Hoofdstuk 6 Flashcards
(80 cards)
Wat is de betekenis van attitude? (Secord en Backman, 1969)
Bepaalde regelmatigheden in iemands gevoelens, gedachtes en neigingen om op bepaalde aspecten van zijn omgeving te reageren. (Verleden, Kan langzaam en geleidelijk veranderen, focus is specifiek)
Wat vertegenwoordigd de gevoelens van een attitude?
Affectieve component
Wat vertegenwoordigd de gedachtes van een attitude?
de cognitieve component
Wat vertegenwoordigd de neigingen van een attitude?
De gedragscomponent
Een attitude heeft 3 componenten, welke zijn dit?
- affectieve component
- cognitieve component.
- Gedragscomponent
In de praktijk heeft een attitude alleen betrekking tot de eerste twee, de gedragscomponent is een gevolg van.
Attitudes hebben een betrekking op een bepaald?
doel of object. een persoon, groep mensen, een voorwerp, of concept. Waardoor ze van persoonlijkheid verschillen op verschillende situaties.
Waar verwijst de affectieve component naar en wat kan er tot uiting komen?
Iemands gevoel tegenover het object/persoon. Kan een fysiologische reactie veroorzaken (iemands bloeddruk kan omhoog gaan, bijvoorbeeld).
Waar verwijst de cognitieve component naar?
Iemands zienswijze, wat iemand zegt over het object/persoon.
Waar verwijst de gedragscomponent naar?
Iemands observeerbare gedrag.
Wat zijn waarden?
iemands overtuiging over wat goed en slecht is. (toekomst, stabiel en focus is algemeen)
Wat zijn stemmingen?
Een veralgemeniseerde affectieve status de niet uitdrukkelijk gekoppeld zijn aan specifieke gebeurtenissen of situaties waardoor of waarin de stemming oorspronkelijk ontstaan is.
(Heden, schommelend in korte tijd en focus is algemeen)
Welke 3 verschillen hebben waarden, attitudes en stemming van elkaar?
- de vraag of ze betrekking hebben op het verleden, het hede of de toekomst.
- hun stabiliteit
- De vraag of ze algemeen of specitief zijn
Wat zijn de 3 functies van attitudes volgens Pratkanis en Turner (1994) en Cialdini en Trost (1998)
- Attitudes kunnen ons helpen om onze omgeving te duiden en effectief in deze omgeving te handelen. (Ontevreden mensen zien eerder rampspoed)
- Attitudes kunnen ons helpen om ons identiteitsbesef en gevoel van zelfachting te ontwikkelen en te onderhouden. (goed zelfbeeld is belangrijk)
- Attitudes zorgen ervoor dat we goede relaties met anderen kunnen onderhouden, met name mensen die de macht hebben om ons te belonen of te bestraffen. (Onszelf aantrekkelijke zijn, beter mee te leven)
Attitudes zijn gerealateerd aan maar te onderscheiden van 3 dingen?
Persoonlijkheid, waarden en stemming
Pratkanis en Turner (1994) menen dat een attitude als ‘cognitieve voorstelling’ in het geheugen wordt opgeslagen en dat bestaat uit 3 elementen.
- Een objectetiket en regels om dit etiket toe te passen. (wie is bijvoorbeeld je collega en wie niet)
- Een korte evaluatie van het object; (goed of slecht)
- Een kennisstructuur die korte evaluatie ondersteund.
Hoe worden attitudes gemeten?
Met een vragenlijst door de persoon zelf.
Wat wordt er gedaan om sociaal wenselijke antwoorden te omzeilen?
gesloten vragen voor persoonlijkheidsmeting.
Wat is het resultaat van een attitudemeting normaal gesproken?
Hoe extreem iemands attitude is.
Wat is de attitudekracht (Petty en Krosnick, 1992)
Een omvatting van niet alleen extremiteit, maar ook de mate van zekerheid, het belang ervan en hoe intens ze de attitude ervaren en ervan weten. Dit verwijst naar Kenmerkendheid (Petty en Krosnick, 1992)
Wat betekend kenmerkenheid (Petty en Krosnick, 1992)?
De mate waarin de attitude relevant is voor de huidige situatie.
Reactiesnelheid is mogelijk de meest valide indicator voor iemand attitude, Welke test wordt hiervoor gebruikt?
Impliciete associatietest (implicit association test of IAT’s) (De mate waarin iemand wordt blootgesteld niet voor persoonlijke standpunt) Imliciete attitudes zijn onbewust
Wat zijn expliciete attitudes en wat zijn impliciete attitudes.
- Worden gebruikt om eigen doelstelling te verwezenlijken
- zijn onbewust. (dingen die je in je omgeving hebt opgepikt)
Wanneer is een attitude relevant?
Wanneer het gedrag daadwerkelijk beinvloed.
Wat zijn de 4 factoren van Pratkanis en Turner (1994) die de koppeling tussen attitude en gedrag versterken?
- Als het object van de attitude goed gedefinieerd en kenmerkend is. De mate waarin het object relevant is voor de huidige situatie. (Slecht definitie, geen idee of mijn leidinggevende mijn collega of management is).
- Als de kracht van de attitude groot is.
- Als de kennis ter ondersteuning van de attitudes voldoende voorradig en complex is (zeker zijn van wat je denkt).
- Als de attitude belangrijke aspecten van het zelf ondersteunt.