Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

English > Hoofdstuk 37 > Flashcards

Hoofdstuk 37 Flashcards

(91 cards)

Start Studying
1
Q

er moet…in voorkomen

A

it should feature

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

degenen wel iets hebben maar niet een echte prijs

A

runners-up

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

briefpapier met eigen naam erop

A

personalized stationery

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

inzending

A

entry

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

inzender

A

entrant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

iemand met legale verblijfstatus

A

resident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in aanmerking komend

A

eligible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zij mogen niet meedingen

A

they are not eligible to enter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

invalide

A

desabled

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

recht hebben

A

entitled

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voertuig

A

vehicle (spreek uit als: viakal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een blijk van mijn waardering

A

a token of my appreciation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

iets waar je je waardering mee uitdrukt. Of een speciaal muntje voor wasmachine bijv of bonnetje voor bepaald product is…..

A

token

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

je nadert

A

you approach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kruispunten

A

junctions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kwetsbaar

A

vulnerable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

e.g

A

exempli gratia (bijvoorbeeld)= for instance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

i.e

A

id est (dat wil zeggen)= that is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

i.c

A

in casu (namelijk, in dit geval)= in this case

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

lb

A

libra (pond, 454 gram)=pound

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

viz

A

videlicet (namelijk, te weten)= namely

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

handleiding

A

manual

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

toestel

A

appliance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het apparaat monteren

A

assembling the appliance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
gelijkwaardig
equivalent
26
woorden met vaste voorzetseld (als je de voorzetsels veranderd dan onstaat er een andere betekenis)
Prepositional verbs
27
belachelijk maken
ridicule
28
zorgen voor
to look after
29
vertrouwen op
to rely on
30
laten komen
to send for
31
denken aan
to think of
32
ik dacht net aan je
I was just thinking of you
33
aandacht schenken aan
to pay attantion to
34
in brand steken
to set fire to
35
aandacht schenken aan
to take notice of
36
zorgen voor
to take care of
37
uit het oog verliezen
to lose sight of
38
aanmerkingen maken op
to find fault with
39
de gek steken met
to make fun of
40
belachelijk maken
to make a fool of
41
aanleiding geven tot
to give rise to
42
misbruik maken van
to take advantage of
43
onbewust
unaware
44
verheerlijken
to glamorise
45
samenwerking
collaboration
46
eigenliefde
self- indulgence
47
maken
to render
48
irriteren
to irk
49
geniepig
insidiously
50
belachelijk
ludicrous
51
taalkundige
linguist
52
kwebbelen
to chatter
53
rillen
to quiver
54
afkeer
revulsion
55
precies
spot on
56
uitdelen
to dish out
57
veranderen
to mutate
58
roekeloos, zonder zich zorgen te maken
recklessly
59
stimuleren, aansporen
to incentivise
60
vaal
faded
61
afdankertje
hand-me-down
62
smetteloos
unblemished
63
houding
posture
64
geklede jas
frock coat
65
verwachting, afwachting
anticipation
66
licht werpen op
to shed light on
67
beperking
constraint
68
levensecht
fleshed out
69
herrie
mayhem
70
lenig
limber
71
aanhoudend
relentless
72
uitbundigheid
exuberance
73
geratel
rattle
74
gedreun
hum
75
zwier
panache
76
uitgelaten
rollicking
77
gangster
mobster
78
staaf
bullion
79
buit
lood
80
as
axis
81
achter (achterste)
rear
82
Een kiesdistrict
A constituency
83
Het Lagerhuis (zoals 2e kamer)
The house of commens
84
De minister president
The Prime-Minister
85
Een contract
The bill
86
Algemene verkiezing
A general election
87
Minister van buitenlandse zaken
The foreign Secretary
88
Herdenking Britse soldaten gevallen in eerste wereldoorlog
Armistice day
89
Het Britse rijk
The British Empire
90
Het stemhokje
The polling booth
91
Locale verkiezing
Local elections

English (60 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions