HC'S WEEK 9 Flashcards
(104 cards)
Noem de 9 belangrijkste functies die onderzocht worden bij het psychiatrisch onderzoek
- algemene indruk
- bewustzijn
- denken vorm
- denken inhoud
- stemming
- affect
- psychomotoriek
- gedrag en motivatie
Welke 3 onderdelen worden onderzocht bij de status mentalis & wat is de overkoepelende term hier voor?
Trias psychica - de drie g’s:
- gedachten - cognitieve functies: informatie
waarnemen, opnemen, vasthouden, begrijpen,
ordenen, etc.
- gevoelens - affectieve functies: stemming, emoties,
vegetatieve verschijnselen, etc.
- gedrag - conatieve functies: motoriek, motivatie,
impulsen, gedrag, etc.
Welke onderdelen omvangen een psychiatrische structuurdiagnose?
Predisponerende & luxerende & onderhoudende:
- neurobiologische factoren
- psychische factoren
Noem de 3 aspecten van bewustzijn
- attentie-niveau
- inhoud
- reflectie op eigen zin
Noem een kenmerk en voorwaarde van het attentie-niveau?
Kenmerk = vlotte en adequate reacties op prikkels van buiten
Voorwaarden = intacte zintuigen en hersenstam
Noem een kenmerk en voorwaarden van inhoud van bewustzijn?
Kenmerk = ervaren van het zelf en de omgeving
Voorwaarden = intacte zintuigen en grote hersenen
Noem een kenmerk en een voorwaarde van reflectie op het eigen zijn bij bewustzijn
Kenmerk = mogelijkheid om te reflecteren over het eigen zijn
Voorwaarde = vermogen tot abstraheren en redeneren
Noem de 5 gradaties van bewustzijnsdaling in de acute neurologie
- helder en alert
- somnolent
- soporeus
- stuporeus
- comateus
Welke 6 aspecten van het neurologisch onderzoek moet je uitvoeren bij een bewusteloze patiënt?
- Glasgow Coma Scale
- hersenzenuwen: pupilreacties, cornea reflex, oogbolmotoriek
- algemeen onderzoek
- extremiteiten: lateralisatie en reflexen
- meningeale prikkeling
- fundoscopie: retina beoordeling, papiloedeem, occlusie vaten
[Glasgow Coma Scale] Beschrijf de stadia van E (Eyes)
- Geen reactie op pijn
- Openen op pijn prikkel
- Openen op aanspreken
- Spontaan open
[Glasgow Coma Scale] Beschrijf de stadia van V (Verbal)
- Geen reactie
- Geluid
- Woorden
- Zinnen
- Adequaat
[Glasgow Coma Scale] Beschrijf de stadia van M (Motor)
- Geen reactie op pijn
- Strekken op pijnprikkel
- Pathologisch buigen op pijnprikkel (rotatie)
- Buigen op pijnprikkel
- Lokaliseren (hand tot boven clavicula)
- Opdrachten uitvoeren
Noem 3 algemene locaties waar de oorzaak van een gedaald bewustzijn kan zitten?
- hersenstam laesie
- bilaterale thalamuslaesie
- diffuse laesie van de cortex/subcortex door
- intracraniële drukverhoging
- multipele contusies
- inklemming door massawerking
Wat is een coma?
= een toestand van gedaald bewustzijn, zonder willekeurige of gerichte reactie op prikkels van buiten
- geen reactie met omgeving
- beweging op pijnprikkel, niet op aanspreken
Noem 7 kenmerken van niet-responsief waaksyndroom (vroeger: vegetatieve toestand)
- patiënt heeft ogen open
- voert geen opdrachten uit
- geen ‘contact’
- heeft waak/slaapritme
- reageert op licht en geluid
- slikreflex, grijpreflex
- E4 M5 V1
Noem 4 kenmerken van akinetic mutism (mimic)?
- is geen coma
- geen spontane bewegingen
- maken alerte indruk (oogbewegingen)
- geen spraak
Noem 2 mogelijke lokalisaties van laesies die een akinetic mutism veroorzaken
- hydrocephalus
- laag frontale bloedingen
Waar zit het probleem bij een patiënt met locked in syndrome?
In de hersenstam
Noem 5 kenmerken van een locked in syndrome
- typische coma score: E1/E4, M1, V1/Vt
- tetraparese van de ledematen
- alleen verticale oogbewegingen
- patiënt is alert
- psychische/emotionele belasting
Noem 5 kenmerken van een minimally conscious state
- lijkt op vegetatieve toestand, maar meer aanwijzingen van ‘awareness’
- simpele commando’s worden uitgevoerd, of
- ja/nee responses geven
- adequate woorden geuit
- relevant gedrag: huilen/lachen, reactie op spraak, objecten pakken en vasthouden, visual fixation/tracking
Wat zijn 2 oorzaken van een bewustzijnsstoornis?
- structurele hersenafwijking: hersenstam/thalamus
beiderzijds- infarct, bloeding, abces, tumor, trauma, etc.
- diffuse neuronale disfunctie
- metabool, toxisch, epilepsie
Uit welke delen van het brein bestaat de associatieve cortex?
Neocortex (= niet primair motorisch of sensorisch)
- 80% van het brein
- occipitaal (met dorsale & ventrale stroom), temporaal, pariëtaal en occipitaal
Benoem globaal de ‘associatieve taken’ van de pariëtaal-, frontaal-, temporaal- en occipitaalkwab
Pariëtaal = aandacht
Frontaal = planning & inhibitie gedrag
Tempraal = object herkenning & prosopagnosia
Occipitaal = visuele informatieverwerking
Wat is het verschil tussen de ventrale en dorsale stroom betreft de occipitaalkwab en visuele informatieverwerking?
Ventrale stroom = kleur & precisie via temporaalkwab
Dorsale stroom = plaats & beweging via pariëtaalkwab