H1 en 2 Flashcards

(17 cards)

1
Q

wat is een werkmap?

A

een werkmap is het bestand dat je opent of opslaat in het rekenblad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een werkbald

A

een werkmap is opgedeeld in werkbladen. Je kunt de werkbladen een naam geven, ze verwijderen of nog een toevoegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een bereik?

A

een bereik is het geheel van geselecteerde cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aansluitende cellen

A

eerste cel
dubbelpunt
laatste cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

niet-aansluitende cellen

A

eerste cel
puntkomma
tweede cel
puntkomma
derde cel
puntkomma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een cel?

A

de combinatie van een rij en een kolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

standaard

A

dit staat standaard ingesteld in een rekenblad. Deze cellen hebben geen specifieke getalnotatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

getal

A

deze optie geeft het cijfer dat je invoerde weer als weer als getal zodat je ermee kunt rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

valuta

A

deze optie wordt gebruikt om een geldwaarde aan te duiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

datum

A

deze optie dient om een datumwaarde te geven aan een getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

percentage

A

de celwaarde wordt nu met 100 vermenigvuldigd en wordt weergegeven met een procentteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

tekst

A

alle tekens worden aanzien als tekst, ook al zijn het getallen. Je kunt dan niet met deze getallen rekenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

verschil formule en functie

A

functie start met = , daarna de funtienaam die verwijst naar de bewerking die uitgevoerd wordt, gevolgt door een bereik.
formule start met =, gevolgt door celadressen waarmee er berekent wordt. Ze bevatten een bewerkingsteken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

operator: optellen

A

+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

operator: aftrekken

A

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

operator: vermenigvuldigen

17
Q

operator: delen