hoofdstuk 1 Flashcards
(48 cards)
Wat is ontwikkelingspsychologie?
Een wetenschap die stabiliteit en verandering van gedrag wil begrijpen over de levensloop in verschillende domeinen: fysiek, cognitief, emotioneel, en sociaal.
Ontwikkelingspsychologie heeft ook interesse voor beïnvloedende factoren voor ontwikkeling, is toegepast en interdisciplinair.
Wat zijn de twee manieren van denken over talent of intelligentie?
- Growth mindset
- Fixed mindset
Growth mindset gelooft in ontwikkeling door inspanning, terwijl fixed mindset gelooft dat capaciteiten vastliggen.
Wat is de rol van een growth mindset bij falen?
Falen wordt gezien als een interessante uitdaging en een kans om anders aan te pakken.
Dit staat in contrast met de fixed mindset, die leidt tot hulpeloosheid.
Wat beschrijven theorieën over ontwikkeling?
Ze tonen systematische patronen, helpen verklaren waar het vandaan komt en voorspellen wat er later kan gebeuren.
Voorbeeld: De ontwikkeling van hechtingsrelaties.
Wat zijn de structurele kenmerken van de ontwikkelingspsychologie?
- Continue versus discontinue ontwikkeling
- Kwalitatieve veranderingen
- Kwantitatieve veranderingen
Kwalitatieve veranderingen zijn abrupte veranderingen, terwijl kwantitatieve veranderingen geleidelijk zijn.
Wat zijn de twee soorten ontwikkeling volgens de ontwikkelingspsychologie?
- Continue ontwikkeling
- Discontinue ontwikkeling
Continue ontwikkeling betreft graduele veranderingen, terwijl discontinue ontwikkeling abrupt kan zijn.
Wat houdt de discussie over erfelijkheid versus milieu in?
Het gaat over de invloed van biologische eigenschappen versus omgevingsfactoren op ontwikkeling.
Tegenwoordig wordt erkend dat beide factoren op complexe wijze met elkaar interageren.
Wat is het levensloopperspectief in de ontwikkelingspsychologie?
Ontwikkeling is levenslang, multidimensioneel, plastisch en ingebed in verschillende contexten.
Dit perspectief benadrukt de interactie tussen fysieke, cognitieve en emotionele ontwikkeling.
Wat zijn de twee basisdriften volgens Freud?
- Libido (gericht op leven, plezier)
- Thanatos (gericht op destructie, dood)
Deze driften beïnvloeden de ontwikkeling van de persoonlijkheid.
Wat zijn de psychoseksuele stadia volgens Freud?
- Oraal (geboorte – 1 jaar)
- Anaal (1-3 jaar)
- Fallisch (3-6 jaar)
- Latentie (6-11 jaar)
- Genitaal (adolescentie)
Elke fase heeft een specifieke erogene zone.
Wat is de kritiek op Freud’s theorie?
Te grote klemtoon op seksuele gevoelens in ontwikkeling en geen longitudinaal onderzoek bij kinderen.
De theorie is ook cultuurspecifiek voor de 19e eeuw.
Wat is het verschil tussen Freud en Erikson in hun visie op het ego?
- Freud: defensief, verdedigt tegen bedreigingen
- Erikson: constructief, actief oplossen van conflicten
Erikson heeft een meer positieve visie op de ontwikkeling van de identiteit.
Wat is de rol van de sociale omgeving volgens Erikson?
De sociale omgeving (cultuur) speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling.
Dit in tegenstelling tot Freud, die een minimale rol toekende aan de omgeving.
Wat is het verschil in visie op het ego tussen Freud en Erikson?
Freud: defensief, Erikson: constructief
Freud ziet het ego als defensief dat zich verdedigt tegen dreigingen van het id en super-ego, terwijl Erikson het ego ziet als een actieve kracht die conflicten oplost.
Hoe verschilt de visie op de sociale omgeving tussen Freud en Erikson?
Freud: minimale rol, Erikson: substantiële rol
Freud legt de nadruk op intrapsychische processen, terwijl Erikson de sociale omgeving beschouwt als cruciaal voor psycho-sociale ontwikkeling.
Wat is de duur van ontwikkeling volgens Freud en Erikson?
Freud: na 5 jaar vast, Erikson: levenslang proces
Freud gelooft dat de persoonlijkheid na de kindertijd vastligt, terwijl Erikson stelt dat ontwikkeling een levenslang proces is met verschillende stadia.
Noem de psychosociale conflicten volgens Erikson.
- Vertrouwen vs wantrouwen
- Autonomie vs schaamte
- Initiatief vs schuld
- Vlijt vs minderwaardigheid
- Identiteit vs verwarring
- Intimiteit vs isolement
- Generativiteit vs stagnatie
- Ego-integriteit vs wanhoop
Deze conflicten zijn centrale thema’s in Erikson’s theorie van psychosociale ontwikkeling.
Wat houdt het epigenetisch model in?
Groeien van binnenuit volgens een vast stramien
Het model stelt dat ontwikkeling universeel is, maar contextueel ingevuld, met implicaties voor identiteitsontwikkeling.
Wat zijn de voor- en nadelen van Erikson’s theorie?
- Voordelen: unieke levensgeschiedenis, inspireert onderzoek
- Nadelen: geïsoleerd, moeilijk te onderzoeken
Erikson’s nadruk op individuele levensgeschiedenissen heeft geleid tot veel onderzoek, maar zijn ideeën zijn soms moeilijk te verifiëren.
Wat is klassieke conditionering?
Associatie tussen neutrale en ongeconditioneerde stimulus
Klassieke conditionering, beschreven door Pavlov, houdt in dat een neutrale stimulus een geconditioneerde reactie uitlokt door associatie met een ongeconditioneerde stimulus.
Wat is operante conditionering?
Gedrag beïnvloedt door bekrachtiging of straf
B.F. Skinner beschrijft operante conditionering als een proces waarbij gedrag toeneemt of afneemt door de gevolgen ervan.
Wat zijn de kernassumpties van het behaviorisme?
- Mens = passief
- Gedrag is mechanisch geprogrammeerd
- Ontwikkeling is kwantitatief accumulatieproces
Behaviorisme benadrukt dat menselijk gedrag wordt bepaald door omgevingsinvloeden en dat ontwikkeling een continu proces is.
Wat is de rol van modeling in de sociale leertheorie van Bandura?
Imitatie en observerend leren
Bandura’s sociale leertheorie benadrukt dat leren plaatsvindt door observatie en imitatie van anderen.
Wat zijn de stadia van Piaget’s cognitieve ontwikkeling?
- Sensorimotorische fase (0-2 jaar)
- Pre-operationele fase (2-6 jaar)
- Concreet operationele fase (7-12 jaar)
- Formeel operationele fase (12 jaar en ouder)
Piaget stelt dat kinderen in verschillende stadia van cognitieve ontwikkeling actief kennis opbouwen door interactie met de wereld.