deel 1 part 1 Flashcards
(61 cards)
1
Q
the car
A
de auto
2
Q
the baby
A
de baby
3
Q
the bus
A
de bus
4
Q
the identity card
A
de identiteitskaart
5
Q
the boys
A
de jongen
6
Q
the coffe
A
de koffie
7
Q
the newspaper
A
de kranr
8
Q
the man
A
de man
9
Q
the milk
A
de melk
10
Q
the taxi
A
de taxi
11
Q
the tea
A
de thee
12
Q
the train
A
de trein
13
Q
the wife
A
de vrouw
14
Q
the whisky
A
de whisky
15
Q
the wine
A
de wijn
16
Q
the bier
A
het bier
17
Q
the book
A
het boek
18
Q
the fruit juice
A
het fruitsap
19
Q
the kid
A
het kind
20
Q
the girl
A
het meisje
21
Q
the plane
A
het vliegtuig
22
Q
the water
A
het water
23
Q
the colleague
A
de collega
24
Q
the ex coworker
A
de ex-collega
25
the proffessor
het professor
26
the street
de straat
27
the friend
de vriend
28
a little
het beetje
29
the netherlands
het nederlands
30
good
goed
31
interesting
interessant
32
here
hier
33
good -midday
goedemiddag
34
good morning
goedemorgen
35
good evening
goedenavond
36
good day
goededag
37
till later
tot ziens
38
the accountant
de accountant
39
the assistent
de assistent
40
the assistant female
de assistente
41
the brother
de broer
42
the economie
de economie
43
the companie
de firma
44
the housewife
de huisvrouw
45
the engineer
de ingenieur
46
the journalist
de journalist
47
the marketing manager
de marketingmanager
48
the mother
de moeder
49
the trip
de reis
50
the student
de student
51
the students
de studente
52
the univercity
de universiteit
53
the vader
de vader
54
dead
dood
55
born
geboren
56
divorced
gescheiden
57
married
getrouwd
58
nice
prettig
59
Also
ook
60
together
samen
61
sorry
excuseer
