Hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Agglomeratie

A

Aaneengesloten stedelijke bebouwing die zich over meer dan één gemeente uitstrekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CBD

A

Centrum van een stad waar allerlei kantoren gevestigd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Compacte stad

A

Stadsvernieuwing waarbij het opvullen van open plekken en het bouwen van nieuwe wijken uitgangspunten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Drempelwaarde

A

Het minimum aantal mogelijke klanten dat nodig is om een goed of dienst op een bepaalde plaats met winst te kunnen aanbieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoofdstad

A

Belangrijkste stad van een land waar meestal de regering zetelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Koloniale dubbelstad

A

Een stad die bestaat uit een westers en niet-westers stadsdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly