hoofdstuk 4: centrummaten Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat zijn de voordelen van het rekenkundig gemiddelde?

A
  • Snel te berekenen
  • Eenvoudig te begrijpen
  • In dezelfde meeteenheid als de observaties
  • Betrekt alle waarnemingsgetallen bij de berekening

Het rekenkundig gemiddelde is een veelgebruikte centrummaat in statistiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de nadelen van het rekenkundig gemiddelde?

A
  • Gevoelig voor extremen
  • Geeft een vertekend beeld
  • Kan niet berekend worden bij open klassen

Een voorbeeld van gevoeligheid voor extremen: scores 9, 10 en 20 geven een gemiddeld van 13.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Definieer de mediaan.

A

De middelste waarde wanneer de observaties in volgorde van klein naar groot zijn geplaatst.

Dit geldt voor gegevens op ordinaal, interval of ratio meetniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de voordelen van de mediaan?

A
  • Snel te berekenen
  • Eenvoudig te begrijpen (grafisch)
  • Toepasbaar op drie van de vier meetniveaus
  • Ongevoelig voor extremen
  • Kan berekend worden bij open klassen

Dit maakt de mediaan een robuuste maat voor centrale tendentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de nadelen van de mediaan?

A
  • Niet alle waarnemingsgetallen worden bij de berekening betrokken
  • Slechts 1 of 2 scores worden gebruikt

Dit kan leiden tot een minder representatieve maat voor grote datasets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de modus?

A

Het waarnemingsgetal (waarde) met de hoogste frequentie. De meest voorkomende waarde in een dataset

De modus kan worden gebruikt bij nominaal, ordinaal, interval of ratio meetniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de mid-range?

A

Het gemiddelde van de hoogste en laagste waarde in een dataset.

Dit is een eenvoudige maat voor centrale tendentie, maar kan beïnvloed worden door extremen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de eigenschap van de som van de afwijkingen van de waarnemingsgetallen tot het rekenkundig gemiddelde?

A

De som is gelijk aan 0.

Dit betekent dat de positieve en negatieve afwijkingen elkaar opheffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de eigenschap van de som van de kwadratische afwijkingen van de waarnemingsgetallen tot het rekenkundig gemiddelde?

A

De som is minimaal.

Dit is een essentieel concept in de variantie en standaarddeviatie berekeningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurt er bij een lineaire transformatie van waarnemingsgetallen?

A

Als alle waarnemingsgetallen worden vermenigvuldigd met een constante a en verhoogd met een constante b, dan wordt het rekenkundig gemiddelde met a vermenigvuldigd en met b verhoogd.

Dit is belangrijk voor het begrijpen van hoe gemiddelden veranderen met schalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de eigenschap van het rekenkundig gemiddelde van een aselecte steekproef?

A

Het is een zuivere schatter van het populatiegemiddelde.

Dit betekent dat als je steeds steekproefgemiddelden berekent, het gemiddelde van deze gemiddelden gelijk zal zijn aan het populatiegemiddelde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly