Diagnose Flashcards

1
Q

Synoniem diagnose

A

Beeldvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is het belangrijk dat er een juiste diagnose wordt gesteld?

A

1) Om de juiste ondersteuning te kunnen voorzien.

2) Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de patient zijn mogelijkheden en beperking.
Kijken naar wat de omgeving biedt en eist.

3) Om POP te kunnen opstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pop

A

Persoonlijk ontwikkelingsplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doel van diagnose?

A

Een profiel creëren met sterke en zwakke punten. –> gekende en latente vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de 5 dimensies (diagnose)

A

1) Cognitie
2) adaptief gedrag
3) participatie, interactie, sociale rollen
4) de gezondheid (lichamelijk, sociaal en emotioneel)
5) De context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diagnose gebeurt door?

A
  • Multidisciplinair team

- De zorgvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 stappen handelingsgerichte diagnose

A

Stap 1: Vaststellen en classificeren van verstandelijke beperking door ervaren onderzoeker.
IQ < 70

Stap 2: Analyze functioneren persoon met beperking en zijn omgeving

1) Adaptief gedrag –> individueel testonderzoek en vragenlijsten
2) Participatie
3) gezondheid
4) Context

Stap 3: Opstellen POP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de 4 ondersteuningsniveaus

A

1) Onderbroken of episodische ondersteuning
2) Beperkte ondersteuning
3) Ondersteuning op ruimere schaal
4) Continue ondersteuning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Onderbroken of episodische ondersteuning:

A

Meer of minder intensief maar alleen wanneer die persoon het nodig heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beperkte ondersteuning

A

Op regelmatige basis (kan dagelijks) voor korte tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ondersteuning op ruimere schaal

A

Regelmatig (dagelijks) in bepaalde setting, er is geen tijdslimiet aan verbonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Continue ondersteuning

A

Constant met hoge intensiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly