H5 Voedselpathogenen. Flashcards

(46 cards)

1
Q

Niet-bacteriële oorzaken

A

Mycotoxinen
Fycotoxinen
Fytotoxinen
Virussen
Parasieten
Biogene aminen
BSE Bovine Spongiforme Encephalopathie
Chemische voedselvergiftiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mycotoxinen? (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Door schimmels gevormde metabolieten die giftig zijn voor mens & dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fycotoxinen (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Door algen gevormde metabolieten die giftig zijn voor mens & dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fytotoxinen (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Van nature in planten voorkomende verbindingen die toxisch zijn en/of een ongunstig effect hebben op de biologische beschikbaarheid van nutriënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Virussen? (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Door voedsel overgedragen.
Verantwoordelijk voor gastro-enteritis
Goed bestand tegen ongunstige invloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 types virussen in LVM (Niet-bacteriele oorzaken)

A

-Hepatitis A
-Norovirus (zorgt voor gastro-enteritis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Parasieten (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Infecties via LVM die parasieten of stadia van hun levenscycli bevatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meerdere transmissie routes van parasieten

A

-via dierlijke oorsprong
-via fecaal verontreinigd voedsel
-via verontreinigd water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Biogene Aminen (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Verbinding die biologische activiteit begonnen.
Vergiftigingsverschijnselen mogelijk
Vooral in eiwitrijk voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BSE (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Gekke koeienziekte
Infectieus eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chemische voedselvergiftiging (Niet-bacteriele oorzaken)

A

Toxische metalen
Resten van schoonmaakmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voedselintoxicanten

A

Staphylococcus aureus
Bacillus cereus
Clostridium perfringens
Clostridium botulinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Staphylococcus aureus (Voedselintoxicanten)

A

Familie: Micrococcaceae

Staphylococcus aureus zit in 20 tot 30 procent van de gevallen op de huid van mens en dier en op de slijmvliezen, zoals de neusholte, zonder voor ziekte te zorgen. Als de bacterie door de huid heen het lichaam binnendringt kan deze huidinfecties en wondinfectie veroorzaken (ook na operaties), maar ook urineweginfecties, longontsteking en bij koeien uierontsteking.

De identificatie van Staphylococcus aureus gebeurt via een coagulasetest,

Meerdere soorten enterotoxinen
-enkel groei bij gunstige T & pH
-thermostabiel
-vnl in eiwitrijke voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bacillus cereus (Voedselintoxicanten)

A

Familie: Bacillaceae

2 toxinen
-thermostabiele exotoxine (loempiabacterie) -> intoxicatie
-thermostabiele enterotoxine -> infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Clostridium perfringens (Voedselintoxicanten)

A

Familie: Clostridiaceae

Productie van enterotoxines

Vooral in rauw vlees, soep, saus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Clostridium botulinum (Voedselintoxicanten)

A

Vormen neurotoxinen: gevolg:
-botulisme
-infantiel botulisme

Vooral in vis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Enterotoxines

A

een stof die schadelijk is voor uw spijsverteringsstelsel
De enterotoxine komt in uw maag en darmen terecht als u besmet voedsel of water eet. Het kan ook worden geproduceerd door bacteriën in de darmen. Dit veroorzaakt symptomen zoals krampen, misselijkheid, braken of diarree.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Shigella spp. (Voedselinfectanten)

Familie
Belangrijkste soort
Oorzaak
Diagnose

A

Familie: Enterobacteriaceae
Belangrijkste soort: Shigella dysenteriae (enkel bij de mens)
Oorzaak:
-ontwikkelingslanden
-VM: garnalen, melk, salades
Diagnose: routine coprocultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Andere voedselinfectanten

A

Yersinia enterocolitica
Pathogene vibrio’s
Cronobacter sakazakii
Shigella spp.

20
Q

The Big four in voedselinfecties

A

Listeria monocytogenes
Salmonella spp.
Campylobacter jejuni
E.coli

21
Q

Cronobacter sakazakii (Voedselinfectanten)

Familie
Gevolgen

A

Familie: Enterobacteriaceae
Gevolgen: neonatale sepsis of meningitis
Lage incidentie, hoge mortaliteit, risico bij melkpoeder in water op kamertemperatuur

22
Q

Pathogene vibrio’s (Voedselinfectanten)

Kenmerken
Oorzaak
Opsporing

Gevolgen

A

Kenmerken
-facultatief anaeroob
-gram negatief
-zouttolerant
-mariene bacteriën
Oorzaak: alle soorten zeevis, schelp en schaaldieren
Opsporing via PCR

Maagdarm klachten

23
Q

Yersinia enterocolitica (Voedselinfectanten)

Familie
Belangrijkste vertegenwoordigers
Oorzaak
Diagnose

A

Familie: Enterobacteriaceae
Belangrijkste vertegenwoordigers
-Yersinia pestis (gevolg builenpest)
-Yersinia enterocolitica (gevolg: Yersiniose)
Oorzaak: besmet varkensvlees
Diagnose: routine coprocultuur

24
Q

EHEC

A

Enterohemorrhagische E. coli

25
STEC Oorzaak Diagnose Gevolg
Shiga-like-toxin-producing E coli Oorzaak: rauw of onvoldoende verhit rundsvlees Diagnose: niet opgenomen in routine coproculturen Gevolg: HUS
26
HUS Oorzaak Gevolgen Symptomen
Hemolytisch Uremisch syndroom Oorzaak: EHEC/STEC Gevolgen -hemolytische anemie -acuut nierfalen -trombocytopenie Symptomen -bloedige diaree -buikpijn -koorts -lethargie
27
Enterobacteriaceae Algemene kenmerken (8)
Gram-negatief Oxidase negatief Bacil Facultatief anaeroob (Vaak) Mesofiel Gedood door pasteurisatie (Vaak) Flagellen Vorming van biofilms
28
PFGE
Uitbraakonderzoek Pulsed field gel elektroferose Pulsed-field gel electrophoresis (PFGE) is een veelgebruikte methode om DNA-fragmenten van meerdere miljoenen basen te scheiden. Dit gebeurt door de gel bloot te stellen aan een elektrische stroom die afwisselend vanuit twee hoeken en met tussenpozen wordt toegevoerd. Hierdoor wordt de diffusie van grote moleculen tot een minimum beperkt. Via whole genome sequencing
29
Zuigelingenbotulisme
Na inname van de sporen is ontkieming en uitgroei in de darm mogelijk waarbij toxinen kunnen ontstaan
30
Toxico-Infectie
Een combinatie van een infectie en een intoxicatie. Er worden levende cellen ingenomen via de voeding. Deze cellen groeien in de darm uit waarbij toxinen gevormd worden.
31
YOPI
Young Old Pregnant Immunocompromised
32
Virulentie
Virulentie is een maat voor de hoeveelheid schade die een micro-organisme in zijn gastheer aanricht. Het is een kwantitatief begrip voor de mate van pathogeniteit en kan worden beschreven als ziekmakend vermogen
33
Pathogeniteit
Een pathogeen, ook ziektekiem genoemd, is een ziekteverwekker van biologische oorsprong. Een ziektekiem en een ziekteverwekker en meer specifiek een micro-organisme of biologisch deeltje, dat een infectieziekte kan veroorzaken, zijn pathogeen, worden in de medische microbiologie bestudeerd en kunnen op grond van de mate waarin zij pathogeen zijn worden ingedeeld.
34
Pathogeniteit
Een pathogeen, ook ziektekiem genoemd, is een ziekteverwekker van biologische oorsprong. Een ziektekiem en een ziekteverwekker en meer specifiek een micro-organisme of biologisch deeltje, dat een infectieziekte kan veroorzaken, zijn pathogeen, worden in de medische microbiologie bestudeerd en kunnen op grond van de mate waarin zij pathogeen zijn worden ingedeeld.
35
DR relatie
Relatie tussen de inname van verschillende hoeveelheden ziekteverwekkende MO of toxinen en het effect daarvan op een persoon Afh per pathogeen/toxine/persoonlijke weerstand
36
Voedselinfectie Veroorzaakt door Verschijnselen na Symptomen Duur ziekte
Micro-organismen 6/8u tot enkele dagen Buikpijn, diaree, koorts 1-5 dagen
37
Voedselintoxicatie Veroorzaakt door Verschijnselen na Symptomen Duur ziekte
Toxine Binnen 6u Misselijk, overgeven 1-2 dagen
38
WIV
Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid, nationaal referentielabo voor voedselvergiftiging
39
FAVV
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
40
EFSA
European Food Safety Authority
41
EFSA
European Food Safety Authority
42
Factoren die een rol spelen bij de besmetting met en uitgroei van pathogenen
Tijd Hygiene -gebrek aan kennis -slechte gewoontes -import waar hygiene minder ! Is In de omgeving, producten zelf, bereiding
43
Eschericia coli (Voedselinfectanten) Familie Belangrijkste Oorzaak Gevolgen Diagnose
Familie: Enterobacteriaceae Belangrijkste: EHEC/STEC Oorzaak: Rauw of onvoldoende verhit rundsvlees Gevolgen: HUS Diagnose: niet via routine coprocultuur
44
Campylobacter jejuni & C.coli (Voedselinfectanten) Familie (Kenmerken) Oorzaak Diagnose
Familie: Campylobacteriaceae (gram-negatief spiraalvormig staafje) Oorzaak: kippenvlees Diagnose: routine coprocultuur Campylobacter jejuni is een kleine gramnegatieve bacterie behorende tot het geslacht Campylobacter. Het is een van de meest voorkomende oorzaken van voedselinfecties in Europa en de Verenigde Staten. De overgrote meerderheid van de gevallen doet zich voor als geïsoleerde gebeurtenissen, niet als onderdeel van grotere uitbraken.
45
Salmonella spp. (Voedselinfectanten) Familie Belangrijkste serotypes Pathogenese Oorzaak Diagnose Preventie
Familie: Enterobacteriaceae Belangrijkste serotypes -Salmonella Enteriditis -Salmonella Typhimuriul (Typhi & Parathypi) Oorzaak: -rauwe of onvoldoende verhitte producten gecontamineerd met Salmonella -salmonelladragers (Typhoid Mary) -kruisbesmetting Diagnose: routine coprocultuur Preventie: hygiëne, koelen of verhitten
46
Listeria monocytogenes Familie Kenmerken Oorzaak Evolutie Preventie
Familie: Listeriaceae (gram-positief beweeglijk staafje) Kenmerken: -Pathogene soort -erg resistent -vooral op koude & vochtige plaatsen -leerhierig: past zich aan een lage pH Oorzaak: zachte kazen, paté, gerookte vis, rauwkost Evolutie: geen verschil in incidentie, mortaliteit 15% Prevalentie