het borstonderzoek Flashcards

(67 cards)

1
Q

wat zijn alarmsignalen rondom de borst/oksel

A

1) Pijn in de borst of oksel
2) voelbare knobbel
3) voelbare okselklier
4) veranderingen aan de tepel / tepelsecreet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

borst bestaat uit … en deze zijn gescheiden door ….

A

1) lobes
2) enveloppes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoeveel lobes zijn er in een borst
-> hoeveel zijn er functioneel ?

A

15-20
-> 7-8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

door wat wordt een lobus gedraineerd ?

A

door een ductaal systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het ductaal systeem loopt samen naar de

A

lobaire ductus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar mondt de lobaire ductus uit ?

A

in sinus lactiferus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel lobulus zit er in een lobus ?

A

40 lobulussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uit wat zijn die lobullusen opgebouwd

A

10- 100 alveoli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vertel de anatomie van de borst

A

1) een borst bestaat uit lobes -> 15- 20 per borst
= deze wordt gescheiden door enveloppes
2) lobes moet worden gedraineerd -> ductaal systeem
3) ductaal systeem loopt samen naar lobaire ductus
4) lobaire ductus mondt verder uit in sinus lacteferus
5) 1 lobes -> 40 lobulussen -> 10-100 alveolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef me de opsomming van goedaardige afwijkingen aan de borst

A

1) aangeboren afwijking en ontwikkelingsstoornis
2) fibrocystische veranderingen
3) fibroadenoom
4) fyllodestumor
5) Ductectasie
6) infectie en inflammatie
7) papilloma
8) mastalgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de aangeboren afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen

A

1) surnumeraire borsten en tepels
2) afwezigheid of hypoplasie van de borst ( borstweefsel onvoldoende ontwikkeld)
3) assymetrische groei
4) hypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

leg uit surnumeraire borsten en tepels

A

op de melklijn, deze loopt van de axilla tot aan de lies. Op deze lijn kan er een extra borstje of tepel voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn hypoplastische borsten

A
  • dit zijn onderontwikkelde borsten met te weinig klierweefsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn assymetrische borsten ?

A
  • borsten die niet gelijk zijn
    -> geen enkele borst is gelijk, maar als dit te opvallend is kan dit verholpen worden door plastische chirurgie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn fibrocystische aandoeningen ?

A

dit is een aandoening door een combinatie van talrijke microcysten.
-> fibrocysten zonder ductale epitheelhyperplasie = geen risico op maligneteit
-> fibrocysten met ductale epitheelhyperplasie= lichter verhoging van maligniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de 2 vormen van fibrocystische aandoeningen

A

1) borstcyste
-> ontstaan door het involutieproces van de borst.
-> komt voor bij vrouwen tussen 35-55 jaar
2) radial scar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat kan je laten uitvoeren als de borstcyste voor pijn of spanning veroorzaakt ?

A

1) evacuerende punctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wanneer wordt er een cytologisch onderzoek gevoerd bij een evacuerende punctie van de borstcyste ?

A

1) als er bloed gevonden is bij de het cystevocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat houd een fibroadenoom in ?

A

dit is een goedaardige knobbeltje die vaak voorkomt in de borst
-> ze calcificeren of verdwijnen van zelf
-> hoeven niet verwijderd te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is een fyllodestumor ?

A

1) komen voor later leeftijd
2) zijn groter en kunnen malignekenmerken bevatten
3) kenmerkend voor nerfvormige spleten door dilatatie van de ductale structuren
4) verwijdering ervan is aangewezen !
-> mammografie is jaarlijke nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat is een papilloma ?

A

dit een goedaardige tumor die aanleiding kan geven tot bloederig secreet
-> deze worden best wel verwijderd want deze zijn moeilijk te onderscheiden van een maligne pappilair weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat is ductectaesie ?

A

dit is de dilatatie van de melkgangen (ductie )
-> komt bilateraal voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat zijn de symptomen van ductectaesie ?
-> wat kan je hieraan doen als het te pijnlijk is ?

A

1) tepelvochtverlies
2) tepelretractie
3) inflammatie
4) abces
-> je kan de melkgangen chirurgisch laten verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat zijn de 2 vormen van mastitis?

A

1) puerperale mastitis
2) niet -puerperale mastitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat houd puerpurale mastitis in ?
dit is een infectie en inflammatie van het borstklierweefsel in de postpartum
26
wat zijn de symptomen van een puerpurale mastitis
-dat zijn de symptomen van een normale ontsteking zoals 1) roodheid 2) zwelling 3) warmte 4) pijn 5) koorts
27
wat is de oorzaak van puerpurale mastitis + hoe behandel je dit ?
opstijgende infectie met staphylococcus aurus of streptococcen -> je geeft antibiotica.
28
is puerperale mastitis een oorzaak om borstvoeding te stoppen ?
neen
29
wat houd niet- puerperale mastitis in ? -> als wat komt het meestal voor ? -> hoe behandel je dit ?
dat is wanneer je klierweefsel ontstoken raakt niet tijdens een postpartum -> peri-areolaire infectie met tekenen van infectie en tepelretractie -> doormiddel van antbiotica en eventuele drainage.
30
wat betekend mastalgie ?
dit betekend pijn of ongemakken in de borsten.
31
wat is de onderverdeling binnen de mastalgie
1) cyclische pijn -> start in de tweede helft van de cyclus en verdwijnt met de menstruatie - pijn wordt uitgelokt door de combinatie van progesteron en oestrogeen 2) niet-cyclische pijn
32
welke behandeling kan je aanraden binnen met cyclische pijn
1) progestativa met anti-oestrogene eigenschappen
33
wat bedoelen ze met niet cyclische pijn ?
Pijn dat afkomstig is door de thoraxwand achter de borst.
34
wat is de oorzaak van cyclische pijnen -> hoe kan je dit controleren ?
het syndroom van tietze -> als er een plats wordt aangeraakt binnen het ribrooster zonder de borst aan te raken
35
welke behandeling kan je krijgen bij niet cyclische pijn ?
Nsaid's innemen
36
hoeveel vrouwen per jaar hebben borstkanker ?
2,5/1000 vrouwen ( vanaf 50 jaar )
37
door wat ontstaat borstkanker ?
dit ontstaat doordat 1 cel in de borst
38
hoelang duurt het ontstaan van een kwaadaardige cel ?
tientallen jaren
39
wat is de meest gevaarlijke periode voor mutaties
de periode tussen de maandstonden en de eerste zwangerschap
40
heeft HCG een positieve of negatieve invloed op de mutaties
het heeft een postieve invloed en brengt de borstcellen tot rust -> zorgt voor een inactivatie van de mutaties -> vertraagt de delingsnelheid
41
wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van borstkanker ?
1) een late zwangerschap 2) of nooit een zwangerschap doorgemaakt te hebben
42
welke gevolgen kunnen er ontstaan als een vrouw hormonen inneemt tegen de menopauze
1) dit zal de borstkanker niet laten ontstaan 2) het zal de celdeling licht laten toenemen
43
door wat groeit de tumor ? -> met wat voedt de tumor zich ?
1) aan de hand van hormonen 2) aan de hand van een groeifactor
44
wat zijn de negen risicofactoren op borstkanker ?
1) leeftijd 2) geografische factoren 3) leeftijd van de eerste menarche en eerste zwangerschap 4) voorgeschiedenis van goedaardige borstaandoeningen 5) ioniserende straling 6) dieet 7) obesitas 8) hormonale medicatie 9 ) genetische predispositie
45
vertel meer over de risicofactor: leeftijd
1) voor de 30 jaar wordt borstkanker nauwelijks gediagnosticeerd 2) dit neemt toe van 30-50 jaar 3) stijgt nog tot 65 jaar om nadien te dalen
46
vertel meer over de risicofactoren: geografische factoren
incidentie is het grootst bij blanke personen in Noord-amerika en West-Europa -> het laagste incidentie is in het verre oosten.
47
vertel meer over de risicofactor: eerste menstruatie en eerste zwangerschap
1) meisjes die vroeg hun regels hebben gehad ( 12jaar) hebben meer kans op borstkanker. Hoe langer gewacht wordt dan daalt het risico met 5% 2) vrouwen die hun eerste kind na 30 jaar krijgen hebben 30-100% meer kans op borstkanker
48
vertel meer over de risicofactor : voorgeschiedenis van goedaardige borstaandoening
een voorgeschiedenis van eenvoudige epitheliale hyperplasie neemt het risico toe
49
vertel meer over de risicofactor: ioniserende straling
blootstelling van jonge mammae aan stralingen verhoogt de risico o borstkanker
50
vertel meer over de risicofactor: dieet
per 10gr alcohol/per dag stijgt de kans op borstkanker met 10%
51
vertel meer over het risicofactor: obesitas
een vrouw die in de menopauze zit en obesitas heeft verhoogt de kans tot 2x
52
vertel meer over de risicofactor: hormonale medicatie
langdurige inname van anticonceptiva, langer dan 10 jaar kan de kans verhogen -> vrouwen in de menopauze nemen best natuurlijke hormonen
53
vertel meer over het risicofactor : genetische predispositie
als je BRCA 1 / BRCA 2 genmutatie hebt heb je 70% meer kans om borstkanker te ontwikkelen -> bij BRCA 1 genmutatie heb j meer kans op eierstokkanker
54
welke maligne afwijkingen aan de borst bestaan er ?
1) ductaal carcinoma in situ 2) lobulair carcinoma in situ 3) invasieve mamacarcinoma 4)
55
vertel wat meer over ductaal carcinoma in situ
ductaal = het zin in de melkkanalen van de borst Carcinoma = een type kanker dat zich ontwikkeld in het epitheelweefsel in situ = de kanker is nog op zijn plaats en is niet verspreid of invasief ->
56
wat kan een symptoom zijn van een conductaal carcinoma in situ
1) bloederig secreet van de tepel 2) palpabele nodus
57
wat is de pathologie van een conductaal carcinoma in situ
1) er zitten duidelijke maligne cellen in de melkkanalen, maar zonder doorbraak van de basale membraam
58
wat is de behandeling van een conductaal carcinoma in situ
1) mastectomie ( heeft een grote veilige marge van 99%) 2) lokale resectie met radiotherapie -> alleen als er nog voldoende borstklierweefsel overblijft.
59
vertel me meer over een lobulair carcinoma in situ
-) wordt niet beschouwd als een maligne pathologie,maar wel als risicofactor voor de ontwikkeling van een mammacarcinoom later
60
vertel me meer over de invasieve mammacarcinoma
1)het is een borstkanker waarbij de cellen in het omliggende borstweefsel is doorgedrongen
61
wat is de frequenst voorkomende borst kanker ?
80% -> condutcaal carcinoma in situ 10% -> lobulaire carcinoma in situ 10% -> tubulaire carcinoma
62
wat zijn de symptomen van een invasieve mammacarcinoma
1) pijnloze knobbel 2) huid intrekking of tepelintrekking 3) vochtverlies uit de tepel 4) vochtverlies van de tepel
63
op welke drie niveaus wordt er gelijktijdig behandeld ?
1) lokaal ( verwijderen van de tumor 2)locoregionaal ( preventie van lokale redicieven door radiotherapie) 3) systemisch ( hormonale behandeling en chemotherapie door preventie van metastasen op afstand)
64
door wat kan een afwijking in de borst opgespoord worden
1) anamnese 2) klinisch onderzoek ( manueel borstonderzoek ) 3) beeldvorming ( mammografie en echografie) 4) cyto-histopathologisch onderzoek ( biopsie om tumorvocht te aspireren)
65
wat zijn de stappen binnen een zelfonderzoek ?
stap 1) observeren stap 2) palperen stap 3)
66
stap 1 = obeserveren -> beschrijf wat de vrouw moet doen
1) de vrouw zit op een stoel en gaat beide borsten observeren naar verandering ° grote of vorm ? °verandering aan de huid ( rimpels, zwellingen, kuiltjes °verandering aan de tepel ( ingetrokken, secretie, eczeem -> je brengt de tepel naar voor waardoor die soepel moet meegeven 2) mevrouw gaat rechtstaan en legt beide armen achter het hoofd en bekijkt opnieuw of er veranderingen zijn 3) je drukt met de armen stevig op de heupen waardoor de schouders en ellebogen naar voren worden gedrukt = zie verandering in de borst ?
67
stap 2 palperen -> wat moet je doen ? -> wat zijn de 2 aandachtspunten ?
aandachtspunt 1: vrouwen met zwaardere borsten doen dit best al liggend aandachtspunt 2: men doet dit best staand onder de douche 1) je plaats de linkerarm achter het hoofd en onderzoek met de rechter arm je linker bost -> borst wordt in 4 verdeeld -> je maakt draaiende bewegingen van de buitenkant naar de tepel toe (dit kan je doen in cirkels, driehoeken of lijnen) 2) je buigt voorover en de linkerborst wordt ondersteund door je linkerhand -> met je rechthand ga je rondom de borst gaan voelen met een rollende beweging en voldoende druk 3) linkerarm hangt terug naar beneden -> je duwt de borst licht naar het midden -> met gestrekte vingers wordt de linkeroksel gecontroleerd => deze stap herhaal je als liggend