Hoofdstuk 1 Flashcards
(34 cards)
Empirische onderzoekscycylus
- onderzoeksvraag formuleren
- studie ontwerpen
- data verzamelen
- data analyseren
- rapporteren
preregistratie
Het vastleggen van de onderzoeksvraag, onderzoeksopzet en methode van dataverzameling en -analyse
Full disclosure
houdt in dat volledige openheid wordt gegeven over het onderzoeksproces
Publication bias
Verwijst naar het fenomeen dat het gemakkelijker is om onderzoek te publiceren dat wel een effect laat zien dan onderzoek dat geen effect laat zien.
Operationalisaties
Vormen de vertaling van de definitie van het theoretische construct naar een meetinstrument of manipulatie.
Meetinstrument
De bedoeling van een meetinstrument is om op consistente wijze een variabele (zoals de mate van extraversie of neiging tot nadenken) te kwantificeren, oftewel te representeren in een datareeks van getallen. Het is hierbij uitdrukkelijk niet de bedoeling dat er iets wordt beïnvloed.
Manipulatie
Waar meetinstrumenten tot doel hebben om datapunten te verzamelen zonder het betreffende construct te beïnvloeden, is het doel van manipulaties juist wel om een construct te beïnvloeden. Door het manipuleren van variabelen in (quasi-)experimenteel onderzoek kan onderzocht worden of er een causaal verband bestaat tussen twee variabelen, oftewel, of een verandering in de ene variabele een verandering in de andere variabele veroorzaakt. Net zoals meetinstrumenten ontwikkeld zijn om een specifiek construct te meten, zijn manipulaties ontwikkeld om een specifiek construct (of soms een combinatie van constructen) te beïnvloeden.
Meetmodel
Visualiseert hoe een variabele via stimuli of items wordt geoperationaliseerd. In zo’n meetmodel worden de variabelen of constructen weergegeven in ovalen. De stimuli of items die het construct operationaliseren, bijvoorbeeld de vragen op een vragenlijst, vormen de indicatoren die in rechthoeken worden weergegeven.
Reflectief meetmodel
In een reflectief meetmodel lopen er lijnen van het construct, ook wel de latente variabele genoemd, naar de indicatoren. De richting van de pijl is hier belangrijk. Een reflectief meetmodel waarin de pijl van het construct naar de indicatoren loopt veronderstelt dat het construct (bijvoorbeeld mate van neiging tot nadenken) bepaalt hoe op de indicatoren wordt gescoord (antwoorden op de Need for Cognition Scale).
Betrouwbaarheid
De stabiliteit van een meetinstrument over herhaalde metingen
niet-systematische meetfout (ook wel ruis of random measurement error in het Engels)
Toevallige invloeden op de testscore.
Systematische meetfout, ook wel bias
Er geen sprake van een toevallige verstoring van het meetresultaat, maar van een systematische vertekening.
Validiteit
De mate waarin een meetinstrument meet wat het moet meten.
causale opvatting van validiteit
een test valide om een bepaald construct te meten als (1) het construct bestaat en (2) de verschillen tussen (of binnen) mensen op het construct tot verschillende uitkomsten op het meetinstrument leiden.
constructvaliditeit
Wordt er gekeken in hoeverre interpretaties van testscores ondersteund worden door theorie en empirisch bewijs voor het gebruik van deze test.
indruksvaliditeit of face validity
De mate waarin het meetinstrument de indruk geeft te meten wat het zou moeten meten na bestudering van het meetinstrument door een leek of iemand uit het vakgebied.
criteriumvaliditeit of criterion validity
De mate waarin de uitkomsten van een meetinstrument als verwacht samenhangen met die op een ander meetinstrument of uitkomstmaat.
externe validiteit
De mate waarin de uitkomsten van een studie gegeneraliseerd kunnen worden naar de doelpopulatie.
inhoudsvaliditeit of content validity
De mate waarin de items van het meetinstrument het gehele construct omvatten.
Bias
Vertekeningen van het meetresultaat omdat een meetinstrument niet valide is.
Kwantitatief onderzoek
Dit is onderzoek waarmee aan de hand van meetinstrumenten en manipulaties getallen worden toegekend aan variabelen. Deze getallen vormen datareeksen die worden geanalyseerd met statistische software. Kwantitatief onderzoek heeft een groot nadeel: het vereist operationalisaties van hoge kwaliteit (dat is, operationalisaties die betrouwbaar en valide zijn). Deze zijn lang niet altijd voorhanden.
Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek heeft vaak als doel het perspectief van deelnemers te interpreteren en te begrijpen. Dataverzameling bij kwalitatief onderzoek is minder gestandaardiseerd dan bij kwantitatief onderzoek. Bij kwalitatief onderzoek staat de individuele zienswijze van de deelnemer centraal en zal een interviewer bijvoorbeeld doorvragen als het interview daar aanleiding toe geeft. Dit in tegenstelling tot kwantitatief onderzoek waarbij bij iedereen hetzelfde meetinstrument op dezelfde wijze wordt afgenomen.
probability sample
Elk lid van de populatie heeft een bepaalde, bekende kans (probability) om te worden opgenomen in de steekproef (sample).
non-probability sample
Weet je niet wat de kans is dat een bepaald lid van de populatie wordt opgenomen in de steekproef.