hoofdstuk 3: gegevens samenvatten Flashcards

(53 cards)

1
Q

Wat is univariate analyse?

A

Analyse met 1 kolom in een datamatrix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is bivariate analyse?

A

Analyse met 2 kolommen in een datamatrix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is multivariate analyse?

A

Analyse met meer dan 1 kolom in een datamatrix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een frequentieverdeling?

A

Een telling van individuen met dezelfde meetuitslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de definitie van frequentie?

A

Het aantal keer dat een meetuitslag voorkomt (absoluut of relatief).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn centrummaten?

A

Statistische waarden die het centrum van een dataset beschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn spreidingsmaten?

A

Statistische waarden die de spreiding of variabiliteit van een dataset beschrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de verschillende soorten gegevens die samengevat kunnen worden?

A
  • Kwalitatieve gegevens
  • Kwantitatieve continue gegevens
  • Kwantitatieve discrete gegevens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van gegevens samenvatten?

A

Om de gegevens overzichtelijk en begrijpelijk te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een frequentietabel?

A

Een tabel die de frequenties van verschillende categorieën weergeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de kolommen in een frequentietabel?

A
  • Categorie
  • Absolute frequentie
  • Relatieve frequentie
  • Valid
  • Cumulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een kolomgrafiek?

A

Een grafische methode waarbij categorieën op de horizontale as staan en frequenties op de verticale as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een reepdiagram?

A

Een grafische methode met absolute of relatieve frequenties op de horizontale as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een cirkeldiagram?

A

Een grafische methode die de verhouding van categorieën in een cirkel weergeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Paretodiagram?

A

Een diagram dat categorieën in dalende volgorde van frequentie plaatst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kwalitatieve variabelen?

A
  • Nominaal
  • Ordinaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn kwantitatieve variabelen?

A
  • Continue
  • Discreet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een histogram?

A

Een grafische voorstelling van de frequentie van kwantitatieve gegevens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een frequentiepolygoon?

A

Een lijn die de toppen van de histogrammen verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een cumulatief frequentiepolygoon?

A

Een grafiek die de cumulatieve frequenties van verschillende klassen weergeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn percentielen?

A

De percentielscore p is het procentueel aantal metingen dat kleiner dan of gelijk aan een observatie X is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de betekenis van P75?

A

De waarde waaronder 75% van de waarnemingen valt.

23
Q

Wat is een stem-and-leaf plot?

A

Een grafische methode die de frequentie van gegevens in een compacte vorm weergeeft.

24
Q

Wat is frequentiedichtheid?

A

De frequentie per eenheid van het klasse-interval.

25
Wat is de 80-20 regel in een Paretodiagram?
80% van de effecten komen voort uit 20% van de oorzaken.
26
Wat is de functie van continuïteitscorrectie?
Zorgt ervoor dat metingen zich in het centrum van de klasse bevinden.
27
Wat is een open klasse in een frequentietabel?
Een klasse zonder onder- of bovengrens.
28
Vul in de lege ruimte: De observatie X met percentielscore p wordt het ______ genoemd.
p-de percentiel.
29
Wat is een cumulatieve relatieve frequentie?
De som van de relatieve frequenties tot en met een bepaalde klasse.
30
Wat is de percentielschaal voor P25?
Slecht
31
Wat is de percentielschaal voor P50?
Goed
32
Wat is de percentielschaal voor P75?
Zeer goed
33
Wat zijn de stappen voor het berekenen van percentielscores?
Berekenen van diverse percentielen
34
Wat is de formule voor het berekenen van Pp uit een gegeven percentielscore?
p = te berekenen percentiel
35
Wat is de waarde van X in de formule voor percentielen?
score waarvan men het percentiel wenst
36
Wat staat N voor in de percentielberekening?
totaal aantal metingen
37
Wat is de betekenis van v in de percentielformule?
klassebreedte van de klasse waar X in zit
38
Wat is ni in de percentielberekening?
absolute frequentie van de klasse waar X in zit
39
Wat is lkm in de formule voor percentielen?
ondergrens van de klasse waar X in zit
40
Wat betekent cnkm-1 in de percentielberekening?
cumulatieve abs. frequentie van de ondergrens
41
Wat is het doel van de functie FREQUENCY in Excel?
Tellen van numerieke waarden tussen opgegeven grenzen
42
Hoeveel klassen moeten er gemaakt worden in het Excel voorbeeld?
10 klassen
43
Wat is de eerste bovengrens voor de klassen in het Excel voorbeeld?
34,5
44
Wat is een belangrijke stap na het invoeren van de FREQUENCY functie in Excel?
Beëindig met CTRL-SHIFT-ENTER
45
Wat is een belangrijk punt bij het analyseren van gegevens in SPSS?
Geen menging van kwalitatieve en kwantitatieve variabelen
46
Wat moet je doen om statistieken in SPSS te bekijken?
Klik op de knop ‘Statistics’
47
Wat moet je doen om grafieken te genereren in SPSS?
Klik op de knop ‘Charts’
48
Wat is de fout bij het openen van gegroepeerde gegevens in SPSS?
Data/Weight Cases
49
Wat is de juiste manier om gegroepeerde gegevens in SPSS te analyseren?
Analyze/Descriptive Statistics/Frequencies
50
Wat is het meetniveau van percentielen?
ordinaal
51
Wat zijn bijzondere percentielen?
Decielen (verdeling in 10 gelijke groepen) en Kwartielen (verdeling in 4 gelijke groepen)
52
Wat is een voorbeeld van een numeriek resultaat in de context van percentielen?
P40 ligt in de klasse 5
53
Wat is de waarde van 40% van 157 in het numeriek voorbeeld?
62,8