HC13 - Koliek Flashcards

1
Q

Wat is koliek?

A

Buikpijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten koliek heb je?

A
  • Ware koliek
  • Valse koliek
  • Schijnbare koliek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ware koliek?

A

Buikpijn waarvan de oorzaak in het maagdarmkanaal ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Valse koliek

A

Buikpijn waarvan de oorzaak in de buikholte, maar buiten het maagdarmkanaal ligt (bijv. peritonitis, een torsi uteri of een niersteen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is schijnbare koliek?

A

Klachten die lijken op die van koliek, maar die een oorzaak hebben gelegen buiten de buik (bijvoorbeeld spierbevangenheid of pleuritis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is ware koliek bij paarden zo’n probleem?

A
  • Darmen liggen heel los in de buik
  • Groot caecum en colon
  • Prognose wisselt van zeer gunstit tot infaust
  • Het komt o.a. ook door huisvesting en voeding, en manier van houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vanuit welke hoek kun je de DDx voor ware koliek aanpakken?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een ileus?

A

Alle aandoeningen waarbij de passage van de darminhoud is belemmerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vormen van ileus heb je?

A
  • Mechanische ileus
  • Paralytische of adynamische ileus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke vormen van mechanische ileus heb je?

A
  • Strangulerend
  • Niet strangulerend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vormen van niet strangulerende ileus heb je?

A
  • Intraluminale afsluiting
  • Intramurale afsluiting
  • Extramurale afsluiting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een paralytische of adynamische ileus?

A

Dan is de passage van de darminhoud belemmerd door een verlamming van de darmmusculatuur (bijv. bij proximale enteritis of postoperatief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is krampkoliek?

A

Een verzamelterm die in de praktijk wordt gebruikt om te refereren naar een patroon van milde en vage koliekverschijnselen die vaak slechts 1 tot 2 uur duren.
De oorzaak is vaak onduidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor verschijnselen zie je bij krampkoliek?

A

Geen tot weinig afwijkingen in het klinisch onderzoek (soms wat hyperfrequente borbo’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is obstipatie?

A

Obstipatie is een stagnatie van de passage van feces in de darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar blijft stro vaak vastzitten in de darm?

A

In de linker ventrale colon ascendens

17
Q

Waar blijft zand vaak vastzitten in de darm?

A

In de rechter dorsale colon ascendens

18
Q

Waar blijft vlas/stro vaak vastzitten in de darm?

A

In het ileum

19
Q

Welke liggingsveranderingen kun je krijgen zonder strangulatie?

A
  • Milt nierband entrapment (MNB)
  • Right dorsal displacement (RDD)
  • Retroflexie linker colon ascendens
20
Q

Wat is een strangulatie?

A

Gaat gepaard met een obstructie van de veneuze afvoer en in een later stadium van de arteriële aanvoer van het betrokken darmsegment.
Bij paarden kan dit bijv. een torsio coli of een volvulus dunne darm zijn.

21
Q

Wat moet je heel snel bepalen als een eigenaar je belt met een paard met koliek?

A

Hoe ernstig het is en of je dit paard moet doorsturen of niet

22
Q

Wat zijn relevante vragen bij de anamnese van een paard met koliek?

A
  • Hoe lang al koliek?
  • Eerder koliek gehad?
  • Heeft hij nog gemest?
  • Wanneer voor het laatst ontwormd?
  • Huisvesting: zand/stro?
23
Q

Waar let je op bij de algemene indruk van een paard met koliek?

A
24
Q

Waarom ben je benieuwd naar de mate van tachycardie bij koliek?

A

Dat kan iets zeggen over de pijn, maar ook over endotoxinemie of hypovolemie.
Het zegt iets over de ernst van de oorzaak

25
Q

Wat doe je bij een paard met een tachycardie van boven de 60 slagen per minuut?

A

Sonderen, anders heb je een grote kans op maagoverlading

26
Q

Wat is een primaire maagoverlading?

A

Maagoverlading door te veel eten (vaak ruwvoer) of vertraagde maaglediging

27
Q

Wat is een secundaire maagoverlading?

A

Maagoverlading door vloeistof (maagdarmsappen), door bijv. een strangulatie dunne darm obstructie

28
Q

Waar moet je op letten bij de temperatuur van een paard met koliek?

A

Als een paard ligt te rollen verricht het arbeid en gaat de temperatuur automatisch omhoog, dus dat is niet gelijk koorts

29
Q

Waar let je op bij het abdomen bij het digestieonderzoek van een paard met koliek?

A
30
Q

Wanneer is een koliek niet zo ernstig, en wanneer wel?

A
31
Q

Wanneer ga je wel en wanneer niet rectaal exploreren?

A

Wel: ernstige koliek, of afwijkingen in het klinisch onderzoek
Niet: milde koliek zonder klinische afwijkingen

Het is een risico voor dier en mens

32
Q

Wat ga je doen als er geen bijzonderheden zijn bij de eerste visite?

A
33
Q

Wat voor pijnstilling zou je een paard met koliek kunnen geven?

A
34
Q

Stel de koliek komt terug, wat is dan het doel van de tweede visite?

A

Het stellen van een diagnose

35
Q

Wat is je plan van aanpak bij een tweede visite?

A

Herhalen klinisch onderzoek en rectaal onderzoek doen

36
Q

Wat kunnen je bevindingen zijn bij rectaal exploreren?

A
37
Q

Wat is de DDx van ware koliek?

A

De eerste drie kun je zelf nog, de rest moet je doorsturen

38
Q

Waar moet je op letten als je een paard met koliek doorstuurt?

A
  • Sonderen voordat je gaat vervoeren (anders maagruptuur onderweg)
  • Pijnstilling voor onderweg
  • Zorgen dat het dier veilig vervoert wordt