Hfst 0 Flashcards
Fylogenetische adaptie
De aanpassing van diersoorten aan hun omgeving over generaties heen.
Ontogenetische adapatie
De aanpassing van individuele organismes aan de omgeving TIJDENS het leven van het organisme.
Leren
Observeerbare veranderingen in het gedrag van een bepaalde organisme als het gevolg van regelmatigheden in de omgeving van dat organisme.
Gedrag
Elke observeebare respons, ongeacht of de respons geproduceerd wordt door het willekeurige zenuwstelsel, het onwillekeurige zenuwstelsel of neuronale processen. Ook gedrag dat enkel observeerbaar is door het organisme zelf (covert gedrag).
Priming
Net als bij leren is er een regelmatigheid in de omgeving en een verandering in gedrag, maar de verandering in gedrag is bij priming geen reactie op de regelmatigheid. Het is een reactie tov een prikkel die op die moment deel uitmaakt van een regelmatigheid.
3 types regelsmatigheden
1) regelm in het voorkomen van één bepaalde prikkel
2) regelm in het samen voorkomen van twee prikkels
3) regelm in het samen voorkomen van een prikkel en een gedrag
Effecten van niet-contingente prikkelaanbieding
De verandering is te wijten aan de regelmatigheden in de aanbieding van één enkele prikkel, los van eventuele verbanden tussen die prikkel en andere prikkels of gedragingen.
Klassieke conditionering
of Pavloviaanse conditionering. De verandering is te wijten aan het samen voorkomen van twee of meerdere prikkels.
Operante conditionering
of instrumentele conditionering. De verandering in gedrag is toe te wijten aan het samen voorkomen van een gedrag en een prikkel.
Gemodereerde leereffecten
Wanneer meerdere regelmatigheden het gedrag beïnvloeden. Het effect van één regelmatigheid in de omgeving hangt af van andere regelmatigheden in de omgeving. (=/= moderatie van leren)
Meta-regelmatigheden
Wanneer meerere regelmatigheden gelijktijdig aanwezig zijn in een bepaalde situatie (dus, regelmatigheden in het optreden van regelmatigheden).
Leerprocedures
Datgene wat een onderzoeker doet, het creëren van een experimentele context.
Leereffecten
Een niet-observeerbare causale relatie, waarbij de regelmatigheid de oorzaak is van de geobserveerde verandering in gedrag.
De functionele benadering
- Omgevingsfactoren beschrijven die een invloed hebben op leren.
- Deze benadering wordt gebruikt om gedrag te voorspellen en te beïnvloeden.
- Men gaat op zoek naar moderatoren.
De cognitieve benadering
- Mentale processen beschrijven waardoor regelmatigheden in de omgeving een invloed hebben op gedrag.
- Deze benadering wordt gebruikt om de functionele kennis te verklaren.
- Men gaat op zoek naar mediatoren.