HC1: Inleiding Flashcards
(39 cards)
Growing into deficit
Sommige stoornissen zijn vaak al vroeg aanwezig, maar worden pas op latere leeftijd gediagnosticeerd, bijv. door oplopende ontwikkelingstaken
Wat zijn de 7 criteria voor het definiëren van abnormaliteit?
- Leeftijd
- Cultuur/sociale context
- Tijdsgeest
- Geslacht
- Sociale factoren
- Verandering in levensstijl
- Perspectief over volwassenen
Wat is ontwikkelingspsychopathologie?
Dit is de studie van alle ontwikkelingsprocessen die bijdragen aan, of beschermen tegen, psychopathologie.
Wat zijn de 3 kernvragen in de psychopathologie?
- De aard van de stoornis
- Wie loopt er risico?
- Mogelijke targets voor preventie/interventie
Welke 5 contexten moet je meenemen in de afweging bij diagnosticeren van een ontwikkelingsstoornis?
- Biologisch
- Individueel
- Familie/gezin
- Sociaal
- Cultureel
Wat zijn de 6 lagen van het model van Bronfenbrenner en wat houden deze in?
- Kern: Individu
- Microsysteem: Directe omgeving
- Meso systeem: Interacties tussen individu en micro; bijv. invloed leeftijdsgenoten
- Exo systeem: buurt, omgeving, werk van ouders
- Macro systeem: de maatschappij/cultuur
- Chronosysteem: historische tijd/ leef geschiedenis
Transactioneel
De wisselwerking tussen verschillende contexten
Proximale factoren
Factoren die het kind van dichtbij beïnvloeden
Distale factoren
Factoren die op meer afstand invloed hebben, bijv. pas op latere leeftijd tot uiting komen
Wat zijn de 5 modellen van kinderpsychopathologie?
- Medisch model
- Gedragsgeoriënteerde model
- Cognitieve model
- Psychoanalytische model
- Gezinssysteem model
Op welke 4 manieren kan gedrag worden aangeleerd volgens het gedragsgeoriënteerde model?
- Klassiek conditioneren (Watson)
- Operante conditionering (Skinner)
- Imitatie/observationeel leren
- Sociale leertheorie (Bandura)
Wat is de volgorde waarop klassiek conditioneren plaatsvindt?
ongeconditioneerde stimulus > ongeconditioneerde respons > neutrale stimulus > geconditioneerde respons
Stimulus generalisatie
Als een nieuwe stimulus veel lijkt op een geconditioneerde stimulus, wekt dit ook een geconditioneerde respons op
Stimulus discriminatie
Er worden twee verschillende geconditioneerde stimulus aangeboden, waarbij de ene wel wordt gevolgd door een ongeconditioneerde stimulus, de andere niet. Enkel bij de eerste zal dan een geconditioneerde respons plaatsvinden
Operante conditionering
Gedrag aanleren gebeurt door na afloop te straffen/belonen
Wat zijn de 3 verschillende manieren van operante conditionering?
- Bekrachtiging (positief/negatief)
- Extinctie (uitdoving)
- Punishment
Vermijdingsleren
Een vorm van negatieve bekrachtiging doordat de aversieve stimulus wordt weggenomen/vermijden
Sociale leertheorie
Je leert door anderen te observeren in sociale contexten (= modelling), dit vervolgens te repliceren en te onthouden
Wat zijn de 4 fasen volgens het cognitieve model van Piaget?
A. Sensomotorische fase (0-2 jaar)
B. Pre-operationele fase (2-7 jaar)
C. Concreet operationele fase (7-12 jaar)
D. Formeel operationele fase (12+)
Sensomotorische fase
Focus ligt op motoriek en zintuigen
Objectpermanentie
Als stimulus verdwijnt denkt kind ook dat het echt weg is.
Pre operationele fase
Spreken, verfijning van motoriek, mentale representaties, egocentrisme
Notie van conservatie
Na 5 jaar begrijp je dat in een smal, hoog glas net zoveel water zit als een laag, breed glas
Concreet operationele fase
Cognitie ontwikkelt zich, logisch redeneren, je kan ordenen en tellen, meer figuratief denken, categoriseren