Hoofdstuk 1 Flashcards
(41 cards)
1
Q
everyone
A
allemaal
2
Q
teacher
A
docent
3
Q
other
A
andere
4
Q
get to know
A
kennismaken
5
Q
teaches
A
lesgeven
6
Q
name
A
de naam
7
Q
first name
A
de voornaam
8
Q
surname
A
de achternaam
9
Q
from
A
uit
10
Q
country
A
het land
11
Q
come
A
komen
12
Q
neighbour
A
de buurman
13
Q
of
A
van
14
Q
what’s your name?
A
how heet jij?
15
Q
live
A
woonen
16
Q
address
A
het adres
17
Q
number
A
het nummer
18
Q
answer
A
het antwoord
19
Q
say (call)
A
zeggen
20
Q
but
A
maar
21
Q
here
A
hier
22
Q
go on (continue)
A
verdergaan
gaan verder
23
Q
lesson
A
de les
24
Q
everyone
A
iedereen
25
book
het boek
26
text
de tekst
27
page
de bladzijde
28
listen
luisteren
29
read
lezen
30
to
naar
31
stop
stoppen
32
for a moment
even
33
break
de pauze
34
Italy
Italië
35
Vietnam
Vietnam
36
Vietnamese
Vietnamees
37
Italian
Italiaans
38
afternoon
middag
39
evening
avond
40
morning
morgen
41
