Chapter 1 Flashcards

1
Q

Pedagogiek

A

Heet ook wel opvoedkunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doelgroep

A

De groep waar je je in je werk op richt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kinderopvang

A

De kinderopvang biedt kinderen van 0-12 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onderwijs

A

Het onderwijs is één van de werkvelden van de pedagogisch medewerker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Organisaties voor opvoedings-en ontwikkelingsondersteuning

A

Ze bieden ondersteuning en richten zich op de opvoeding, begeleiding en behandeling van kinderen met gezinsproblemen of gedragsproblemen waardoor hun ontwikkeling gevaar wordt gebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Talent

A

Talent heb je als je iets goed kunt of zo veel geoefend dat je beter bent dan anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Veiligheid

A

Kinderen groeien en ontwikkelen zich het beste in een veilige omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Werkvelden

A

Zijn plekken waar je het beroep als pedagogisch werker kunt uitoefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeldfunctie

A

Betekend dat je het juiste voorbeeld geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly