HC's WEEK 14 Flashcards
(64 cards)
Noem 3 contra-indicaties voor ECT
- recent MI of CVA
- cerebraal ruimte-innemend proces
- feochromocytoom
Noem 6 hypotheses over de werking van ECT
- hogere release van neurotransmitters
- verandering van aantal receptoren
- hogere BDNF
- neurogenese in hippocampus en amygdala
- hogere metabole activiteit frontale cortex
- hogere prikkeldrempel
Wat is de belangrijkste indicatie voor ECT?
Ernstige depressie
- medicatie resistentie
- levensbedreigende situatie
- contra-indicatie medicatie
- eerder goed effect op ECT
Noem, naast depressie, 3 andere indicaties voor ECT
- schizofrenie
- manie
- katatonie
Noem 4 acute bijwerkingen van ECT
- misselijkheid
- hoofdpijn
- spierpijn
- kortdurende verwardheid
Noem 2 niet-acute bijwerkingen van ECT
- anterograde amnesie
- retrograde amnesie
Noem 2 soorten beleid bij voorkomen terugval na ECT
- meestal vervolgbehandeling met medicatie
- TCA, TCA + lithium of klassieke MAO-remmer
- soms vervolg ECT
Welke 2 groepen vrouwen zijn het meest at risk voor het ontwikkelen van zwangerschapsspecifieke psychiatrie?
- vrouwen met bipolaire voorgeschiedenis
- schizofrene voorgeschiedenis
Beschrijf 4 groepen zwangerschapsspecifieke psychiatrie
- kraamtranen (50-85%)
- niet-psychotische stoornissen (10-15%)
- postpartum depressie
- angststoornissen, OCD, PTSS
- psychotische stoornissen (1-2%)
- postpartum psychose
- exacerbatie psychotische kwetsbaarheid
- organisch psychosyndroom
- overig:
- persoonlijkheidsstoornissen
- autisme spectrum, eetstoornis
Beschrijf de multifactoriële pathogenese van zwangerschapsspecifieke psychiatrie
- genetische kwetsbaarheid/biologische factoren/
persoonlijkheidskenmerken/sociale omstandigheden - specifieke peripartum risicofactoren
- depressie
- postpartum psychose
- bipolaire stoornis
- hormonaal: schildklier
Noem 5 algemene kenmerken van kraamtranen
- prevalentie 50-70%
- start rond dag 3-5 postpartum
- verdwijnt binnen een paar weken
- in principe fysiologisch en self-limiting
- CAVE: depressie bij duur > 2 weken
Noem 9 symptomen die kunnen passen bij kraamtranen
- snelle stemmingswisselingen
- huilbuien en sombere gevoelens
- korte overdreven vrolijke stemmingen
- prikkelbaarheid/geïrriteerdheid
- slaapproblemen en nachtmerries
- hoofdpijn
- concentratieproblemen
- vergeetachtigheid
- lichte verwardheid
Noem 5 kenmerken van een peripartum depressie
- prevalentie 10%
- overlap met zwangerschapsklachten
- CAVE bedreiging moeder-kind relatie
- incidentie nieuwe episodes in eerste maand postpartum verhoogd
- symptomen vergelijkbaar met gewone depressie
Noem 8 algemene kenmerken van postpartum/kraambed psychose
- prevalentie 0.2%
- binnen 4 weken na de bevalling (< 10 dagen)
- immunologische ontregeling (m.n. schildklier)
- vrijwel altijd na eerste bevalling
- sterk verwant aan bipolaire stemmingsstoornis
- eerste dagen klachten vrij, caleidoscopische beloop
- zeer grote kans op herhaling
- sterke familiaire belasting
Beschrijf 7 symptomen die passen bij postpartum/kraambed psychose
- verminderde slaapbehoefte
- wisselend bewustzijn
- verhoogde energie
- prikkelbaarheid
- sterk wisselende stemming (eufoor, somber)
- hallucinaties en/of wanen
- suïcidale/infanticide gedachten
Beschrijf 3 groepen van peripartum angst
- geen specifieke relatie met zwangerschap/partus
- paniekstoornis, sociale fobie, GAS, OCD
- zwangerschapsspecifieke angst: voor partus (20%), ernstige afwijking kind of verandering uiterlijk
- PTSS: door VG traumatische bevalling of seksueel misbruik OF juist ontwikkeling PTSS
Noem de 3 hoofdkenmerken van de ziekte van Huntington
- Motore problemen
- Gedrags- en psychiatrische problemen
- Cognitieve problemen (dementie)
Noem 6 vormen van motore problemen bij de ziekte van Huntington
- chorea
- hypokinesie, bradykinesie, akinesie
- rigiditeit
- dystonie
- tics
- cerebellaire ataxie
Noem 6 voorbeelden van gedrags- en psychiatrische problemen bij Huntington
- depressie
- angst
- OCD
- agitatie
- agressie
- psychose
Noem 4 voorbeelden van cognitieve problemen bij Huntington
- executieve functies gestoord
- snelheid denken en handelen neemt af
- geheugenstoornissen
- taal blijft lang gespaard
Noem 4 overige symptomen bij Huntington
- ongewild gewichtsverlies
- autonome verschijnselen
- slaapstoornissen
- verstoring dag- en nachtritme
Wat is de klassieke beginpresentatie van Huntington?
Chorea die distaal beginnen & met het vorderen van de ziekte generaliseert
Noem de 3 preklinische stadia van Huntington
A1 = at risk (50%) omdat 1 ouder is aangedaan
A2 = gendrager, premanifest
A3 = overgangsfase
Noem de 3 klinische stadia van Huntington
B1 = eerste symptomen, chorea prominent
B2 = gegeneraliseerde stoornissen motoriek
B3 = ernstige gegeneraliseerde stoornissen motoriek, volledige afhankelijkheid