HC'S WEEK 6 Flashcards
(157 cards)
Noem 4 soorten stamcellen
- totipotent = kan nog alles worden
- pluripotent = kan nog veel worden, maar niet alles
- multipotent = volwassen stamcel in ons lichaam
- unipotent = kan nog 1 uniek celtype worden
Noem 4 transcriptiefactoren die van belang zijn bij trofoblast en embryoblast
- LIF (door trofoblast cellen)
- FGF4 (van embryoblast naar trofoblast)
- BNP
- Windt
Uit welke 2 onderdelen bestaat chromatine?
- DNA
- nucleosomen
Wat gebeurd er als negatief geladen groepen aan ‘staartjes’ van chromatine binden?
Dan wordt het DNA losser, kunnen transcriptiefactoren er makkelijker bijkomen & dus kunnen genen dan tot expressie komen
Als DNA strak ingewikkeld dan genen inactief
Welke 2 dingen binden er aan een nucleosoom?
- chromatine remodelling complex (hieraan binden transcriptiefactoren)
- chromatine readers (kijken wat er op de staarten zit)
Waar zorgt DNA-methylering voor?
Dat het DNA dichter bij elkaar komt te liggen, met als gevolg dat transcriptiefactoren niet kunnen binden
Noem 2 kenmerken van DNA-methylering
- vindt plaats van cytosine die voor een guanine ligt
= CpG’s genoemd: 70% hiervan is gemethyleerd - vaak betreft ‘gene silencing’
Wat zijn CpG eilanden?
Zijn stukken DNA met een hoge dichtheid van CpG’s en zijn vaak promotors.
De eilanden zijn daarentegen vaak niet gemethyleerd, behalve bij tumoren.
Waarom wordt bij een actief gen het ‘gene body’ gemethyleerd?
Om te voorkomen dat polymerase-2 hier aan bindt en halve transcripten van het gen gaat produceren
Wat is de definitie van epigenetica?
Studie van omkeerbare erfelijke veranderingen in genfunctie die optreden zonder wijzigingen in de sequentie van het DNA
Noem 3 redenen waarom neuronen binnen individu op elkaar lijken, maar er tussen individuen wel verschil is
- SNIPs = single nucleotide polymorfisms
- omgevingsfactoren
- kans
DAAROM ontwikkelen 1-eiige tweelingen zich toch anders
Wanneer moeten alle toegevoegde DNA-methyleringen en histonmodificaties weer verwijderd worden voor even?
Tijdens de oogenese en spermatogenese
Voor embryonale ontwikkeling zijn naïeve cellen nodig
Wanneer vinden deze verwijderingen plaats?
- voor de bevruchting 1e reset van epigenetische info
- na bevruchting nogmaals alle epigenetische veranderingen verwijderd
MAAR veranderingen die via imprinting zijn aangebracht worden niet verwijderd
Noem 4 problemen die optreden bij klonen
- meeste kloons niet levensvatbaar
- kloons vaak te groot
- kloons overlijden vaak eerder
- meer ontwikkeling van ziekten bij kloons
Wat is de fysiologie achter het probleem van klonen? (5)
- bij klonen wordt somatische cel in eicel geplaatst
- wordt hierbij slechts 1 epigenetische reset uitgevoerd
–> reset vóór bevruchting vindt niet plaats - de uitgevoerde reset is echter niet volledig, dus niet alle genetische info wordt verwijderd
- dit lijdt tot afwijkingen
- meeste klonen hierdoor niet levensvatbaar
Hoe werkt genomic imprinting?
- van elk gen is er 1 kopie van vader en 1 van moeder
- bij genen met normale expressie staan beide genen (dus van vader en moeder) aan
- bij geïmprinte genen staat alleen paternale of alleen maternale gen aan
- dit is een vorm van dosiscompensatie
- geïmprinte genen vaak betrokken bij embryonale groei, placentale functies en gedrag
Noem 2 voorbeelden waarbij genomic imprinting een nadeel is
- Prader-Willi syndroom = maternale disomie van 15q11-13 chromosoom: alleen maternale locus
- Angelman syndroom = paternale disomie van 15q11-13 chromosoom: alleen paternale locus
Wat is het globale effect van imprinting?
Enkele dosis genen ipv dubbele dosis gen-expressie
Wat is de parental conflict theory?
Meest geïmprinte genen komen voor in placenta
- maternale genen remmen groei
- paternale genen stimuleren groei
Het is een strijd tussen moeder en kind: kind wil groeien, maar moeder wil overleven
Wat is de klinische uiting van het Prader-Willi syndroom?
- taal-, motorische- en ontwikkelingsachterstand
- obesitas
Wat is de klinische uiting van het Angelman syndroom?
- mentale retardatie
- ongecontroleerd lachen
- non-verbaal
Waardoor worden geïmprinte loci gereguleerd?
Door een imprinting center
Wanneer begint imprinting?
Tijdens de gametogenese, nog voor de bevruchting (en dus voor de eerste en tweede reset)
Wanneer zijn er gevoelige periodes voor imprinting?
Tijdens re- en demethylering van kiemcellen en gameten