DDDQ Flashcards

(8 cards)

1
Q

Hoe ziet de normale verwoording eruit voor een Feit type

A

FT1
De breedte van figuur 1 is 44 mm.
De breedte van figuur 2 is 45 mm.

FT2
De hoogte van figuur 1 is 50 mm.
De hoogte van figuur 2 is 45 mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet de andere verwoording eruit ?

A

De breedte van figuur 1 is 44 mm.
De hoogte van figuur 1 is 50 mm.
De breedte van figuur 2 is 45 mm.
De hoogte van figuur 2 is 45 mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ziet de analyse eruit voor de normale variant?

A

FT2
De hoogte van figuur 2 is 45 mm.
ET: Figuur att hoogte
MATCH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ziet de analyse eruit voor de andere variant?

A

FT1
De breedte van figuur 1 is 44 mm.
De hoogte van figuur 1 is 50 mm.
De breedte van figuur 2 is 45 mm.
De hoogte van figuur 2 is 45 mm.
ET FiguurDimensie att afmeting
ID: att dimensie + ET Figuur
ID: att figuurnr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voordeel van manier 1 (Originele manier)

A

Makkelijker qua uitwerking
Makkerlijker qua analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nadeel van manier 1 (Originele manier)

A

Niet flexibel.
Bij aanpassingen moeten ze bij jou terugkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voordeel van manier 2 (De andere manier)

A

Deze manier is flexibeler.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nadeel van manier 2 (De andere manier)

A

Kost meer tijd om te maken.
Weinig mogelijkheden voor constraints.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly