Hoofdstuk 13 Flashcards

1
Q

Wederzijds regulatiemodel

A

Model waarin baby’s en ouders emotionele
stemmingen aan elkaar leren communiceren en
daar adequaat op leren reageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Social referencing

A

Het doelbewust zoeken naar informatie over de
gevoelens van anderen om onduidelijke
omstandigheden en gebeurtenissen te kunnen
verklaren.
-> helpt ons bepalen wat in bepaalde situaties
een geschikte reactie kan zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

theory of mind

A

de (cognitieve) vaardigheid om aan jezelf en aan anderen gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op gedrag van anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Differentiële emotietheorie

A

Theorie van Izard die stelt dat het uiten van
emoties aangeeft welke emotionele ervaringen
iemand heeft en tegelijkertijd deze emoties
helpt reguleren.
-> vb: boos kijken geeft niet alleen de
uitdrukking aan de emotie boosheid, het helpt
ook met de boosheid leren omgaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

scheidingsangst

A

de angst die bij kinderen wordt opgeroepen door de afwezigheid van hun verzorger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vreemdenangst

A

voorzichtigheid en terughoudendheid die baby’s laten zien als ze een onbekende ontmoeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wederzijdse socialisatie

A

proces waarbij het gedrag van baby’s nieuwe responsen van ouders en andere verzorgers oproept en vice versa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Model waarin baby’s en ouders emotionele
stemmingen aan elkaar leren communiceren en
daar adequaat op leren reageren.

A

Wederzijds regulatiemodel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het doelbewust zoeken naar informatie over de
gevoelens van anderen om onduidelijke
omstandigheden en gebeurtenissen te kunnen
verklaren.
-> helpt ons bepalen wat in bepaalde situaties
een geschikte reactie kan zijn

A

Social referencing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de (cognitieve) vaardigheid om aan jezelf en aan anderen gevoelens, ideeën en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op gedrag van anderen

A

theory of mind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Theorie van Izard die stelt dat het uiten van
emoties aangeeft welke emotionele ervaringen
iemand heeft en tegelijkertijd deze emoties
helpt reguleren.
-> vb: boos kijken geeft niet alleen de
uitdrukking aan de emotie boosheid, het helpt
ook met de boosheid leren omgaan.

A

Differentiële emotietheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de angst die bij kinderen wordt opgeroepen door de afwezigheid van hun verzorger

A

scheidingsangst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorzichtigheid en terughoudendheid die baby’s laten zien als ze een onbekende ontmoeten

A

vreemdenangst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

proces waarbij het gedrag van baby’s nieuwe responsen van ouders en andere verzorgers oproept en vice versa

A

wederzijdse socialisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly