Hfst 1 Flashcards Preview

informatica > Hfst 1 > Flashcards

Flashcards in Hfst 1 Deck (39)
Loading flashcards...
1
Q

Zo digitaliseer je een foto

A
  1. verdeel beeld in punten

2. Geef ieder puntje een kleur

2
Q

Resolutie =

A

De fijnheid van de verdeling van punten

3
Q

Eenheid van resolutie

A

Dpi

4
Q

Rgb kleurenmodel

A

Je mengt kleuren met licht. Met de kleuren rood, groen en blauw

5
Q

Cmyk kleurenmodel

A

Wordt gebruikt voor drukwerk. Met cyaan, magenta en yellow. De K staat voor zwart

6
Q

Kleuren mengen met rgb

A

De waarden lopen van 0 tot 255. In totaal zijn er 256 mogelijkheden

7
Q

Hsb kleurenmodel

A
Hue= de tint. Een kleur op regenboog
Saturation= verzadiging. Hoe fel de kleur is
Brightness= helderheid. Hoe licht de kleur is
8
Q

Digitaliseren

A

In getallen

9
Q

Analoog

A

Niet digitaal

10
Q

3d wereld

A

Opgebouwd in driehoekjes. Zo’n driehoek is met 9 getallen vast te leggen

11
Q

Transitoren

A

Schakelaars die in een computerchip zitten

12
Q

Kleurwaarden in bits

A

Kun je nummeren van 1 tot 256.
Er zijn 16+mln kleuren.

Rgb waarde wordt opgeslagen in 3 bytes elke pixel heb je dus 3 bytes nodig om kleur op te slaan

13
Q

Alu =

A

Arithmic and logoc unit = het deel van de chip de berekeningen uitvoert

14
Q

Ascii

A

Een letterteken is 1 byte. Daardoor is ruimte voor 255 tekens

15
Q

Unicode

A

Zijn tekens. Er zijn 120k tekens. Er worden max 21 bits gebruikt

16
Q

Utf 8

A

Wordt gebruikt om teksten klein te houden.

17
Q

Vb van standaardisatie

A
  • tijdmeting
  • kalender
  • allerlei maten voor lengte etc
  • vorm stekkers
18
Q

Formaten in afbeeldingen

A

Een foto van 2000 bij 3000 pixels is 36 mb

19
Q

Windows bitmap

A
  • pixels worden 1 voor 1 opgeteld
  • er is geen compressie toegepast
  • vooraan in bestand staat algemene info waaronder afmeting van het beeld
  • daarma komen de kleuren van pixels in een lange rij
20
Q

Compressie van afbeeldingen

A
  • Door het kort opschrijven van herhalingen

- minder dan 16 mln kleuren gebruiken door zwart wit foto

21
Q

Gif

A

Past compressie toe en is met beperkte kleuren. Werkt met palet van max 256 kleuren

22
Q

Dithering

A

Wordt in gif toegepast. Overgang tussen kleuren vloeiend maken

23
Q

Png

A

Gebruikt alle kleuren. Is goed voor afbeeldingen die geen foto zijn.
De compressie bij gif en png verandert de kwaliteit van de afbeelding niet

24
Q

Jpeg (jpg) het formaat van foto’s

A
  • compressie is niet verliesloos
  1. Verdeelt foto in blokjes van 8 bij 8 pixels
  2. Kleur van pixel wordt linksboven vastgelegd
  3. Daarna info over verschil in kleur met de andere pixels
25
Q

Photoshop

A

Kan afbeeldingen als jpg exporteren. Maar gebruikt eigen bestandstype om op te slaan

26
Q

Vector graphics

A

Instructies geven om de pixels van een afbeelding te kleuren

27
Q

Voordelen vector graphics

A
  • je bespaart enorm op de grootte van een bestand
  • het wordt gemakkelijk om elementen in de afbeelding te veranderen

Vector is alleen geschikt voor stripachtige tekeningen of diagrammen

28
Q

Geluidsgolven opnemen

A

Het ziet eruit als een serie sprieten

29
Q

Geluid digitaliseren door sampling

A

Duizende keren per seconde de hoogte van de golf (amplitude) meten. Het wordt toegepast op cd’s. Het geluid wordt gedigitaliseerd

30
Q

Compressie bij geluid

A

Door mp3. Slim opslaan van herhalingen. Toonhoogte is ook beperkt. De compressie is daardoor lossy, niet verliesloos

31
Q

Digitale video en mpeg

A

Mpeg maakt gebruik van het feit dat er vaak weinig verschillen zijn tussen 2 opeenvolgende beelden.

32
Q

Continu

A

Een lange lijn

33
Q

Discreet

A

De lijn is in verschillende stapjes

34
Q

Vb discrete schaalverdelingen

A
  • licht naar donker
  • mat naar fel in kleur
  • links naar rechts
  • zacht naar hard geluid
  • laag naaf hoog van geluid
35
Q

Bestanden met info

A

De info van harde schijf is verdeeld op bestanden. Bestanden staan in mappen

36
Q

Bestandsnamen met een extensie

A

De naam van een bestand geeft info over het soort info dat in het bestand staat

37
Q

A en b schakeling

A

Alles met 0 =0

1+1=1

38
Q

A of b schakeling

A

Alles met 1=1

0+0=0

39
Q

A xof b schakeling

A

0+0=0
0+1=1
1+0=1
1+1=0