Eva 11.21 hete 2 Flashcards
(124 cards)
1
Q
a smaller sailing area
A
een kleiner vaargebied
2
Q
to maintain
A
onderhouden
3
Q
sailing time
A
vaartijd
4
Q
to lose
A
verliezen
5
Q
destination
A
bestemming
6
Q
extensive
A
uitgebreid
7
Q
to continue, to go on
A
voortduren
8
Q
the more you switch between tasks
A
naarmate je meer tussen taken schakelt
9
Q
as you switch between tasks / ahogy vált a feladatok között
A
naarmate je tussen taken schakelt
10
Q
at the same time (2)
A
tegelijk, tegelijkertijd
11
Q
nowadays
A
tegenwoordig
12
Q
barely, scarcely, hardly
A
nauwelijks (3)
13
Q
able, capable
A
in staat (2)
14
Q
knowledge creation / tudásteremtés
A
kenniscreatie
15
Q
knowledge sharing / tudásmegosztás
A
kennisdeling
16
Q
to propagate / terjeszteni
A
propageren
17
Q
an indication for a teaching method / tanítási módszer jelzése
A
een aanduiding voor een onderwijsmethode
18
Q
to snap / elkap
A
snappen
19
Q
to get, to understand / megért
A
snappen (2)
20
Q
reversed = (meg)fordítva
A
andersom
21
Q
pointless, meaningless (2)
A
nietszeggend, zinloos (2)
22
Q
to satisfy / kielégíteni
A
bevredigen
23
Q
sufficient, adequate / kielégítő, elég (2)
A
voldoende, toereikend (2)
24
Q
tool
A
gereedschap
25
to cling to / ragaszkodik
vastklampen aan
26
objection / ellenvetés
bezwaar
27
objective / célkitűzés
doelstelling
28
adequate
adequaat
29
at the beginning
in het begin
30
hype / extra promóció
hype
31
so you cannot apply it in education
je kunt dus niet toepassen in het onderwijs
32
in the meantime, meanwhile / eközben (2)
in de tussentijd, ondertussen (2)
33
the current education
het huidige onderwijs
34
to emphasize
benadrukken
35
to reduce
verminderen
36
rather
liever
37
significance / jelentőség
betekenis
38
misconception / tévhit
misvatting
39
to dispel / eloszlat
verdrijven
40
straight
regelrecht
41
is based on (2)
is gestoeld op, is gebaseerd op
42
decent
degelijk
43
secondary education
het voortgezet onderwijs
44
to continue
voortzetten
45
entry requirement
toelatingseis
46
to excel / jeleskedik, túltesz (2)
excelleren, uitblinken
47
to flow through
doorstromen
48
you must have different qualities
je moet over verschillende kwaliteiten beschikken
49
to promote on
promoveren op
50
defensive
verdedigend
51
a wood processing company / fafeldolgozó cég
een houtverwerkend bedrijf
52
the control
de beheersing
53
appearance
uiterlijk
54
mediocre
matig
55
her command of English / angol nyelvtudását
haar beheersing van het Engels
56
file
bestand
57
to upload
uploaden
58
everywhere
overal
59
proposal, suggestion / javaslat
het voorstel (2)
60
barn
schuur
61
that bad habit / az a rossz szokás
die slechte gewoonte
62
insult
belediging
63
een kleiner vaargebied
a smaller sailing area
64
onderhouden
to maintain
65
vaartijd
sailing time
66
verliezen
to lose
67
bestemming
destination
68
uitgebreid
extensive
69
voortduren
to continue, to go on
70
naarmate je meer tussen taken schakelt
the more you switch between tasks
71
naarmate je tussen taken schakelt
as you switch between tasks / ahogy vált a feladatok között
72
tegelijk, tegelijkertijd
at the same time (2)
73
tegenwoordig
nowadays
74
nauwelijks (3)
barely, scarcely, hardly
75
in staat (2)
able, capable
76
kenniscreatie
knowledge creation / tudásteremtés
77
kennisdeling
knowledge sharing / tudásmegosztás
78
propageren
to propagate / terjeszteni
79
een aanduiding voor een onderwijsmethode
an indication for a teaching method / tanítási módszer jelzése
80
snappen
to snap / elkap
81
snappen (2)
to get, to understand / megért
82
andersom
reversed = (meg)fordítva
83
nietszeggend, zinloos (2)
pointless, meaningless (2)
84
bevredigen
to satisfy / kielégíteni
85
voldoende, toereikend (2)
sufficient, adequate / kielégítő, elég (2)
86
gereedschap
tool
87
vastklampen aan
to cling to / ragaszkodik
88
bezwaar
objection / ellenvetés
89
doelstelling
objective / célkitűzés
90
adequaat
adequate
91
in het begin
at the beginning
92
hype
hype / extra promóció
93
je kunt dus niet toepassen in het onderwijs
so you cannot apply it in education
94
in de tussentijd, ondertussen (2)
in the meantime, meanwhile / eközben (2)
95
het huidige onderwijs
the current education
96
benadrukken
to emphasize
97
verminderen
to reduce
98
liever
rather
99
betekenis
significance / jelentőség
100
misvatting
misconception / tévhit
101
verdrijven
to dispel / eloszlat
102
regelrecht
straight
103
is gestoeld op, is gebaseerd op
is based on (2)
104
degelijk
decent
105
het voortgezet onderwijs
secondary education
106
voortzetten
to continue
107
toelatingseis
entry requirement
108
excelleren, uitblinken
to excel / jeleskedik, túltesz (2)
109
doorstromen
to flow through
110
je moet over verschillende kwaliteiten beschikken
you must have different qualities
111
promoveren op
to promote on
112
verdedigend
defensive
113
een houtverwerkend bedrijf
a wood processing company / fafeldolgozó cég
114
de beheersing
the control
115
uiterlijk
appearance
116
matig
mediocre
117
haar beheersing van het Engels
her command of English / angol nyelvtudását
118
bestand
file
119
uploaden
to upload
120
overal
everywhere
121
het voorstel (2)
proposal, suggestion / javaslat
122
schuur
barn
123
die slechte gewoonte
that bad habit / az a rossz szokás
124
belediging
insult
