Duits - toets 3 Flashcards

(44 cards)

1
Q

0 (schrijven + uitspraak)

A

null
noel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1 (schrijven + uitspraak)

A

eins
aain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 (schrijven + uitspraak)

A

zwei
tsvaai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 (schrijven + uitspraak)

A

drei
draai

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 (schrijven + uitspraak)

A

vier
fier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

5 (schrijven + uitspraak)

A

fünf
fuunf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6 (schrijven + uitspraak)

A

sechs
zeks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

7 (schrijven + uitspraak)

A

sieben
tsieben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

8 (schrijven + uitspraak)

A

acht
oucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

9 (schrijven + uitspraak)

A

neun
noin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

10 (schrijven + uitspraak)

A

zehn
tseen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

11 (schrijven + uitspraak)

A

elf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

12 (schrijven + uitspraak)

A

zwölf
tsveulf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

13 (schrijven + uitspraak)

A

dreizehn
draaitseen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

14 (schrijven + uitspraak)

A

vierzehn
fiertseen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

15 (schrijven + uitspraak)

A

fünfzehn
fuunftseen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

16 (schrijven + uitspraak)

A

sechzehn
zegtseen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

17 (schrijven + uitspraak)

A

siebzehn
tsiebtseen

19
Q

18 (schrijven + uitspraak)

A

achtzehn
achtseen

20
Q

19 (schrijven + uitspraak)

A

neunzehn
nointseen

21
Q

20 (schrijven + uitspraak)

A

zwanzig
twanztig

22
Q

21 (schrijven + uitspraak)

A

einundzwanzig
aainoendtwanztig

23
Q

22 (schrijven + uitspraak)

A

zweiundzwanzig
tsvaaiiendtwanztig

24
Q

23 (schrijven + uitspraak)

A

dreiundzwanzig
draaioendtwanzig

25
24 (schrijven + uitspraak)
vierundzwanzig fieroendtwanzig
26
25 (schrijven + uitspraak)
fünfundzwanzig fuunfoendtwanzig
27
26 (schrijven + uitspraak)
sechsundzwanzig zeksoendtwanzig
28
27 (schrijven + uitspraak)
siebenundzwanzig tsiebenoendtwanzig
29
28 (schrijven + uitspraak)
achtundzwanzig ouchtoendtwanzig
30
29 (schrijven + uitspraak)
neunundzwanzig noinoendtwanzig
31
30 (schrijven + uitspraak)
dreiẞig draaitsig
32
40 (schrijven + uitspraak)
vierzig fiertsig
33
50 (schrijven + uitspraak)
fünfzig fuunftsig
34
60 (schrijven + uitspraak)
sechzig zegtsig
35
70 (schrijven + uitspraak)
siebzig tsiebtsig
36
80 (schrijven + uitspraak)
achtzig ouchtsig
37
90 (schrijven + uitspraak)
neunzig nointsig
38
100 (schrijven + uitspraak)
hundert, einhundert hoendert
39
200 (schrijven + uitspraak)
zweihundert tsvaaihoendert
40
1000 (schrijven + uitspraak)
tausend, eintausend tousent
41
1001 (schrijven + uitspraak)
(ein)tausend(und)eins
42
2000 (schrijven + uitspraak)
zweitausend tsvaaitousent
43
1 000 000 (schrijven + uitspraak)
eine Million
44
2 000 000 (schrijven + uitspraak)
zwei Millionen