HC 4 deel 1 Flashcards

1
Q

De epidurale

A
  • De epidurale ruimte bevindt zich in het wervelkanaal. Deze ruimte ligt tussen het harde ruggenmergvlies en de binnenzijde van het wervelkanaal dat het ruggenmerg omgeeft.
  • Is belangrijk voor vrouwen die bij de bevalling (spinale) euthanasie krijgen, daar wordt het namelijk ingespoten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ruggenmerg verdikkingen

A
  • Het ruggenmerg heeft twee verdikkingen;
  • Bij het cervicaal =&raquo_space;> Diafragma
  • Bij het Lumbaal
  • Hier zit meer grijze stof dus meer cellen in. Dat komt doordat dit het knooppunt vormt van de zenuwen (plexus) om de signalen af te geven aan de ledematen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De witte stof

A

bevat stijgende en dalende banen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ventrale hoorn

A

geeft motorische informatie af (efferent).die vanuit de hersenen komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dorsale hoorn (achterhoorn)

A

komt sensorische informatie binnen en gaat naar de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opstijgende banen: ( witte stof )

A
  • zitten achter het ruggenmerg, geeft sensorische informatie.
  • Gaan van beneden naar boven > van het lichaam naar de hersenen toe.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dalende banen: ( witte stof )

A
  • zitten voor het ruggenmerg, geeft motorische banen.

* Gaan van boven naar beneden > vanaf de hersenen naar het lichaam toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Corticospinal tract

A

• Dalende baan > vanaf de hersenen naar het ruggenmerg toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Spinothalamic tract

A

• Opstijgende baan > gaat vanaf de rug naar de thalamus toe, informatie wordt eerst gefilterd voordat het naar de cortex gaat

• Opstijgende baan  gaat vanaf de rug naar de thalamus toe, informatie wordt
eerst gefilterd voordat het naar de cortex gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Spinocerebellar tract

A

• Opstijgende baan > gaat van de rug naar het cerebellum (kleine hersenen) en geven feedback door aan het cerebrum (grote hersenen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fasciculus tract

A

• Opstijgende baan > sensorische informatie vanuit het lichaam direct terugbrengen naar de cerebrum (grote hersenen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In de grijze stof

A

kan informatie van links naar rechts en vice versa kan gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dwarslaesie

A
  • Een dwarslaesie is een onderbreking van het ruggenmerg’

* Allen onder het aangedane punt valt uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een quadriplegie ofwel tetraplegie

A
  • Een quadriplegie ofwel tetraplegie is een volledige verlamming van het lichaam vanaf de nek naar beneden
  • Uitvoeren van bewuste bewegingen is niet mogelijk en gevoelsgewaarwording is geheel verdwenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Quadriparese ofwel gedeeltelijke verlamming

A

• Bij een quadriparese ofwel gedeeltelijke verlamming zijn de spierfunctie en gevoelswaarneming wel aangetast, maar niet geheel verloren gegaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mediale fissuur

A

• Groeve tussen linker en rechter ruggenmerg in, hier zit liquor in.
o Deze zit aan de voorkant!

17
Q

Hemiplegie

A

• Bij hemiplegie is er sprake van een halfzijdig letsel/verlamming, als gevolg van een hersenbeschadiging. Waardoor een been, voet, arm en/of hand verlamd is

18
Q

Paraplegie:

A

• Bij een paraplegie is er sprake van volledige verlamming van de benen

19
Q

Chirurgische nIII-parese = complete nIII-parese:

A
  • Down and out + groot pupil
  • Oorzaak vaak tumor of aneurysma
  • Met spoed operatie
20
Q

Interne nIII-parese = pupil-sparende nIII-parese:

A
  • Down and out + klein pupil
  • Oorzaak vaak diabetes melatis of hypertensie
  • Meestal binnen 1 – 3 maanden weg
21
Q

Adie’s pupil:

A
  • Pupil reageert niet op licht
  • Kleinere pupil bij nabij kijken > gaat heel traag > ontspannen ook heel traag
  • Pupil niet rond
  • Oorzaak = 600 zenuwen van ooglens en 20 zenuwen van pupil zijn kapot gegaan en weet verkeerd door elkaar gegroeid ( door een trauma of ontsteking )( herpes simplix keratitis )
22
Q

Markus Gunn jaw winking syndroom:

A
  • Aangeboren hangende ooglid
  • Vaak aan een oog
  • De aangedane oog is verziend en kan lui oog worden / behandeling niet mogelijk
  • Goed ook afplakken
  • Oorzaak = een verbinding tussen N. V en N.III
23
Q

Pupil bij het Argyll-Robertson syndroom

A

• Het zelfde als Adie;s pupil allen wordt sneller kleiner en groter bij het kijken nabij