H1 Begrippen Flashcards

(39 cards)

1
Q

synthetische elementen

A

elementen die niet in de natuur voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

isotopen

A

atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een ander massagetal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

atoomnummer

A

getal dat hoort bij een atoom en dat overeenkomt met het aantal protonen in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

relatieve molecuulmassa Mr

A

gelijk aan de som van de relatieve atoommassa’s van de atomen waaruit het molecuul is opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

atomaire massa-eenheid u

A

massa-eenheid waarin de massa van atomen wordt uitgedrukt; gedefinieerd als 1 / 12 van de massa van een C-12 atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aardalkalimetalen

A

metalen uit groep 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

massagetal

A

som van aantal protonen en neutronen in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meetwaarde

A

een waarde van een grootheid die wordt bepaald met behulp van een experiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

neutronen

A

ongeladen deeltjes in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wetenschappelijke notatie

A

methode waarop een heel groot of een heel klein getal verkort wordt weergegeven met behulp van een tiende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

molverhouding

A

is gelijk aan de molecuulverhouding uit een reactievergelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eenheid

A

een grootheid wordt uitgedrukt in een eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

edelgasconfiguratie

A

elektronenconfiguratie van edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

parts per million (ppm)

A

methode om een gedeelte van een totaal weer te geven, waarbij het totaal overeenkomt met 10^6 ppm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

elektronenschillen

A

vaste banen om de atoomkern waarin elektronen zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

telwaarde

A

een natuurlijk geheel getal

17
Q

halogenen

A

elementen uit groep 17

18
Q

elektronenconfiguratie

A

verdeling van elektronen over de schillen

19
Q

chemische hoeveelheid (hoeveelheid stof n)

A

grootheid waarin het aantal atomen en moleculen wordt uitgedrukt

20
Q

alkalimetalen

A

metalen uit groep 1

21
Q

edelgassen

A

elementen uit groep 18 uit het periodiek systeem der elementen

22
Q

ondermaat

A

beginstof die als eerste op is bij een reactie

23
Q

hoeveelheid stof n (chemische hoeveelheid)

A

grootheid waarin het aantal atomen en moleculen wordt uitgedrukt

24
Q

elektronen

A

negatief geladen deeltjes die in banen in de elektronenwolk om de atoomkern bewegen

25
grootheid
variabele die meetbaar is
26
metalen
grootste groep van elementen uit het periodiek systeem: op kwik na zijn alle metalen vast bij kamertemperatuur
27
molaire massa M
massa van 1 mol van een stof
28
niet-metalen
groep elementen uit het periodiek systeem, vaak gasvormig bij kamertemperatuur; ze staan, op waterstof na, rechts in het periodiek systeem
29
overmaat
beginstof die overblijft na de reactie
30
valentie-elektronen
aantal elektronen in de buitenste schil, die de eigenschappen van een atoomsoort bepalen, zoals de reactiviteit
31
mol
eenheid waarin de hoeveelheid stof wordt uitgesdrukt
32
dichtheid p
massa per volume stof
33
constante van Avogadro Na
het getal 6,02 x 10^23 geeft het aantal deeltjes in mol weer
34
percentage
methode om een gedeelte van een totaal weer te geven, waarbij het totaal overeenkomst met 100%
35
relatieve atoommassa A
gewogen gemiddelde van atoommassa's van de verschillende isotopen van een atoomsoort
36
perioden
volgorde van elementen in het periodiek systeem der elementen met toenemend atoomnummer van links naar rechts, met andere woorden: een rij; deze komt overeen met een elektronenschil
37
groepen
volgorde van elementen in het periodiek systeem der elementen met vergelijkbare eigenschappen van boven naar beneden, met andere woorden: een kolom
38
parts per billion (ppb)
methode om een gedeelte van een totaal weer te geven, waarbij het totaal overeenkomt met 10^9 ppb
39
protonen
positief geladen deeltjes in de atoomkern