cytokines Flashcards
(20 cards)
categorieën cytokines
- groeifactoren (proliferatie/maturatie)
- chemokinen
- overige cytokinen (activering/remming)
synergetisch
het effect van de factoren samen is (veel) groter dan de effecten van de losse factoren bij elkaar opgeteld
additief
factoren werken samen om een effect te verdubbelen
pleiotropie
één cytokine beïnvloedt meerdere celtypen en heeft uiteenlopende effecten. Er is één receptor betrokken
redundantie
cytokinen hebben overlappende functies
verschil tussen hormonen en cytokinen
hormonen worden door verschillende organen gemaakt en cytokinen door verschillende cellen
inhibitie
het effect dat factoren samen geven is een fractie van het effect dat de factoren afzonderlijk geven
lokale effecten pro-inflammatoire cytokinen
endotheelactivatie bij de vaatwand en activering leukocyten en lymfocyten
systemische effecten bij cytokinen
hogere concentratie -> ontstaan koorts, productie acute fase eiwitten door lever en aanmaak nieuwe bloedcellen in beenmerg
pathologische effecten cytokinen
door een té hoge concentratie -> afname hartminuutvolume, stollingsstoornissen en ontstaan insuline resistentie
soorten productiemechanismen
- aanwezig op membraan -> in circulatie door enzym-activatie
- aanwezig in vesikels -> in circulatie door degranulatie
- aanwezig in cytosol als pro-cytokine -> activatie inflammasoom
- de novo transcriptie na cel activatie
functie enzym TACE/ADAM-17
na stimulatie van macrofaag zorgt het voor het knippen van TNF-alfa waardoor di tactief wordt
wat leidt tot cytokine release syndrome of cytokine storm?
pro-inflammatoire prikkel (zoals infectie) waardoor ontsteking ontstaat, remmend effect ontstaat door anti-inflammatoire prikkel
wat is functie van IFN-gamma
monocyten stimuleren
effect van het loslaten van IFN-gamma op onrijpe monocyten
myeloïde suppressorcellen -> remmend effect op immuunsysteem
wat doet type I IFN respons
bij een infectie met virus wordt IFN-beta gemaakt -> activeert via IFNR de buurcellen en stimuleert IFN-alfa -> remmen virale replicatie, stimuleren NK-cellen en gevoeligheid voor NK-cellen
wat zijn de 4 typen chemokinen?
- C-chemokinen: 1 zwavelbrug tussen 2 cysteïne
- CC-chemokinen: 2 zwavelbruggen tussen cysteïne
- CXC-chemokinen: 2 zwavelbruggen met nog één aminozuur tussen de cysteïne
- CX3C-chemokinen: 2 zwavelbruggen met nog 3 aminozuren tussen de cysteïne
wat zijn de families van cytokinereceptoren?
- interleukine- en interferon receptor familie
- TNF-receptor familie: trimeer receptoren
- chemokine receptoren: 7-transmembraanreceptoren
voorbeelden T-lymfocyt gedreven ziekten
auto-immuunziekten: reumatoïde artritis, M. Crhohn, multiple sclerose (hersenen), colitius ulcerosa, psoriasis