Begrippen week 4 Flashcards

(22 cards)

1
Q

Nemo plus

A

niemand kan meer rechten overdragen dan dat hij zelf heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Occupatio (toe-eigening)

A

vorm van oorspronkelijke eigendomsverkrijging, door inbezitneming nemen van voorwerp dat geen eigenaar heeft (res nullius)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Res nullius

A

voorwerp zonder eigenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Thesaurus (schatvinding)

A

vinder en grondeigenaar beide voor de helft eigenaar van de schat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Accecio (natrekking)

A

door de wet, roerende zaak bindt zich zo vast aan andere roerende zaak, dat geen zelfstandig bestaan meer heeft maar een bestandsdeel vormt van de hoofdzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Commixtio (vermenging)

A

geschiedt door de wet, twee zaken zo in elkaar vermengd dat niet meer te scheiden zijn, eigenaren beide mede-eigenaar 5:15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Specificatio (zaakvorming)

A

5:16 verwerkt stof van ene zaak tot nieuwe zaak, eigenaar–> vraag of materiaal in zelfstandige vorm terug te brengen is. Ja= eigenaar materiaal. nee= eigenaar nieuwe zaak vorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Usucapio (verkrijgende verjaring)

A

originaire wijze van eigendomsverkrijging, krijgt na verloop van tijd eigendomsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

usucapio a domino

A

verjaring wegens vormfout: fout in leveringsvorm, bezit ipv eigendom ging over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

usucapio non a domino

A

verjaring wegens beschikkingsonbevoegdheid: ontvanger van zaak slechts bezitter, omdat de traden geen eigenaar was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vereisten verkrijgende verjaring romeinsrecht

A

res habilis fides possessio tempus.
1. Res habilis: zaak vatbaar voor privé- eigendom en dus verjaring
2. geldige titel: werkelijke titel moest aanwezig zijn
3. subjectieve goede trouw (dwaling)
4. bezit (possessio): onafgebroken
5. Tijdsduur (tempus): roerende 3 onroerende 10 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verkrijging algemene titel

A

3:80 alle goederen gaan over + verplichtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verkrijging in bijzondere titel

A

verkrijging van 1 bepaald goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

originaire verkrijging

A

verwerft nieuw recht (bijv. schatvinding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

derivatieve verkrijging

A

verwerft recht van rechtsvoorganger (bijv. overdracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

absoluut verlies

A

tenietgaan zoals afbranding

17
Q

relatief verlies

A

ander rechthebbende zoals overdracht

18
Q

numerus clauses

A

gesloten systeem van beperkte rechten 3:81 lid 1

19
Q

vereisten verkrijgende verjaring 3:99

A
  1. bezit van het goed
  2. bezitter te goeder trouw
  3. bepaalde tijdsverloop
  4. bezit dient onafgebroken te zijn
20
Q

vereisten bevrijdende verjaring 3:105

A
  1. bezit van het goed
  2. verjaring van rechtsvordering tot opeising van bezit –> 3;306
    - goede trouw geen vereiste
21
Q

occupatio 3:112

A

inbezitneming men neemt goed in bezit door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen3:113, eigendomsverkrijging —> 5:4

22
Q

natrekking roerende zaken 5:3 jo 5:14

A
  1. sprake van bestandsdeelvorming?
  2. welke zaak is hoofdzaak? 3:4