HC'S WEEK 1 Flashcards
(211 cards)
Kenmerken bacteriën?
Prokaryoten
Eencelligen
Dubbelstrengs en circulair DNA
Vaak ook plasmidaal DNA
Kenmerken virussen?
Voor vermeerdering afhankelijk van gastheercellen
Alleen DNA of alleen RNA als genoom (info voor productie virionen)
Enkelstrengs of dubbelstrengs
Omgeven door eiwitmantel
Obligaat intracellulaire moleculaire parasieten
Kenmerken fungi?
Eukaryoten
Unicellulair = gisten
Vertakkende draden = schimmels
Velen dimorf
Voortplanting door sporen
Kenmerken parasieten?
Eukaryoten
Parasitaire leefwijze = voor ontwikkeling geheel/ten dele afhankelijk van gastheer
Wat is een pathogeen?
Een micro-organisme dat het lichaam ziek kan maken
Wanneer spreek je van een infectie?
Als schade of veranderde fysiologie door interactie tussen de gastheer en het micro-organisme, er ontstaat dan een ontstekings- en immuunreactie
3 dingen waar pathogenese van infectieziekten afhankelijk van zijn?
Micro-organisme: betreft de virulentie en de pathogeniciteit
Gastheer: genetische achtergrond, immuunsuppressie door medicatie, ziekte of lokale omstandigheden
Besmettingsroute: via lucht, contact, feces of lichaamsvocht
Betekenis pathogeniciteit?
Vermogen om ziekte te veroorzaken
Betekenis primaire pathogenen?
Pathogenen die bij besmetting regelmatig ziekteverschijnselen veroorzaken
–> bijvoorbeeld S. aureus
Betekenis opportunistische pathogenen?
Veroorzaken alleen ziekte bij mensen met een verminderde weerstand
Betekenis virulentie?
Maat voor hoeveelheid schade die een micro-organisme in zijn gastheer aanricht
- virulentiefactoren
- hoeveel micro-organismen nodig om proefdier ziek te maken/te laten overlijden
Betekenis virulentiefactoren?
Eigenschappen waarmee een micro-organisme de verdedigingsmechanismen van de gastheer kan ontlopen of teniet doen
–> aanwezigheid toxinen, kapsel rondom virus, etc.
2 soorten bedreigingen voor het lichaam?
Exogene verstoring = bedreiging van buiten
Endogene verstoring = bedreiging van binnen
2 categorieën van micro-organismen?
Microbiota
Pathogene micro-organismen
Wat zijn microbiota?
Micro-organismen van de darm en huid, kunnen afhankelijk van afweerstatus pathogeen zijn
Wat zijn pathogene micro-organismen?
Bacteriën, virussen, schimmels, parasieten
–> mate van pathogeniciteit kan sterk verschillen
2 soorten afweer?
- Aangeboren/innate afweer –> zorgt met name voor ontstekingsreactie
- Aangeleerde/adaptieve afweer
Belangrijkste kantelpunt van het afweersysteem?
Zelf vs Niet-zelf
of
Binnen vs Buiten
Welke 2 aspecten zijn belangrijk bij dit kantelpunt?
- Herkenning: van gezonde lichaamscel, dode cel, tumorcel, microbiota, pathogeen, etc.
- Respons: aanvallen of negeren
3 barrières tegen infectie?
- Mechanisch/fysiek: epitheel, beweging van lucht of vloeistof in luchtpijp/oesophagus
- Chemisch: vetzuren, zout, lage pH, enzymen, antimicrobiële peptiden (defensines)
- Microbiologisch: microbiota
Wat gebeurt er als de eerste 3 barrieres tegen infectie niet goed genoeg zijn?
Krijg je te maken met innate en adaptieve afweer
= insult
Onderverdeling innate afweer?
- Direct beschikbaar: macrofagen al aanwezig in weefsel die gelijk kunnen gaan fagocyteren
- Geïnduceerd: op gang komen mbv ontsteking waarna granulocyten gerekruteerd worden naar het weefsel
Verschil kinetiek tussen innate en adaptieve afweer?
Innate afweer - direct = 0-4 uur
Innate afweer - geïnduceerd = 4-96 uur
Adaptieve afweer = > 97 uur
Globale stappen voor ontstaan acute ontsteking?
- Schade
- Vrijkomen exogene moleculen (componenten micro-organisme) of veranderde endogene moleculen (celresten) vrij in ECM
- Deze moleculen worden herkend door innate en adaptieve afweer
- Innate en adaptieve afweer zorgen voor acute ontsteking