GK 4.6 Flashcards

1
Q

Anatomie - de belangrijkste hersendelen

A

1) Cerebrum = grote hersenen
2) Cerebellum = kleine hersenen
3) Tussenhersenen
0 Thalamus -> schakel- en verwerkingscentrum van sensorische info
0 Hypothalamus/hypofyse -> betrokken bij emotie, autonome functies en hormoonproductie.

4) Hersenstam
0 Middenhersenen -> info ogen en oren
0 pons -> verbindt het cerebellum met hersenstam
0 Medulla oblongata (verlengde merg) -> centra voor ademhalen, braken, temperatuur. + sensorische en motorische banen geleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anatomie - hersenventrikels

A

4 compartimenten -> allemaal verbonden met elkaar via kanaaltjes en het ruggenmerg.
- bevat cerebrospinale vloeistof (CSF liquor)

Functies CSF:
> Nodig voor stevigheid geven aan brein -> druk gelijkmatig verdeeld door het vocht
> Schokbrekers
> Transport:
§ Voedingsstoffen, hormonen, afval

> Elke 8uur totale CSF vervangen
§ Er is permanent aanmaak, transport en afbraak van liquor (door haarvaatjes in ventrikels)
§ Totaal elke dag 500 ml aangemaakt -> maar hersenen bevatten maar 150 ml.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cerebrum - grote hersenen -> CORTEX (schors)

A

□ Bewustwording van sensorische input
· Komen aan in de primaire somatosensorische cortex
· Alle sensorische impulsen komen aan in somatosensorische cortex

□ Betekenis geven aan die sensorische input door centra op de cortex
· Associatiegebieden; interpretatie ingewikkelde sensorische info (vb. mug op arm)

□ Stuurt motorische acties terug (indien nodig) -> via primaire motorische cortex
· Bewuste aansturing vd spieren
· (visceromotorische aansturing gaat via hersenstam = autonome zenuwstelsel)

□ Intergratiecentra -> complexe taken uitvoeren
· Spraak, schrijven, wiskunde ruimtelijke relaties
· Ontvangen informatie uit de associatiegebieden
Vaak eenzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Je voelt met hand dat iets koud is:

A

1) Je voelt met hand dat iets koud is -> huidzenuw voelt die kou
2) Gaat impuls vanaf huidzenuw via sensorische zenuwbanen naar ruggenmerg
3) Via ruggenmerg naar boven -> door verlengde merg -> komt aan bij thalamus
4) Thalamus beoordeelt of er iets gedaan moet worden met deze impuls –> ‘ja’
5) Sensorische impuls gaat door -> komt aan op primaire somatosensorische cortex (groene strook)
6) Groene strook heeft allemaal kleine gebiedjes die gekoppeld zijn aan bepaalde lichaamsdelen.
7) Actie teruggedaan via primaire motorische cortex (bijv. hand wegtrekken, mug op arm slaan)

Op het moment dat een impuls aankomt in je cortex -> dan ben je je er bewust van => krijg je bewuste actie.
Autonome zenuwstelsel -> onbewuste reactie (ademhaling, bloeddruk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Belang cortex

A

Cortex is van belang om je bewust te worden van prikkels en hier waarde aan te hangen om er uiteindelijk actie op te ondernemen.

Laat ook veel prikkels niet door -> word je gek; kleding op je huid etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anatomie ruggenmerg

A
31 segmenten:
○ Cervicaal (8)
○ Thoracaal (12)
○ Lumbaal (5)
○ Sacraal (5) 

Grijze stof = neuronen
witte stof = myeline

Sensorische impulsen komen via de achterzijde het ruggenmerg binnen (via rugzijde) -> en gaan dan omhoog

Motorische impulsen komen via voorzijde/buikzijde het ruggenmerg binnen -> naar skeletspieren, organen, klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar komen sensorische impulsen binnen?

A

Sensorische impulsen komen via de achterzijde het ruggenmerg binnen (via rugzijde) -> en gaan dan omhoog

ACHTERZIJDE - VIA RUGZIJDE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar komen motorische impulsen binnen?

A

Motorische impulsen komen via voorzijde/buikzijde het ruggenmerg binnen -> naar skeletspieren, organen, klieren

VOORZIJDE -> VIA BUIKKANT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sensorische banen

A

Sensorische banen gaan van het lichaam naar het CZS -> = afferent, stijgend.
} Sensorische neuron vervoert info, bijv. aanraking, koude etc.

} Info gaat de dorsale (rugzijde) wortel het ruggenmerg binnen

} Sensorische neuronen kruizen in de hersenstam (medulla)
◊ De banen kruizen hier: rechts wordt links en andersom
◊ Stel je voelt koude op rechterhand -> komt het linker hersenhelft binnen.

} De thalamus beslist of de info naar de cortex moet
Bij de cortex komt de info aan volgens de homunculus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Motorische banen

A

Motorische banen gaan van het CZS naar het lichaam -> efferent, dalend.
Corticospinale baan of piramidebaan -> stuurt skeletspieren aan (bewust)

Corticospinale baan of piramidebaan:
} Motor cortex wil actie uitvoeren (volgens homunculus)
} Motorische neuronen kruizen in de hersenstam (medulla)
} Motorische neuronen gaan door het ruggenmerg
} Via ventrale (buikzijde) wortel gaan motorische neuronen het lichaam in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ONTHOUDEN

A

Sensorische én motorische banen kruizen in de verlengde merg / hersenstam

} Linker lichaamshelft wordt aangestuurd door rechterhersenhelft.
} Rechter lichaamshelft wordt aangestuurd door linkerhersenhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Schakelneuronen (interneuronen) -> zorgt ook voor:

A

Reflexen
= Automatische (zonder nadenken) motorische reactie op sensorische prikkel.
-> cortex is niet betrokken bij een reflex -> gebeurt onbewust.

Functie = jezelf redden

Monosynaptisch -> sensorisch gelijk gekoppeld aan motorisch, d.m.v. schakelcel = snel!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zorgt voor reflexen?

A

Schakelneuronen (interneuronen)

cortex niet betrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly