Hoofdstuk 16 Flashcards
(100 cards)
1
Q
onveranderlijk, altijd
A
invariably
2
Q
waard, kroegbaas
A
innkeeper
3
Q
redelijk
A
reasonably
4
Q
salade
A
a salad
5
Q
rosbief
A
roast beef
6
Q
naast
A
alongside
7
Q
mits
A
provided
8
Q
vergezellen
A
to accompany
9
Q
volwassene
A
an adult
10
Q
wedden
A
betting
11
Q
fatsoenlijk
A
respectable
12
Q
richting, godsdienst
A
denomination
13
Q
tevoorschijn komen
A
to emerge
14
Q
schisma, scheuring
A
schism
15
Q
zich voordoen, optreden
A
to occur
16
Q
verwerpen
A
to reject
17
Q
macht
A
supremacy
18
Q
paus
A
pope
19
Q
vergemakkelijken
A
to facilitate
20
Q
grondbeginsel, leerstelling
A
tenet
21
Q
stichting
A
foundation
22
Q
stichten
A
to found
23
Q
gevestigd
A
established
24
Q
onaangeroerd
A
undisturbed
25
te maken hebben met
to be associated with
26
opkomst
rise
27
verbreiding
proliferation
28
aanhanger
adherent
29
voornamelijk
essentially
30
stedelijke gemeenschap
urban community
31
regering
government
32
grondwettelijk
constitutional
33
monarchie, koninkrijk
monarchy
34
grondwet
constitution
35
uitvoering van de wet
legislative enactment
36
rechtbank
court of law
37
heersen
to reign
38
ere, bij wijze van eer
honorific
39
tegenhouden
to veto
40
een recht uitoefenen
to exercise a right
41
macht uitoefenen
to wield power
42
uitvoerend
executive
43
premier, eerste minister
prime minister
44
meerderheidspartij
majority party
45
benoemen
to appoint
46
staatssecretaris
junior minister
47
huizen bij, gelegen zijn bij
to be vested in
48
erfelijk
hereditary
49
bij benoeming
appointive
50
kiezen
to elect
51
termijn, ambtsperiode
term
52
algemene verkiezingen uitschrijven
to call general elections
53
ontdoen van
to strip of
54
vertragen
to delay
55
wetgeving
legislation
56
vertegenwoordiger
representative
57
feitelijk
effectively
58
beheersen, controle uitoefenen over
to control
59
voetbal vandalisme
hooliganism
60
toenemen
to be on the increase
61
woordvoerder
spokesman
62
verklaring aan de pers/ media
statement to the press
63
sterke maatregelen
strong measures
64
voorval, gebeurtenis
incident
65
compleet vernielen
to wreck
66
de laatste druppel
the final straw
67
iemand arresteren
to make an arrest
68
gevestigde orde
establishment
69
volslagen onzin
arrant nonsense
70
onderzoek
survey
71
pure verveling
sheer boredom
72
staalfabriek
steel works
73
vuilnis ophalen
to collect garbage
74
geoefendheid, vaardigheid
skill
75
toewijding
dedication
76
te weinig zijn van
to be in short supply
77
allebei deze boeken
both these books
78
wij beiden
both of us
79
het dubbele bedrag
double the sum
80
een half uur
half an hour
81
een halve fles
half a bottle
82
de helft van zijn geld
half his money
83
de helft van ons
half of us
84
krijgsraad
court martial
85
de aanwezige mensen
the people present
86
onheuglijke tijden
time immemorial
87
de regerende koningin
the queen regnant
88
ik heb nog nooit zo'n mooie film gezien
I have never seen such a beautiful film
89
je kunt deze doek nemen om er de glazen mee af te drogen
You can take this cloth to dry the glasses with
90
allebei deze boeken
both these books
91
wij beiden
both of us
92
het dubbele bedrag
double the sum
93
een half uur
half a hour
94
een halve fles
half a bottle
95
de helft van zijn geld
half his money
96
de helft van ons
half of us
97
krijgsraad
court martial
98
de aanwezige mensen
the people present
99
onheuglijke tijden
time immemorial
100
de regerende koningin
the queen regnant