Hoofdstuk 1 Flashcards Preview

Theorie > Hoofdstuk 1 > Flashcards

Flashcards in Hoofdstuk 1 Deck (24)
Loading flashcards...
1
Q

Remmen

A

Er is direct gevaar

Verminder jouw snelheid aanzienlijk

2
Q

Gas loslaten

A

Er is mogelijk gevaar

Wees voorbereid om snel te kunnen handelen

3
Q

Niets doen

A

Er is geen gevaar

Houd de huidige snelheid aan

4
Q

Obstakel aan jouw kant en/of beide kanten van de weg

A

Remmen

5
Q

Ballon/voetbal op of naast de weg

A

Remmen

6
Q

Dieren op de weg

A

Remmen

7
Q

Tegemoetkomend verkeer moet voorgelaten worden

A

Remmen

8
Q

Slecht weer (je zicht is ernstig beperkt)

A

Remmen

9
Q

Kinderen/ gehandicapten op of naast de weg

A

Remmen

10
Q

Gevaarlijk kruispunt of gevaarlijke bocht(en); let op de verkeerborden

A

Remmen

11
Q

Vrachtwagen in de buurt

A

Gas loslaten

12
Q

Smalle wegen en/of bochten

A

Gas loslaten

13
Q

Dieren in de berm of naast de weg

A

Gas loslaten

14
Q

Te dicht op je voorganger, volgafstand vergroten

A

Gas loslaten

15
Q

Slechte weersomstandigheden

A

Gas loslaten

16
Q

Verandering max. toegestane snelheid

A

Gas loslaten

17
Q

Geparkeerde auto’s (hier kunnen voetgangers achter vandaan komen)

A

Gas loslaten

18
Q

Snelheid is goed

A

Niets doen

19
Q

Geen dreigend gevaar

A

Niets doen

20
Q

Genoeg ruimte

A

Niets doen

21
Q

Duidelijk overzicht op de weg

A

Niets doen

22
Q

Geen andere weggebruikers

A

Niets doen

23
Q

Geen bochten, geen gevaarlijke kruispunten etc.

A

Niets doen

24
Q

Overzichtelijk kruispunt, overtuigd zijn van je voorrangerskennis

A

Niets doen