hc 4

Question 1

Wittgenstein

Answer 1

de betekenisvolheid van zinnen

Question 2

tractatus

Answer 2

scheiding zin van onzin

Question 3

Wittgenstein verdedigde correspondentietheorie

Answer 3

1) waarheid
2) betekenis

Question 4

wanneer is een zin betekenisloos

Answer 4

als je de waarheid niet kan achterhalen door naar de werkelijkheid te kijken

Question 5

5 uitgangspunten logisch positivisme

Answer 5

1. verwerping zinloze beweringen
2. logica
3. positivisme
4. geunificeerde wetenschap
5. verifieerbaarheid

Question 6

verwerping zinloze beweringen

Answer 6

zinvolle beweringen zijn wetenschappelijke beweringen

Question 7

gevolg psychologie

Answer 7

• traditionele termen als ziel en geest werden als metafysisch beschouwd

Question 8

logica

Answer 8

• zinnen die werkelijkheid echt beschrijven -> protocol zinnen
• protocolzinnen kun je via logica verbinden met elkaar

Question 9

wat levert logica niet op

Answer 9

• kennis -> logisch positivisme verwerpen alle synthetisch a priori oordelen

Question 10

protocol zinnen

Answer 10

• zinnen die de werkelijkheid direct omschrijven

Question 11

positivisme

Answer 11

positivisme had 2 opvattingen
1) de positie van comte
2) de opvatting die stelt dat alleen de wetenschap kennis oplevert

Question 12

gevolg twee opvattingen van positivisme

Answer 12

• omslag van kennisleer naar wetenschapsfilosofie: vragen m.b.t. kennis worden vragen m.b.t. wetenschap

Question 13

geunificeerde wetenschap

Answer 13

• logisch poritivisme meenden dat alle wetenschappers samen aan een wetenschappelijke theorie over de wereld werken (economie, sociologie, psychologie)

Question 14

deductief-nomologisch model

Answer 14

ofwel: covering law model
nomos = wet

Question 15

model bestaat uit

Answer 15

2 premisses, conclusie/voorspelling

Question 16

premisse 1

Answer 16

algemene uitspraak = nomologische uitspraak

Question 17

premisse 2

Answer 17

beginuitspraak

Question 18

deductie

Answer 18

logisch geldig redeneren

Question 19

antwoord 1

Answer 19

een theorie of bewering is wetenschappelijk als deze verifieerbaar is

Question 19

context of justification

Answer 19

hoe rechtvaardig je een algemene wet

Question 19

context of discovery

Answer 19

hoe ontdek je een algemene wet

Question 19

demarcatiecriterium

Answer 19

• wat is wetenschap?
• 2 antwoorden, beide problematisch

Question 20

antwoord 2

Answer 20

een theorie of bewering is wetenschappelijk als deze confirmeerbaar is

Question 21

common sense opvatting van wetenschap

Question 22

demarcratiecriterium

Answer 22

- criterium dat het een van de ander onderscheid

Question 23

criterium #1: verifeerbaarheid

Answer 23

1) betekenisvolle wetenschappelijke uitspraken 2) betekenisloze onwetenschappelijke uitspraken

Question 24

empirische verifeerbaarheid

Answer 24

- a.d.h.v. ervaringen opgedaan via de zintuigen - ervaringen zijn neutraal - raw data/sense data

Question 25

criterium #2 confirmeerbaarheid

Answer 25

- confirmeerbaarheid is voldoende om wetenschappelijk te zijn

Question 26

probleem criterium #2

Answer 26

kletspraat wordt soms geconfirmeerd: horoscopen, readings etc

Question 27

kritiekpunten

Answer 27

- geen goed demarcatiecriterium - probleem #1 D-N model (inductie probleem) - probleem #2 D-N model (theoriegeladenheid van de waarneming)

Question 28

geen demarcatiecriterium gevonden

Answer 28

- verifieerbaarheid: te sterk - confirmeerbaarheid: te zwak

Question 29

inductieprobleem D-N model

Answer 29

- Hume: inductie is niet te rechtvaardigen

Question 30

onbepaaldheid van de theorieeen door de empirische data

Answer 30

- bv: plaatje, kan 2 dingen zien - hoe weet je welke juist is volgens de empiristen? - door te kijken: maar dat kan je nu niet vaststellen

Question 31

there are no raw sense data

Answer 31

- alles is aan de interpretatie onderhevig & meerdere interpretaties zijn mogelijk