HC 8 | ADHD & ASS Flashcards
(15 cards)
ADHD
Een externaliserend gedragsstoornis en een neurologische ontwikkelingsstoornis, waarbij men moeite heeft met het verwerken van prikkels. Een onderprikkeling van het brein.
Diagnostische criteria ADHD
Een persistent patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat interfereert met het functioneren of de ontwikkeling.
Niet alle criteria opgesomd
ADHD-1/ADD
Overwegend onoplettende typte > er is sprake ven een traag cognitief tempo, waarbij kinderen lusteloos zijn, dagdromen, verward zijn en socialer teruggetrokken. Minder agressief en meer verlegen. Dit zorgt voor meer last bij de personen zelf dan bij de omgeving.
ADHD-HI
Overwegend hyperactieve-impulsieve type > is een externaliserend versie waarbij de hyperactiviteit meer opvalt bij de omgeving dan de onoplettendheid. Er is een veel grotere last voor de omgevingen voor de persoon zelf.
ADHD-C
Een combinatie van beide types > dit type komt het meest voor in de klinische praktijk.
Is ADHD heterogeen of homogeen?
De secundaire effecten zijn zeer heteorgeen
Neuropsychologische gebreken
- Problemen in executief functioneren
- Uitstel niet kunnen verdragen
- Gebrekkige informatieverwerking
Kernsymptomen ASS
- Hypergevoeligheid voor prikkels (overprikkeling van het brein)
- Problemen in sociale communicatie
- Een grote behoefte aan structuur
- Stereotype motorische bewegingen
False belief test
Sally-Anne test
Theory of Mind
Het vermogen om ideeën te vormen over de mentale wereld van jezelf en die van anderen en berg te kunnen uitleggen in mentale termen.
Growing into deficit
Omdat je groeit komen problemen aan het licht.
Verstoorde prikkelverwerking
Er zijn veel prikels die minder goed gefilterd kunnen worden. Bij te veel prikkels is het bij kinderen niet mogelijk om nieuwe dingen te leren. Het doel is dus om minder prikkels te krijgen én beter komt e leren gaan met de prikkels.
Diagnostische criteria ASS
A. Persistente deficiënties in sociale communicatie en sociale interactie, blijkend uit …
B. Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten, blijkend uit…
C. De symptomen. moeten aanwezig zijn in de rode ontwikkelingsperiode
D. Lijdensdruk
E. Niet beter verklaard
Onder-diagnose van ASS bij meisjes
Het beeld bij meisjes is minder herkenbaar, omdat Criteria B niet wordt herkend (= focus op herhaalde activiteiten of interesses). Daarnaast is er ook een hoger risico op internaliserende problemen wanner meisjes in de pubertijd komen.
Oorzaken ASS
Sprake van een genetische basis met verstoringen in de volgende hersengebieden:
- Amygdala > reguleert sociale controle en emoties
- Cerebellum > reguleert beweging en evenwicht
- Frontaalkwab > problemen in executief functioneren
- Corpus callosum (= verbindingsweg tussen de hersenhelften) > gebrekkige integratie van informatie