Deel 4 Flashcards

(90 cards)

1
Q

acetazolamide

A

diuretica
koolzuuranhydrase inhibitor
bij openhoek gluacoom
alkalisatie van urine (zuren lossen beter op)
metabole alkalose tgv diureticagebruik bij iemand met zware hartdecompensatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hydrochloorthiazide

A

diuretica
thiaziden: blokkeren de elektroneutrale Na/Cl transporter in het distale kronkelbuisje

Eerste lijnsbehandeling hypertensie (GFR>30)
onderhoudsbehandeling congestief hartfalen
nefrolithiase tgv hypercalciurie
nefrogene (niet adh-gevoelige) diabetes insipidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

chloortalidon

A

diuretica
thiaziden: blokkeren de elektroneutrale Na/Cl transporter in het distale kronkelbuisje

Eerste lijnsbehandeling hypertensie (GFR>30)
onderhoudsbehandeling congestief hartfalen
nefrolithiase tgv hypercalciurie
nefrogene (niet adh-gevoelige) diabetes insipidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

indapamide

A

diuretica
thiaziden: blokkeren de elektroneutrale Na/Cl transporter in het distale kronkelbuisje

Eerste lijnsbehandeling hypertensie (GFR>30)
onderhoudsbehandeling congestief hartfalen
nefrolithiase tgv hypercalciurie
nefrogene (niet adh-gevoelige) diabetes insipidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Furosemide

A

diuretica
lisdiuretica: inhiberen de reabsorptie van NaCl in de dikke opstijgende tak van de lis van Henle. Inhiberen gekoppelde carrier Na/K/2Cl-.

bij hartfalen, acuut longoedeem (iv) 
bij nierziekten 
bij levercirrose 
bij hypercalciëmie 
bij hyperkaliëmie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bumetanide

A

diuretica
lisdiuretica: inhiberen de reabsorptie van NaCl in de dikke opstijgende tak van de lis van Henle. Inhiberen gekoppelde carrier Na/K/2Cl-.

bij hartfalen, acuut longoedeem (iv) 
bij nierziekten 
bij levercirrose 
bij hypercalciëmie 
bij hyperkaliëmie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

torasemide

A

diuretica
lisdiuretica: inhiberen de reabsorptie van NaCl in de dikke opstijgende tak van de lis van Henle. Inhiberen gekoppelde carrier Na/K/2Cl-.

bij hartfalen, acuut longoedeem (iv) 
bij nierziekten 
bij levercirrose 
bij hypercalciëmie 
bij hyperkaliëmie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spironolacton

A

diuretica
kaliumsparende diuretica
competitieve antagnist van aldosteron

bij overmaat mineralocorticoïden door primair hypersecretie of door secundair aldosteronisme
Bij hartfalen zou het in lage dosis effectief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

eplerenon

A

diuretica
kaliumsparende diuretica
verhindert de binding van aldosteron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

triamterene

A

diuretica
kaliumsparende diuretica
inhiberen rechtstreeks het Na-transport doorheen de Na-selectieve kanalen thv luminale membraan in het verzamelbuisje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

amiloride

A

diuretica
kaliumsparende diuretica
inhiberen rechtstreeks het Na-transport doorheen de Na-selectieve kanalen thv luminale membraan in het verzamelbuisje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mannitol

A

diuretica
osmotische diuretica: veroorzaakt water diurese

verminderen van intracraniële en intraoculaire druk
verhogen van urinevolume vb bij rhabdomyolyse of hemolyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

atenolol

A

beta-1-selectieve blokker

keuzeproducten bij hypertensieve patiënten met MI, ischemisch hartlijden of hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

metoprolol

A

beta-1-selectieve blokker

keuzeproducten bij hypertensieve patiënten met MI, ischemisch hartlijden of hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

acebutolol

A

beta-1-selectieve antagonist

keuzeproducten bij hypertensieve patiënten met MI, ischemisch hartlijden of hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

propanolol

A

niet selectieve beta-antagonist

keuzeproducten bij hypertensieve patiënten met MI, ischemisch hartlijden of hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

labetalol

A

beta-blokker met alfa-blokkerende activiteit

keuzeproducten bij hypertensieve patiënten met MI, ischemisch hartlijden of hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

captopril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

cilazapril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

enalapril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

fosinopril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

lisinopril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

perindopril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

quinapril

A
ACE-inhibitor
bij hypertensie 
bij chronisch hartfalen 
bij diabetes mellitus gunstig effect 
bij nierlijden ook gunstig effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
ramipril
``` ACE-inhibitor bij hypertensie bij chronisch hartfalen bij diabetes mellitus gunstig effect bij nierlijden ook gunstig effect ```
26
benazepril
``` ACE-inhibitor bij hypertensie bij chronisch hartfalen bij diabetes mellitus gunstig effect bij nierlijden ook gunstig effect ```
27
zofenopril
``` ACE-inhibitor bij hypertensie bij chronisch hartfalen bij diabetes mellitus gunstig effect bij nierlijden ook gunstig effect ```
28
losartan
sartanen angiotensine II receptoragonist bij hypertensie typisch gestart als ACE-inh een ondraaglijke kuchthoest geven
29
candesartan
sartanen angiotensine II receptoragonist bij hypertensie typisch gestart als ACE-inh een ondraaglijke kuchthoest geven
30
eprosartan
sartanen angiotensine II receptoragonist bij hypertensie typisch gestart als ACE-inh een ondraaglijke kuchthoest geven
31
irbesartan
sartanen angiotensine II receptoragonist bij hypertensie typisch gestart als ACE-inh een ondraaglijke kuchthoest geven
32
telmisartan
sartanen angiotensine II receptoragonist bij hypertensie typisch gestart als ACE-inh een ondraaglijke kuchthoest geven
33
valsartan
sartanen angiotensine II receptoragonist bij hypertensie typisch gestart als ACE-inh een ondraaglijke kuchthoest geven
34
verapamil
vasodilator calcium-kanaal-blokker (L,T) behandeling van supraventriculaire re-entry tachycardie en voorkamerflutter of -fibrillatie bij angor, hypertensie bij post MI als beta-blokkers zijn tegenaangewezen
35
nifedipine
``` vasodilator dihydropyridines (L), prototype ``` bij angor, hypertensie
36
felodipine
vasodilator | dihydropyridines (L)
37
amlodipine
vasodilator | dihydropyridines (L)
38
diltiazem
vasodilator calcium-kanaal-blokkers type (L,T) behandeling van supraventriculaire re-entry tachycardie en voorkamerflutter of -fibrillatie bij angor, hypertensie
39
nimodipine
vasodilator dihydropyridine relatief selectief voor cerebrale bloedvaten gebruikt na subarachnoïdale bloeding (inhibitie van het reactioneel vasospasme)
40
nitroprusside
vasodilator enkel IV dilateert arteriolen en venen door vrijzetting van NO onder continue monitoring vd bloeddruk behandeling van hypertensieve urgenties en acuurt hartfalen
41
diazoxide
vasodilator dilateert arteriolen bij hypertensieve crisissen enkel iv
42
clonidine
alfa-2-agonist | bij hypertensie
43
digitalis
positieve inotropica inhiberen Na/K atpasen bij atriale ritmestoornissen (VKflutter of fibrillatie) (gunstig door cardioselectieve PSZ effecten) bij hartfalen: verhoogt hartdebiet, wijzigt de elektrische functie vh hart en hebben ook effecten op gladde spier bij patiënten in sinusritme: gunstig effect op symptomen TDM, ook kalium bepalen
44
milrinon
fosfodiesteraseremmer enkel iv onder continue monitoring bij acuut hartfalen (om acute fase te overbruggen)
45
dopamine
beta agonist getitreerd iv gebruik onder continue monitoring bij hartfalen
46
dobutamine
beta agonist getitreerd iv gebruik onder continue monitoring een raciemisch mengsel dat beta 1 en 2 stimuleert (geen effect op D-R en de toename in nierperfusie is evenredig met de toename in hartdebiet) bij hartfalen enkel acute fase
47
Sacubitril
inhibitor van neprilysine | combinatie met valsartan wordt gebrukt bij chronisch hartfalen met verminderde ejectiefractie
48
nitroglycerine
organische nitraten, prototype | bij angor
49
isosorbide dinitraat
organische nitraten | bij angor
50
isosorbide mononitraat
organische nitraten | bij angor
51
sildenafil
fosfodiesterase type V inhibitor verhogen van de erectiele respons op seksuele stimulatie bij pulmonale hypertensie
52
tadalafil
fosfodiesterase type V inhibitor verhogen van de erectiele respons op seksuele stimulatie bij pulmonale hypertensie
53
vardenafil
fosfodiesterase type V inhibitor verhogen van de erectiele respons op seksuele stimulatie bij pulmonale hypertensie
54
clofibraat
hypolipemiërende farmaca fibraten verlaging van VLDL en verhoging HDL. Interactie met peroxisome proliferator actived receptors effectieve TG-verlagende farmaca. Niet eerstelijns bij hypercholestrolemie.
55
bezafibraat
hypolipemiërende farmaca fibraten verlaging van VLDL en verhoging HDL. Interactie met peroxisome proliferator actived receptors effectieve TG-verlagende farmaca. Niet eerstelijns bij hypercholestrolemie.
56
ciprofibraat
hypolipemiërende farmaca fibraten verlaging van VLDL en verhoging HDL. Interactie met peroxisome proliferator actived receptors effectieve TG-verlagende farmaca. Niet eerstelijns bij hypercholestrolemie.
57
fenofibraat
hypolipemiërende farmaca fibraten verlaging van VLDL en verhoging HDL. Interactie met peroxisome proliferator actived receptors effectieve TG-verlagende farmaca. Niet eerstelijns bij hypercholestrolemie.
58
colestyramine
hypolipemiërende farmaca anionenuitwisselaars (galzuurbindende harsen) basische polymeren die in de darm galzuren binden Aangewezen, na statines, bij behandeling van geïsoleerde LDL-stijgingen (heterozygote vorm van familiale hypercholestrolemie en de polygenische vorm) Combinatie van harsen met fibraten en vooral met statines versterkt het cholesterolverlagend effect ook bij behandeling van pruritis veroorzaakt door obstructie van de galwegen en bij diarree veroorzaakt door reabsorptiestoornissen van de galzuren (Crohn of iluemresectie)
59
colestipol
hypolipemiërende farmaca anionenuitwisselaars (galzuurbindende harsen) basische polymeren die in de darm galzuren binden Aangewezen, na statines, bij behandeling van geïsoleerde LDL-stijgingen (heterozygote vorm van familiale hypercholestrolemie en de polygenische vorm) Combinatie van harsen met fibraten en vooral met statines versterkt het cholesterolverlagend effect
60
simvastatine
statine reversibele, competitieve inhibitor van 3-hydroxy-3-methylglutaryl-coA reductase aangewezen bij behandeling van hypercholesterolemie combinatie met harsen verhoogt het cholesterolverlagend effect
61
pravastatine
statine reversibele, competitieve inhibitor van 3-hydroxy-3-methylglutaryl-coA reductase aangewezen bij behandeling van hypercholesterolemie combinatie met harsen verhoogt het cholesterolverlagend effect
62
fluvastatine
statine reversibele, competitieve inhibitor van 3-hydroxy-3-methylglutaryl-coA reductase aangewezen bij behandeling van hypercholesterolemie combinatie met harsen verhoogt het cholesterolverlagend effect
63
atorvastatine
statine reversibele, competitieve inhibitor van 3-hydroxy-3-methylglutaryl-coA reductase aangewezen bij behandeling van hypercholesterolemie combinatie met harsen verhoogt het cholesterolverlagend effect
64
rosuvastatine
statine reversibele, competitieve inhibitor van 3-hydroxy-3-methylglutaryl-coA reductase aangewezen bij behandeling van hypercholesterolemie combinatie met harsen verhoogt het cholesterolverlagend effect
65
nicotinezuur-acipimox
hypolipidemica vermindert productie van VLDL (en dus van IDL en LDL) door inhibitie van lipolyse in vetweefsel, minder esterificatie tot TG in lever en toegenomen activiteit van lipoproteïne lipase van de markt gehaald
66
ezetimibe
hypolipidemica inhiberen op selectieve manier de intestinale absorptie van cholesterol en plantsterolen bij onvoldoende effect van een statine wordt het eraan toegevoegd
67
alirocumab
PCSK9-inhibitor add on bij statines bij homozygote hyperlipidemie vanaf 12 jaar + statine of andere lipide-verlagende GM om LDL-C te verlagen zonder statine bij statine-intolerante patiënten
68
evolocumab
PCSK9-inhibitor add on bij statines bij homozygote hyperlipidemie vanaf 12 jaar + statine of andere lipide-verlagende GM om LDL-C te verlagen zonder statine bij statine-intolerante patiënten
69
Lomitapide
hypolipidemica MTP inhibitor niet op de markt in België
70
acenocoumarol
anticoagulantie vitamine K antagonist, coumarine po effect op bloedstolling wordt gemonitord via PT of INR preventie van thrombose bij mitraalstenose, langdurige VKF, kunstkleppen, recurrente diepe veneuze thrombose (veneuze thrombose) preventie van re-infarct (arteriele thrombose)
71
warfarine
anticoagulantie vitamine K antagonist, coumarine po effect op bloedstolling wordt gemonitord via PT of INR preventie van thrombose bij mitraalstenose, langdurige VKF, kunstkleppen, recurrente diepe veneuze thrombose (veneuze thrombose) preventie van re-infarct (arteriele thrombose)
72
fenprocoumon
anticoagulantie vitamine K antagonist, coumarine po effect op bloedstolling wordt gemonitord via PT of INR preventie van thrombose bij mitraalstenose, langdurige VKF, kunstkleppen, recurrente diepe veneuze thrombose (veneuze thrombose) preventie van re-infarct (arteriele thrombose)
73
apixaban
anticoagulantie DOAC directe selectieve orale factor 10a inhibitor primaire preventie van veneuze thrombo-embolie, thrombo-embolische preventie bij VKF, behandeling van diepe veneuze thrombose en secundaire preventie
74
edoxaban
anticoagulantie DOAC directe selectieve orale factor 10a inhibitor primaire preventie van veneuze thrombo-embolie, thrombo-embolische preventie bij VKF, behandeling van diepe veneuze thrombose en secundaire preventie
75
rivaroxaban
anticoagulantie DOAC directe selectieve orale factor 10a inhibitor primaire preventie van veneuze thrombo-embolie, thrombo-embolische preventie bij VKF, behandeling van diepe veneuze thrombose en secundaire preventie
76
dabigatran
anticoagulantie DOAC thrombine (factor 2a) inhibitor primaire preventie van veneuze thrombo-embolie, thrombo-embolische preventie bij VKF, behandeling van diepe veneuze thrombose en secundaire preventie
77
unfractionated heparine
``` injecteerbare anticoagulantia (iv, sc) zuur mucopolysaccharide, bestaat uit mengsel van verschillende MW (daardoor moeilijk voorspelbaar) ``` bindt aan antithrombine III waardoor thrombine-antithrombine binding wordt versneld: verminderde thrombinewerking (dus tragere omzetting tot fibrine) Geringer effect op factor 10 lage dosis sc: preventie van thrombose in postoperatieve patienten en geimmobiliseerde patiënten, preventie van murale thrombose na MI hoge dosis over een week of meer gevolgd door VKA's: preventie van uitbreiding van diepe thrombose en van ontstaan van longembolen
78
LMWH
``` injecteerbare anticoagulantia (sc) heparinefragmenten met MW tussen 4000 en 15000 ``` verhogen effect van antithrombine op factor 10a, maar niet op thrombine
79
fondaparinux
synthetisch pentasacchariden selectieve inhibitoren van factor 10a
80
aspirine
``` anti-aggregatie lage dosering (75-100 mg/dag): inhibeert vorming van TXA2 zonder de vorming van PGI2 belangrijk te beinvloeden ``` irreversibele inhibitie van COX. Thrombocyten zijn gevoeliger dan endotheelcellen. gebruik vooral ivm arteriele thrombose preventie van re-infarct (chronisch) preventie van MI of CVA bij risicopatiënten
81
ticlopidine
anti-aggregantia voorkomt binding van ADP aan de BPL-R P2Y12 en inhibeert zo de ADP-gemedieerde activatie van glycoproteïne GPIIb/IIIa complex preventie van MI of CVA bij risicopatiënten
82
clopidogrel
anti-aggregantia prodrug, CYP2C19 afhankelijk voorkomt binding van ADP aan de BPL-R P2Y12 en inhibeert zo de ADP-gemedieerde activatie van glycoproteïne GPIIb/IIIa complex preventie van MI of CVA bij risicopatiënten
83
prasugrel
anti-aggregantia voorkomt binding van ADP aan de BPL-R P2Y12 en inhibeert zo de ADP-gemedieerde activatie van glycoproteïne GPIIb/IIIa complex preventie van arteriële thrombo-embolische aandoening bij patiënten met acuut coronair syndroom (onstabiele angor, MI met of zonder ST-segmentstijging) die een percutane coronaire interventie ondergaan, in associatie met aspirine preventie van MI of CVA bij risicopatiënten
84
streptokinase
fibrinolytische stof 47 kDa proteïne dat een stabiel complex vormt met plasminogeen waardoor dit inactief wordt traag infuus niet meer op de markt in België
85
urokinase
fibrinolytische stof enzym initieel bereid uit menselijke urine, nu via recombinante DNA technologie zet plasminogeen direct om in plasmine traag infuus
86
t-PA
tissue plasminogeen activator
87
alteplase
recombinante tissue plasminogeen activator enzymatische activiteit wordt versterkt door aanwezigheid van fibrine. Ze werken vooral thv klonter. ongewijzigd t-PA
88
tenecteplase
recombinante tissue plasminogeen activator enzymatische activiteit wordt versterkt door aanwezigheid van fibrine. Ze werken vooral thv klonter. gewijzigde t-PA
89
tranexaminezuur
antifibrinolytica bij menorrhagiën of bep postoperatieve bloedingen p.o of traag iv
90
amiodarone
klasse III anti-aritmicum zeer lange halfwaardetijd gebruikt voor de controle van ventriculaire en supraventriculaire ritmestoornissen