum
- origo: palmaire opp. v.d. os metacarpus III
- insertie: ulnaire kant v.d. basis phalanx proximalis I
- functie: adductie (duim)
53
m. abductor digiti minimi
- een v.d. hypothenar spieren
- origo: os pisiforme & ret. musc. flex.
insertie: ulnopalmaire grens v.d. phalanx proximalis V & os sesamoidea op de os metacarpus V
- functie: abductie (pink)
54
m. flexor digiti minimi brevis
- hypothenar spier
- origo: hamulus ossis hamati & ret. musc. flex.
- insertie: mediale kant v.d. basis phalanx proximalis V
- functie: flexie (pink)
55
m. opponens digiti minimi
- hypothenar spier
- origo: hamulus ossis hamati & ret. musc. flex.
- insertie: ulnaire grens v.d. os metacarpus V
- functie: flexie/laterale rotatie pink -> oppositie naar duim
56
mm. lumbricales
- 4 wormachtige spieren - de 2 radiale zijn unipennaat, de 2 ulnaire zijn bipennaat
- origo: pezen v.d. m. flexor digitorum profundus
- insertie: radiale zijde phalanges proximales II-V -> pezen stralen uit in dorsale aponeurose v.d. vingers
- functie: flexie (art. metacarpophalangeae) & extensie (art. interphalangeae)
57
mm. interossei dorsales
- 4 bipennate spieren
- origo: tegengestelde opp. v.d. ossa metacarpi I-V
- insertie: radiale zijde phalanx proximalis II; beide kanten phalanx proximales III; & ulnaire zijde phalanx proximalis IV
- functie: flexie (art. metacarpophalangeae); extensie (art. interphalangeae); & abductie (vingers)
58
mm. interossei palmares
- 3 spieren
- origo: ulnair aspect os metacarpi II; & radiale aspect os metacarpi IV & V
- insertie: ipsilaterale zijde v.d. bijbehorende phalanx proximales -> pezen stralen uit naar dorsale aponeuroses
- functie: flexie (art. metacarpophalangeae); extensie (art. interphalangeae); & adductie (vingers)
59
septum intermusculare brachii mediale
loopt v.d. crista tuberculi minoris naar de epicondylus medialis - zorgt dat de ant. & post. spieren worden gescheiden (mediaal)
60
septum intermusculare brachii laterale
loopt v.d. crista tuberculi majoris naar de epicondylus lateralis - zorgt dat de ant. & post. spieren worden gescheiden (lateralis)
61
fascia antebrachii
stuk generale fascia over de onderarm - v.d. elleboog tot de pols
62
retinaculum musculorum extensorum
- stuk verdikt fascia antebrachii die pezen v.d. extensor spieren op hun plaats houdt
- dorsale kant onderarm - proximaal tot de hand
63
retinaculum musculorum flexorum
pezige band aan de palmaire zijde v.d. hand - maakt een boog over de ossa carpi - vormt canalis carpi
64
aponeurosis palmaris
centrale deel palmaire fascia - meest superficiaal
65
n. dorsalis scapulae
- komt v.d. pars supra- & pars infraclavicularis v.d. plexus brachiales - loopt vanaf het hoogste craniale punt v.d. plexus brachialis naar beneden langs de scapula
- innerveert: mm. rhomboidea & m. levator scapulae
66
n. thoracicus longus
- komt v.d. rami anterior (C5-C7), loopt door de m. scalenus medius onder de plexus brachialis & clavicula, daalt op de m. seratus anterior
- innerveert: m. seratus anterior
67
n. subclavius
- vertakking v.d. truncus superior (C5-C6) - loopt op de m. subclavius
- innerveert: m. subclavius
68
n. suprascapularis
- vertakking v.d. truncus superior, loopt dorsaal boven de clavicula, passeert door de incisura scapulae, over de dorsale kant v.d. scapula in de fossa supraspinatus, rond de spina scapulae in de fossa infraspinata
- innerveert: m. supraspinatus & m. infraspinatus
69
nn. subscapulares
- vertakking v.d. fasciculi posterior - daalt af naar ventrale deel v.d. scapula (C5-C7)
- innerveert: m. subscapularis
70
n. thoracodorsalis
- komt v.d. fasciculi posterior - loopt samen met de v. & a. thoracodorsalis naar de mediale kant v.d. m. latissimus dorsi (C6-C8)
- innerveert: m. latissimus dorsi
71
n. axillaris
- komt v.d. fasciculi posterior - loopt door de laterale axillary ruimte naar de dorsale kant v.d. humerus
- innerveert: m. deltoideus & m. teres minor
72
n. medianus
- bestaat uit laterale & mediale radix (uit de respectivelijke fasciculi) - loopt door de sulcus biciptalis medialis, tussen de 2 koppen v.d. m. pronator teres, door de canalis carpi
- innerveert: voorste deel onderarm
73
n. ulnaris
- komt v.d. fasciculus medianus - loopt door de sulcus biciptalis medialis, loopt langs de dorsale zijde v.d. epicondylus medialis, loopt met de a. ulnaris naar de pols, loopt door de canalis ulnaris - vertakt in de palm
- innerveert: ulnaire zijde onderarm & hand
74
r. superficialis (n. ulnaris)
- vertakking v.d. n. ulnaris in de hand
- inneveert: m. palmaris brevis (motor) & palmair opp. v.d. ulnaire 1.5 vingers
75
r. profundus (n. ulnaris)
- vertakking v.d. n. ulnaris in de hand
- innerveert: hypothenar spieren, mm. interossei, 2 ulnaire mm. lumbricales, m. abductor pollicis & m. flexor pollicis brevis caput profundum
76
n. radialis
- komt v.d. fasciculi posterior - loopt door de triceps spleet tussen de caput longum & laterale naar de dorsale zijde v.d. humerus, door de sulcus nervi radialis, daarna loopt het tussen de m. brachioradialis & m. brachialis, door de radiale tunnel in de fossa cubiti waar het splitst
- innerveert: posteriore deel v.d. boven- & onderarm (sens.); m. triceps brachii, m. brachioradialis & mm. extensores carpi radialis longus & brevis
77
r. profundus (n. radialis)
- vertakking v.d. n. radialis - penetreert de m. supinator, loopt naar de dorsale kant v.d. onderarm
- innerveert: m. supinator & alle extensoren v.d. onderarm (motorisch)
78
r. superficialis (n. radialis)
- vertakking v.d. n. radialis - loopt onder de m. brachioradialis, daarna loopt het naar de dorsale zijde v.d. hand naar de spatium interossei (tussen duim & wijsvinger)
- innerveert: spatium interossei & radiale 2,5 vingers (sens.)
79
arteria radialis
- vertakking v.d. a. brachialis - volgt de radius tussen de superficiale & diepe spieren naar de pols - loopt de handpalm in waar het vertakt
- voorziet: art. cubiti, radiale onderarm spieren, ossa carpi & radiale zijde v.d. hand
80
arteria recurrens radialis
- vertakking v.d. a. radialis gelijk onder de elleboog - loopt naar boven tussen de m. brachioradialis & m. brachialis, anastosmoses met de a. collateralis radialis
- voorziet: m. brachioradialis, m. brachialis & art. cubiti
81
aa. metacarpales dorsales
- vertakkingen v.d. arcus palmaris superficiales - lopen via de m. interossei dorsales - vertakken naar de aa. digitales dorsales
82
aa. digitales dorsales
- vinger slagaders - vertakkingen v.d. aa. metacarpales dorsales - langs dorsale aspecten v. vingers IiI-V
- voorziet: dorsale aspecten vingers III-V
83
a. princeps pollicis
- vertakking v.d. a. radialis - loopt tussen de m. interosseus dorsalis I & m. adductor pollicis caput obliquum naar de mediale zijde v.d. basis v. phalanx proximalis I waar het in 2-en splitst
- voorziet: duim
84
a. radialis indices
- vertakking v.d. a. radialis - ontspringt dichtbij de a. princeps pollicis en loopt langs de radiale zijde v. vinger I
- voorziet: wijsvinger
85
arcus palmaris profundus
- arterieel netwerk in de handpalm - extensie v.d. a. radialis - loopt over de basis ossis metacarpi & mm. interossei
- voorziet: duim & laterale zijde wijsvinger
86
aa. metacarpales palmares
- vertakkingen v.d. arcus palmaris profundus - verbinden distaal met de aa. digitalis palmares
- voorziet: mm. interossei palmares
87
rr. perforantes
- de perforerende takken - lopen naar proximaal vanaf de arcus palmaris profundus - lopen tussen de koppen v. mm. interossei dorsales II-IV, anastosmoses met de aa. metacarpales dorsales
88
arteria ulnaris
- vertakking v.d. a. brachialis - loopt onder de m. flexor carpi ulnaris naar de pols, loopt door de canalis ulnaris in de hand
- voorziet: ulnaire zijde onderarm & hand
89
a. recurrens ulnaris
- 2 slagaders (anterior & posterior) - anastosmoses met de a. collateralis ulnaris inferior & superior
- voorziet: m. brachialis, m. pronator teres & art. cubiti
