Eva 08.15 hete Flashcards
(135 cards)
1
Q
to acknowledge, to recognize / elismerni
A
erkennen (2)
2
Q
involvement
A
betrokkenheid
3
Q
explosion
A
ontploffing
4
Q
to blame, to accuse
A
beschuldigen (2)
5
Q
to admint, to confess (2)
A
toegeven, opbiechten (2)
6
Q
guilt, debt
A
schuld (2)
7
Q
to claim
A
claimen
8
Q
neither-nor
A
noch-noch
9
Q
it was a ukrainian attack
A
het ging om een Oekraïense aanval
10
Q
Philips boss leaves
A
Philips-baas vertrekt
11
Q
vote
A
stem
12
Q
the company suffered too much loss due to a recall
A
het bedrijf te veel verlies leed door een terugroepactie
13
Q
to forbid
A
verbieden
14
Q
opinion
A
mening
15
Q
erkennen (2)
A
to acknowledge, to recognize / elismerni
16
Q
betrokkenheid
A
involvement
17
Q
ontploffing
A
explosion
18
Q
beschuldigen (2)
A
to blame, to accuse
19
Q
toegeven, opbiechten (2)
A
to admint, to confess (2)
20
Q
schuld (2)
A
guilt, debt
21
Q
claimen
A
to claim
22
Q
noch-noch
A
neither-nor
23
Q
het ging om een Oekraïense aanval
A
it was a ukrainian attack
24
Q
Philips-baas vertrekt
A
Philips boss leaves
25
stem
vote
26
het bedrijf te veel verlies leed door een terugroepactie
the company suffered too much loss due to a recall
27
verbieden
to forbid
28
mening
opinion
29
to be missing, to lack
ontbreken
30
to draw
tekenen
31
pencil
potlood
32
selfish (2)
zelfzuchtig, egoïstisch
33
aimless, wantonly / céltalan, akaratlan
doelloos (2)
34
smalltalk
praten over koetjes en kalfjes
35
to study (2)
bestuderen, observeren
36
to gain experience
ervaringen opdoen
37
to organize
ordelen
38
to arrange for
regelen
39
placing order (2)
order plaatsen, bestellen
40
to rescue
redden
41
to save time
tijd besparen
42
to do tasks
taken doen
43
sheet, sheets
blad, bladen
44
leaf, leaves
blad, bladeren
45
safety net / biztonsági háló
vangnet
46
note (2)
notitie, aantekening
47
ételt előkészíteni
bereiden
48
to have a conversation
gesprekje voeren
49
to clean windows
ramen zemen
50
half
helft
51
to pay for
betalen voor
52
to spend on
besteden aan
53
to care of / gondoskodni vkiről, vmiről
zorgen voor
54
to worry about
zorgen om
55
to put in order
in orde brengen
56
tekenen
to draw
57
potlood
pencil
58
zelfzuchtig, egoïstisch
selfish (2)
59
doelloos (2)
aimless, wantonly / céltalan, akaratlan
60
praten over koetjes en kalfjes
smalltalk
61
bestuderen, observeren
to study (2)
62
ervaringen opdoen
to gain experience
63
ordelen
to organize
64
regelen
to arrange for
65
order plaatsen, bestellen
placing order (2)
66
redden
to rescue
67
tijd besparen
to save time
68
taken doen
to do tasks
69
blad, bladen
sheet, sheets
70
blad, bladeren
leaf, leaves
71
vangnet
safety net / biztonsági háló
72
notitie, aantekening
note (2)
73
bereiden
ételt előkészíteni
74
gesprekje voeren
to have a conversation
75
ramen zemen
to clean windows
76
helft
half
77
betalen voor
to pay for
78
besteden aan
to spend on
79
zorgen voor
to care of / gondoskodni vkiről, vmiről
80
zorgen om
to worry about
81
in orde brengen
to put in order
82
fiercely / hevesen
heftig
83
to explain
uitleggen
84
bűnbak
scapegoat
85
intense
fel
86
lightning fast / villámgyors
razendsnel
87
duvet
dekbed
88
to slip away / elszalad
ontglippen
89
suddenly (3)
ineens, opeens, plotseling
90
in riddles / találós kérdésekben
in raadsels
91
in despair / kétségbeesés
wanhopig
92
movement / mozgás
beweging
93
patience, forbearance (2)
geduld, verdraagzaamheid (2)
94
to waste
verdoen
95
sentence
strafeis
96
imprisonment / bebörtönzés
gevangenisstraf
97
to surprise (2)
verrassen, verbazen
98
magic trick
goocheltruc
99
revenge, vengeance
wraak
100
to pick up
oppakken
101
content
inhoud
102
minimal
miniem
103
to notify
brengen op de hoogte
104
comfortable
gerieflijk
105
to twinkle / kacsint (2)
twinkelen, fonkelen
106
shirt
hemd
107
to hold
vasthouden
108
to detain / őrizetbe venni
vasthouden
109
heftig
fiercely / hevesen
110
uitleggen
to explain
111
scapegoat
bűnbak
112
fel
intense
113
razendsnel
lightning fast / villámgyors
114
dekbed
duvet
115
ontglippen
to slip away / elszalad
116
ineens, opeens, plotseling
suddenly (3)
117
in raadsels
in riddles / találós kérdésekben
118
wanhopig
in despair / kétségbeesés
119
beweging
movement / mozgás
120
geduld, verdraagzaamheid (2)
patience, forbearance (2)
121
verdoen
to waste
122
strafeis
sentence
123
gevangenisstraf
imprisonment / bebörtönzés
124
verrassen
to surprise
125
goocheltruc
magic trick
126
wraak
revenge, vengeance
127
oppakken
to pick up
128
inhoud
content
129
miniem
minimal
130
brengen op de hoogte
to notify
131
gerieflijk
comfortable
132
twinkelen, fonkelen
to twinkle / kacsint (2)
133
hemd
shirt
134
vasthouden
to hold
135
vasthouden
to detain / őrizetbe venni
