H1 deel 1 Flashcards
Deel 1 (10 cards)
CRISPR
is een knip- en plaktechniek die gebruikt wordt om nuttig DNA in te brengen in origineel DNA.
Hoe werkt CRISPR?
Stap 1: Je knipt gen A weg en isoleert gen B.
Stap 2: Je camoufleert de uiteinden van gen B zodat het DNA ze herkent alsof het Gen A is.
Stap 3: We plaatsen gen B op de plaats van gen A.
Genotype
is de genetische informatie zoals ze in de chromosomen te vinden is.
Fenotype
Is het geheel van waarneembare kenmerken van een individu.
Nature (DNA)
eigenschappen zijn bepaald door genetische code.
Nurture (omgeving)
eigenschappen zijn bepaald door de omgeving.
Mutaties of genotypische veranderingen
zijn onomkeerbare wijzigingen in het DNA.
- erfelijke mutaties
- andere mutaties onder invloed van specifieke omgevingsfactoren.
Modificaties of fenotypische veranderingen
zijn omkeerbare wijzigingen van het fenotype onder invloed van de omgeving.
Omgevingsfactoren
kunnen genotypische maar ook fenotypische veranderingen veroorzaken.
Biotechnologie
is de studie en het gebruik van levende organismen om hun DNA aan te passen voor specifieke toepassingen.