Eva 12.05 hete 5 Flashcards
1
Q
something focuses on fulfillment
A
iets richt zich op de vervulling
2
Q
fulfillment (2)
A
vervulling, uitvoering
3
Q
cycle
A
cyclus
4
Q
phase
A
fase
5
Q
stage
A
stadium
6
Q
usage
A
gebruik
7
Q
ecological assets / ökológiai javak
A
ecologische troeven
8
Q
assets
A
activa
9
Q
liabilities
A
passiva
10
Q
the raw material resources of the Earth
A
de grondstoffenbronnen van de aarde
11
Q
nature (2)
A
natuur, aard
12
Q
kind (2)
A
soort, aard
13
Q
logically
A
logisch
14
Q
to connect
A
aansluiten
15
Q
to joint / összeköt, összekapcsol
A
voegen
16
Q
to add
A
toevoegen
17
Q
to append / mellékel
A
toevoegen
18
Q
to enclose / mellékel
A
insluiten
19
Q
owner
A
eigenaar
20
Q
possessor
A
bezitter
21
Q
the user judges him on the performance
A
de gebruiker rekent hem af op de prestatie
22
Q
to judge
A
beoordelen
23
Q
to transfer
A
overdragen
24
Q
to take over / átvenni
A
overnemen
25
to avail oneself of / igénybe vesz
gebruik maken van
26
in the white tiled room / a fehér csempézett szobában
in de wit betegelde ruimte
27
primal cry / elsődleges kiáltás
oerkreet
28
thud / puffanás
plof
29
to echo (2)
echoën, nagalmen
30
weight
gewicht
31
dumbbell / súlyzó
halter
32
equipped / felszerelt
ingericht
33
tennis tournament
tennistoernooi
34
floor
etage
35
trouble
ellende
36
headphones
koptelefoon
37
sound, noise (2)
geluid, lawaai (2)
38
cry
kreet
39
a stiff back / a merev hát
een stramme rug
40
report
verslag
41
damn annoying
verdomme irritant
42
convenience, ease
gemak (2)
43
a crime scene
een plaats delict
44
the linguistic skills / a nyelvi készségek
de taalkundige vaardigheden
45
adjutant / szárnysegéd
adjudant
46
two flat tires
twee lekke banden
47
nap
tukje
48
contractor / vállalkozó
aannemer
49
to recommend, to advise
aanraden (2)
50
to call (2)
noemen op, beroepen op
51
right to remain silent
zwijgrecht
52
gunpowder traces / puskapor nyomai
kruitsporen
53
judgement
oordelen
54
effort
inspanning
55
to rush in, to storm in
binnenstormen (2)
56
interrogation
verhoor
57
waste of time
tijdverspilling
58
proof (2)
bewijs, proef
59
prickly / tüskés
pinnig
60
stingy / fukar
gierig
61
zeal / buzgóság
ijver
62
diligence / szorgalom
zorgvuldigheid
63
casually / alkalomszerűen
terloops
64
to investigate
uitzoeken
65
iets richt zich op de vervulling
something focuses on fulfillment
66
vervulling, uitvoering
fulfillment (2)
67
cyclus
cycle
68
fase
phase
69
stadium
stage
70
gebruik
usage
71
ecologische troeven
ecological assets / ökológiai javak
72
activa
assets
73
passiva
liabilities
74
de grondstoffenbronnen van de aarde
the raw material resources of the Earth
75
natuur, aard
nature (2)
76
soort, aard
kind (2)
77
logisch
logically
78
aansluiten
to connect
79
voegen
to joint / összeköt, összekapcsol
80
toevoegen
to add
81
toevoegen
to append / mellékel
82
insluiten
to enclose / mellékel
83
eigenaar
owner
84
bezitter
possessor
85
de gebruiker rekent hem af op de prestatie
the user judges him on the performance
86
beoordelen
to judge
87
overdragen
to transfer
88
overnemen
to take over / átvenni
89
gebruik maken van
to avail oneself of / igénybe vesz
90
in de wit betegelde ruimte
in the white tiled room / a fehér csempézett szobában
91
oerkreet
primal cry / elsődleges kiáltás
92
plof
thud / puffanás
93
echoën, nagalmen
to echo (2)
94
gewicht
weight
95
halter
dumbbell / súlyzó
96
ingericht
equipped / felszerelt
97
tennistoernooi
tennis tournament
98
etage
floor
99
ellende
trouble
100
koptelefoon
headphones
101
geluid, lawaai (2)
sound, noise (2)
102
kreet
cry
103
een stramme rug
a stiff back / a merev hát
104
verslag
report
105
verdomde irritant
damn annoying
106
gemak (2)
convenience, ease
107
een plaats delict
a crime scene
108
de taalkundige vaardigheden
the linguistic skills / a nyelvi készségek
109
adjudant
adjutant / szárnysegéd
110
twee lekke banden
two flat tires
111
tukje
nap
112
aannemer
contractor / vállalkozó
113
aanraden (2)
to recommend, to advise
114
noemen op, beroepen op
to call (2)
115
zwijgrecht
right to remain silent
116
kruitsporen
gunpowder traces / puskapor nyomai
117
oordelen
judgement
118
inspanning
effort
119
binnenstormen (2)
to rush in, to storm in
120
verhoor
interrogation
121
tijdverspilling
waste of time
122
bewijs, proef
proof (2)
123
pinnig
prickly / tüskés
124
gierig
stingy / fukar
125
ijver
zeal / buzgóság
126
zorgvuldigheid
diligence / szorgalom
127
terloops
casually / alkalomszerűen
128
uitzoeken
to investigate
