Groeten

Question 1

Hoe gaat het met je?

Answer 1

Hujambo?

Question 2

Met mij gaat het goed

Answer 2

Sijambo

Question 3

Hoe gaat het met hem/haar? (met hem/haar gaat het goed)

Answer 3

Hajambo

Question 4

Hoe gaat het met jullie?

Answer 4

Hamjambo?

Question 5

Met ons gaat het goed

Answer 5

Hatujambo

Question 6

Hoe gaat het met hen? (met hen gaat het goed)

Answer 6

Hawajambo

Question 7

Volk

Answer 7

Hodi

Question 8

Welkom (tegen één persoon)

Answer 8

Karibu

Question 9

Welkom (tegen meerdere personen)

Answer 9

Karibuni

Question 10

Beleefde groet (ouder persoon, U)

Answer 10

Shikamoo

Question 11

Antwoord op Shikamoo

Answer 11

Marahaba

Question 12

Goed

Answer 12

Nzuri/Njema/Safi(schoon)/Salama(vredig)

Question 13

Wat is het nieuws, hoe is het nieuws?

Answer 13

Habari gani?

Question 14

Hoe is jouw nieuws?

Answer 14

Habari yako?

Question 15

Hoe is het nieuws van … ?

Answer 15

Habari za …?

Question 16

Hoe is je/jullie gezondheid?

Answer 16

u/m hali gani?

Question 17

Goed, gezond (ev/mv)

Answer 17

Mzima/wazima

Question 18

Alles kits?

Answer 18

Mambo (vipi)?

Question 19

Cool/chill!

Answer 19

Poa

Question 20

Dag, tot ziens (tegen één persoon)

Answer 20

Kwaheri

Question 21

Dag, tot ziens (tegen meerdere personen)

Answer 21

Kwaherini

Question 22

Tot ziens

Answer 22

Tutaonana

Question 23

Slechts, enkel

Answer 23

Tu

Question 24

Moeder, mevrouw

Answer 24

Mama

Question 25

Vader

Answer 25

Baba

Question 26

Echtgenote

Answer 26

Mke

Question 27

Echtgenoot

Answer 27

Mume

Question 28

Oma, mevrouw

Answer 28

Bibi

Question 29

Opa

Answer 29

Babu

Question 30

Meneer

Answer 30

Bwana

Question 31

Oudere persoon

Answer 31

Mzee

Question 32

Oudere dame

Answer 32

Bibi kizee

Question 33

Zus (oudere)

Answer 33

Dada

Question 34

Broer (oudere)

Answer 34

Kaka

Question 35

Broer/zus (jongere)

Answer 35

Mdogo