Hoofdstuk 2 Flashcards
(42 cards)
wat is functionele detailhandelsbestedingen?
Onder de functionele detailhandelsbestedingen verstaan we dat gedeelte van de totale particuliere consumptie dat via bedrijven met een geheel of gedeeltelijke detailhandelsfunctie wordt afgezet.
Uit welke drie categorieen valt de particuliere consumptie uiteen?
De particuliere consumptie valt uiteen in drie categorieën:
- Levensmiddelen
- Duurzame en overige goederen
- Diensten
Wat valt onder institutionele detailhandel?
Onder institutionele detailhandel vallen alle ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het bedrijven van detailhandel.
Wat is de hoofdactivteit?
De hoofdactiviteit is die activiteit waarin meer dan de helft van de omzet wordt behaald.
Wat is institutionele detailhandelsbestedingen?
Met institutionele detailhandelsbestedingen wordt de totale omzet van alle tot de institutionele detailhandel behorende bedrijven bedoeld.
Wat is het verschil tussen functionele en institutionele detailhandelbestedingen?
De institutionele detailhandelsbestedingen zijn lager dan de functionele detailhandelsbestedingen.
Wat is de maandstatistiek detailhandel?
De indeling naar goederensoorten wordt gehanteerd in de Maandstatistiek Detailhandel.
Die statistiek geeft een indruk van de ontwikkelingen van de omzet (nominale ontwikkeling) en de prijs en de afzet (volumeontwikkeling)
Welke hoofdcategorieen zijn er bij de maandstatistiek detailhandel?
De foodsector (voedings- en genotmiddelen):
- Aardappelen, groenten en fruit
- Vlees en vleeswaren
- Vis
- Zuivelproducten
- Brood, beschuit en broodproducten
- Overige voedingsmiddelen
- Consumptie-ijs
- Zoetwaren
- Dranken
- Tabak
De non-foodsector (duurzame goederen):
- Textiel en kleding
- Lederwaren en schoeisel
- Woninginrichting
- Huishoudelijke apparaten
- Huishoudelijke artikelen
- Voertuigen
- Overige duurzame goederen
Wat is e-tail?
De onlinegoederenretail noemen we ook wel e-tail.
Wat is de e-tailomzet?
De omzet van de goederenretail via het onlinekanaal noemen we e-tailomzet.
Wat is het verschil tussen webrooming en showrooming?
Webrooming is het online oriënteren en offline kopen. Showrooming is het offline oriënteren en online kopen.
Wat is de belangrijkste verdeling van de omvang in de detailhandel?
De belangrijkste verdeling van de omvang in de detailhandel is die tussen het grootwinkelbedrijf en het midden- en kleinbedrijf (MKB).
Wat is de GWB, middenbedrijf en kleinbedrijf?
Het grootwinkelbedrijf (GWB) zijn ondernemingen met meer dan honderd werknemers, het middenbedrijf met tussen de tien en honderd werknemers en het kleinbedrijf met minder dan tien werknemers.
Wat zijn inkoopverenigingen?
organisaties van onafhankelijke retailers, vaak op coöperatieve basis,
die willen komen tot een conditieverbetering voor de aangesloten leden door middel van
bundeling van inkoopvolumes. Er was nog geen sprake van formulevorming.
Wat zijn vrijwillig filliaalbedrijven?
zelfstandig ondernemers verbinden zich tot afnames van één
bepaalde grossier en waarbij de aangesloten bedrijven zich presenteren onder één formulenaam. Zij zijn zelfstandig opererende winkels, maar onder een overkoepelende organisatie. Een ontwikkeling van inkoopverenigingen.
Wat is franchising
onafhankelijke ondernemers (franchisenemers) kunnen zich aansluiten bij een centrale formulebeheerder: de franchisegever.
Welke drie type franchising zijn er?
Hard franchising, de franchisegever stelt harde eisen op elk onderdeel van de marketingmix.
o Soft franchising, bij minder stringente eisen of op slechts enkele onderdelen van de marketingmix.
o Conversiefranchise, eigen filialen worden omgezet in franchisevestigingen.
Wat zijn de voordelen van de franchisenemer?
De voordelen voor de franchisenemer zijn dat hij zich tegen betrekkelijk geringe kosten kan aansluiten bij een gerenommeerde formule en zijn aandacht niet meer hoeft te verdelen over de vele aandachtsvelden die gepaard gaan met het bedrijven van detailhandel.
`Wat zijn de voordelen voor een franchisegever?
Het voordeel voor de franchisegever, naast de directe opbrengst van de fee, is dat de formule sneller en met minder eigen investeringen kan worden geëxpandeerd.
Wat is de logistiekgeorienteerde detailhandel?
wanneer de nadruk van het dagelijkse bedrijfsproces ligt op de organisatie van de goederenstroom. Centraal staat het volgende aankoopgedrag
van de consument ‘routinematig aanschaffen van bekende artikelen’. Availibility is belangrijker dan innovation. De dagelijkse werkzaamheden zijn gefocust op de interne logistiek goed op orde te houden. We vinden deze manier vooral bij ondernemingen die zich richten op de voorziening in dagelijkse levensbehoeften
Wat is de verkoopgeorienteerde detailhandel?
wanneer de nadruk in het bedrijfsproces ligt op het
organiseren en het op gang houden van de klantenstroom. Vaak gaat het om bedrijven met een relatief laagfrequent aangeschafte artikelcategorieën, weinig stabiele assortimenten en een aankoopgedrag van de consument met een beperkte oriëntatie. De verkoopbaarheid staat vaak centraal
Wat zijn de kenmerken van de verkoopgeorienteerde detailhandel?
o Discountachtigeaanpak o Relatief laagfrequent gekocht artikelpakket o Wisselendeassortimenten o Relatiefhogeomzetsnelheden o Relatieflagemarges o Zelfbediening oBeperktprobleemoplossendgedrag
Wat zijn de kenmerken van de logistiekgeorienteerde detailhandel?
o Hogeomzetsnelheden o Stabiele assortimenten o Lagemarges o Zelfbediening oEfficiënte,inzichtelijkepresentatie o Veel klanten die vaak komen uit kleine marktgebieden.
Wat is de inkoopgeorienteerde detailhandel?
wanneer de nadruk van het dagelijkse bedrijfsproces ligt
op de voortdurende vernieuwing van het assortiment. Het gaat vaak om artikelcategorieën waarbij men te maken heeft met snelle, modieuze ontwikkelingen en een aankoopgedrag met uitgebreide oriëntatie. Het inkoopproces richt zich op het voorspellen en inschatten van modetrends en op de ontwikkelingen in het consumentengedrag.