Atopisch eczeem Flashcards

1
Q

Wat zijn de risicofactoren op het ontwikkelen van atopisch eczeem?

A
  1. Secundaire impetiginisatie
  2. Contactallergie
  3. Aeroallergenen
  4. Voedselalergie
  5. Stress
  6. Therapieontrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het klinische beeld bij een bacteriële secundaire impetiginisatie?

A

Gele pussende korsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de meest frequente veroorzaker van bacteriële en virale secundaire impetiginisatie?

A

Bacterieel: S. Aureus
Viraal: Herpes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe herken je virale secundaire impetiginisatie?

A

Kleine gaatjes, blaasjes die gelijk kapot gaan, aparte stipjes, uitgeponste ulcera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke groep komt atopisch eczeem het meest voor?

A

Kinderen < 5 jaar (85%)
Baby’s (60%)
Volwassenen (2-10%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is klinisch beeld van AE bij kinderen < 2 jaar?

A

AE op:
- strekzijde extremiteiten
- Wangen
Narcosekapje en luier regio vrij!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is klinisch beeld van AE bij kinderen > 2 jaar?

A

AE op:

  • Plooien
  • Hals, nek, gelaat
  • Lichenificaties: rimpel, vergroving huid, krabben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is klinisch beeld van AE bij volwassenen?

A

AE op:

  • Plooien
  • Hals, nek, gelaat
  • Handeczeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn andere typische kenmerken passend bij AE?

A
  • Oorlelscheurtje
  • Tepeleczeem
  • Keratosis pilaris
  • Denny morgan plooi
  • Hyperlineaire handpalmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van welke verstoringen in huidbarriere is sprake bij AE?

A
  1. Genetisch: filaggrine mutatie
  2. Externe factoren: krabben, verwarming, zeep, heet water
  3. Inflammatie
  4. Afwijkende vetstructuren en vorm corneocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken nummulair eczeem:

A
  • Scherp begrensd, muntvormig
  • Overal op lichaam
  • Alle leeftijden, mn kids
  • Kan samen met AE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken asteatotisch eczeem (eczema craquelatum):

A
  • Verminderde talgafscheiding
  • Droge huid met craquelé aspect
  • Overal op lichaam, mn benen
  • Oudere mensen
  • Vaak verkeerde huidverzorging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerken Seborrhoisch eczeem volwassenen:

A
  • Talgvloed: reactie overgroei gisten
  • Neusplooi, behaard hoofd, oksel, liezen, wenkbrauw
  • Gele, vettige schilfering
  • Vanaf puberteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kenmerken seborrhoisch eczeem zuigelingen:

A
  • In luierregio, plooien, behaard hoofd

- Gaat vanzelf weg, kan terugkomen in puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken van luiereczeem:

A
  • In luier regio, contactplaatsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken van intertrigineus eczeem:

A
  • Meestal volwassenen
  • Diepe plooien (borst, oksel, liezen)
  • Vaak overgewicht, slechte hygiene
  • Vaak nattend
17
Q

Kenmerken van hypostatisch eczeem:

A
  • Benen, met name spataderen

- Oedeem, vermoeide benen

18
Q

Kenmerken van ortoergisch (irritatief) contacteczeem:

A
  • Meestal volwassenen
  • Handen, occlusieve plekken
  • Craquele aspect
  • Natte beroepen, handen wassen
19
Q

Kenmerken van tylotisch eczeem (eczema hyperkeratoticum et rhagadiforme):

A
  • Dikke eelt, harde plaques, kloven
  • Handpalmen, voetzolen
  • Volwassenen
20
Q

Kenmerken van acrovesiculeus (dyshidrotisch) eczeem:

A
  • Handen, vingers, voeten
  • Blaasvorming
  • Kan bij AE, voetschimmel (ide reactie), contactallergie
21
Q

Kenmerken van contactallergie:

A
  • Alle leeftijden
  • Nikkel, parfum, schuim
  • Kan vrij scherp begrensd
22
Q

Kenmerken van scabiës (schurft):

A
  • Papels en pustels hand en voetzolen
  • Neonataal
  • Eczeembeelden kloppen niet!
23
Q

Kenmerken van Cubaan T cel lymfoom:

A
  • Oudere patient

- Voor eerst ontstaan, onbegrepen eczeem

24
Q

Uit welke stappen bestaat behandeling AE?

A
  1. Omgang met water
  2. Emolliens: gehele huid
  3. anti-ontsteking zalf: eczeemplekken
  4. Fototherapie
  5. Systeemtherapie
    Anti-histaminica gedurende gehele behandeling
25
Q

Wat zijn twee veelvoorkomende bijwerkingen van lokale corticosteroïden zalf?

A
  1. Striae

2. Dermatitis perioralis

26
Q

Bij welke klasse steroidzalven horen calcineurine remmers (tacrolimus, pimecrolimus)?

A

Klasse 1/2 (mild)

27
Q

Wanneer dien je prednison toe bij AE?

A

Als crisisinterventie, stootkuur

28
Q

Waarom geef je anti-histaminica liever niet onder leeftijd van 1 jaar?

A

Kans op wiegendood